Waarom Brussel, waarom België - nawoord De Kerk als beheerster van het geweten
|
Beste Lezer,Door François De Wit.
De twaalfde jaargang van dit tijdschrift begint met een poging om een stukje geschiedenis te begrijpen aan de hand van symptomen die wijzen op de werking van verborgen krachten. Bij Rudolf Steiner heet dat "geschichtliche Symptomatologie". Daarover zei hij zelf dat men met die methode niet restloos alles kan verklaren, men moet altijd een stuk openlaten. Maar zelfs dan kan men volledig de bal misslaan wanneer men niet Rudolf Steiner is of Sergej Prokofjef.
We laten het aan de lezer over om te oordelen over onze interpretatie.
Wat er ook van zij, door zich te verdiepen in de werking van de moderne staten wordt men geconfronteerd met een gebied van weinig schoonheid, om het zacht uit te drukken, en dat kan ons soms zwaarmoedig maken. Maar het kwade en het lelijke heeft nu eenmaal een plaats in deze wereld gekregen, en het heeft geen zin om dat te bestrijden. Voor ons is het belangrijker om initiatieven in de wereld te stellen die een tegengewicht vormen voor al het ogenschijnlijk negatieve.
En terwijl we daar mee bezig zijn is het goed om af en toe eens wat schoonheid te zoeken bij een medemens die daarvoor een talent heeft, zoals bvb.
zegt de rede. Het is wat het is, zegt de liefde. Het is ongeluk, zegt de berekening . Het is niets anders dan pijn, zegt de angst. Het is uitzichtloos, zegt het inzicht. Het is wat het is, zegt de liefde. Het is belachelijk, zegt de trots. Het is lichtzinnig, zegt de voorzichtigheid. Het is onmogelijk, zegt de ervaring. Het is wat het is, zegt de liefde. * * * * * * * * Waarom Brussel, waarom België ? - nawoordDoor François De Wit Drie maand geleden publiceerden we het artikel van Fjodor Koezmitsj over België. Het nawoord dat we voorzien hadden, was te lang geworden om het ook nog in Brug 44 af te drukken en daarom krijgt het nu een plaats in deze Brug.Volgens Koezmitsj moeten we de oprichting van de Belgische staat zien als een zet van duistere Westerse (Angelsaksische) broederschappen die hun eigen machtspositie willen behouden ten koste van de voorziene reguliere ontwikkeling van de mensheid. Onze voornaamste kritiek op het artikel is dat de vlag de lading niet dekt. De auteur gaat niet systematisch na waarom Brussel uitgekozen werd, waarom België opgericht werd. Hij brengt natuurlijk wel interessante feiten aan, maar in de eerste plaats is zijn artikel een poging om de gebeurtenissen rond de persoon van Leopold III - die hij als mens zeer waardeerde - te kunnen plaatsen. Deze passage uit het begin van Koezmitsj' artikel toont al direct waar het mank loopt.
" We mogen hier grandioze schaakzetten vermoeden van groeperingen die voor het oog van het publiek mekaar bestrijden, maar die gestuurd worden door een duistere broederschap.
Het gelukte Willem De Zwijger inderdaad om het noordelijk deel van de Nederlanden vrij te maken van de materiële en spirituele bezetting door de Jezuïeten, maar ontstond daardoor een cultureel vacuüm tussen Holland, Duitsland en Frankrijk ? Helemaal niet. De Zuidelijke Nederlanden bleven onder Spaans-katholieke knoet. Wij gaan dus achtereenvolgens Brussel, België en de tegenmachten bekijken.
Waarom Brussel ?Steden worden meestal gesticht op plaatsen waar een bijzondere bodemconfiguratie aanwezig is. In de oerbossen van Europa bouwden monniken hun kluis of een kapel op een dergelijke plaats. Mettertijd kwamen zich daarrond andere mensen vestigen, er ontstond een dorpskern met daarrond de akkers en daar achter het onontgonnen woud. Op andere plaatsen was er eerst een versterkte vesting, en kwam het geestelijke element pas later. Rome bijvoorbeeld groeide op zeven heuvels en werd een zeer aards machtscentrum. Brussel ligt eveneens op zeven heuvels en is flink op weg om een zelfde machtscentrum te worden.
" Er hing steeds een waas van geheimzinnigheid rond Brussel, de stad op het moeras ...
Er is die merkwaardige samenloop van omstandigheden waardoor Brussel al haar mededingsters naar de titel van hoofdstad voorbijstak : hoofdplaats van het hertogdom, hoofdstad van de Nederlanden, hoofdstad van België, en nu hoofdstad van Europa.
Brussel (Broek-sele) ontstond in een moerassig gebied. Moerassen werden van oudsher beschouwd als plaatsen met een negatieve energie. Niet in de mate om mensen lichamelijk ziek te maken - als dat het geval was kon er geen stad ontstaan -, maar voldoende om de fijnere geestelijke energieën af te houden. Wie weet voelden de vroegere bewoners niet aan dat ze op de Draak woonden en kozen ze daarom Michaël als patroonheilige. De stad is in ieder geval een bolwerk van materialisme. Waar Leuven een universiteit heeft en Mechelen een aartsbisschop, kunnen we Brussel niet anders zien dan een machtscentrum, dat als een geestelijk moeras de beste krachten uit Vlaanderen en Wallonië aanzoog en nog aanzuigt. En net zoals helder stromend water in een moeras tot stilstand komt en ziekmakend werkt, zo zouden we ook nu Brussel kunnen zien als een poel die de aardse intelligentie van gans Europa aanzuigt en ten dienste stelt van zeer materialistische doelen. En omdat een parasiet niet kan leven zonder een sterke gastheer, werden in 1830-31 Vlaanderen en Wallonië toegevoegd aan Brussel. Kunnen we in de geschiedenis van de stad Brussel iets vinden dat wijst op een impuls van een tegenmacht ? Die de stad voorbestemt om een antidemocratisch machtscentrum te worden ? We lezen bij André Monteyne over enkele symptomen :
" Typisch is dat deze eerste burgemeester (in 1225), zoals trouwens ook de burggraaf, niet door de burgerij of het volk, maar door de graaf aangesteld was. De traditionele geschiedenis wil dat ook de zeven schepenen in die tijd door de graaf benoemd werden. Hoe dan ook, alles wijst erop dat, van bij het begin, deze stad in wording van handelaars en bemiddelaars instinctmatig haar welvaart nastreeft door zich op te trekken aan de politiek machtigen." (blz. 42)
" De Jezuïeten hadden onmiddellijk na de overgave van Brussel de contrareformatie in handen genomen. Het onderwijs werd krachtig aangepakt en er werden twee colleges gesticht : dat van de Jezuïeten (1597) en dat van de Augustijnen (1601) die bijna twee eeuwen lang de Brusselse intelligentsia zouden opleiden. " (blz. 123)
" De wederopbouw van de Grote Markt (na het bombardement door het Franse leger van Lodewijk XIV in 1695 -fdw) heeft dus een dubbele bodem, wat met name tot uiting komt in de eigenaardige benamingen van de ambachtshuizen, even zovele vlaggen die helemaal niet de inhoud dekken. Wat heeft b.v. het huis 'Den Sack' te maken met het ambacht der meubelmakers ? Of de 'Gulden Boom' met de brouwers ? Of nog 'De Kruiwagen' met de 'vettewaeriërs' ?
"Voor onbevoegden of onwetenden betekent dit rijkdom en macht ..."
In de tijd toen Jan van Ruysbroeck dag en nacht bezig was met de bouw van de toren van het Stadhuis, raakte hij eens door voortdurende geldzorgen zo ontmoedigd, dat hij uitriep dat hij nog liever zijn ziel aan de duivel zou verkopen dan de bouw op te geven. En zie, op hetzelfde moment bood zich een monnik aan, die zei: "Je hebt geld nodig, en dat kan ik je bezorgen, en ik heb een man nodig die mij toegewijd dient. Onderteken dus dit contract en je zult nooit meer geldzorgen kennen. " Jan van Ruysbroeck had natuurlijk door wie hem zo'n aanbod deed, maar hij vond de kwestie zo aanlokkelijk dat hij zei: We lezen verder bij André Monteyne : - Karel van Lorreinen trok in 1749 Brussel binnen, toegejuicht als bevrijder. In 1762 stichtte hij de loge 'Saint-Charles', die merkwaardig genoeg, katholiek was. Zijn minister Cobenzl was antiklerikaal, zoals de meeste leidende kringen in Wenen. (blz. 149)
" Cobenzl en Lorreinen hebben ongetwijfeld oprecht getracht Brussel uit zijn intellectuele onderontwikkeling te halen, maar het is zeer de vraag of zij daarin geslaagd zijn.
Dit alles geeft ons het beeld van een stad die bij uitstek geschikt is om als bruggehoofd te dienen voor de plannen van Angelsaksische occulte groeperingen bij het begin van de 19de eeuw : De plannen van die groeperingen werden waarschijnlijk doorkruist door een impuls uit Midden-Europa want op het Congres van Wenen in 1815 werd beslist dat de Lage Landen één Nederlandse staat zouden vormen. Dat kwam slecht uit : Brussel kon zijn toekomstige rol niet spelen wanneer de Jezuïeten geen vrij spel hadden, wat onder Hollands bewind onmogelijk was. Slechts 15 jaar waren er nodig om de impuls uit Midden-Europa te neutraliseren en toen werd rond Brussel een schijnbaar onafhankelijke pseudostaat ingericht : België, een gebied bewoond door twee volkeren, Vlamingen en Walen, die niets met elkaar gemeen hadden.
Waarom België ?
" Toen België in 1830-31 ontstond gaf de internationale gemeenschap geen cent voor het overleven van de nieuwe staat. Talleyrand noemde België ' een artificiële constructie bestaande uit verschillende volkeren'. Zijn Oostenrijkse collega Dietrichstein zei dat de Belgische nationaliteit 'een politieke poging eerder dan een waarneembare politieke realiteit' was.
"Zijn zelfvoldaanheid maakt je moe en zijn hebzucht doet je walgen' zei de liberale leider Lord Charles Greville. De hertog van Wellington, die zich als eerste minister verplicht voelde Leopold soms uit te nodigen, bekende dat hij oervervelend was. We zaten daar met een groep zageventen, schreef prinses Lieven, de vrouw van de Russische ambassadeur in Londen, aan prins Metternich over een van Wellingtons feestjes : 'Leopold werkte mij op de zenuwen met zijn trage manier van spreken en zijn slechte manier van redeneren. Hij is een Jezuïet en een zeur.'
Veel liefde voor zijn nieuwe vaderland had de koning niet ... " België heeft geen nationaliteit en, gezien het karakter van zijn inwoners, kan het er ook nooit een hebben. In feite heeft België geen politieke reden van bestaan", zo vertrouwde Leopold I in 1859 toe aan zijn kabinetschef Jules Van Praet. Aan zijn jongste zoon Filip, graaf van Vlaanderen, zei hij : " Niets houdt het land bij elkaar en het kan niet blijven duren". Leopold haatte de Belgen. " Zij zijn", zo schreef hij aan zijn nichtje, de Britse koningin Victoria, " de meest onuitstaanbare creaturen die er bestaan."
" België bestaat als staat enkel en alleen omwille van zijn koning; het is uitsluitend zijn dynastie die het behoedt voor een onmiddellijk uiteenvallen of misschien zelfs een burgeroorlog", vermaande hij minister van Buitenlandse Zaken, baron d'Anethan. En aan eerste minister Jean-Baptiste Nothomb zei hij : " De dynastie is de rots waarop het politieke bestaan van dit land exclusief is gebaseerd."
We weten dat het streven van die occulte loges erop gericht is om iedere spirituele impuls van het Midden-Europese geestesleven te onderdrukken. Van daar alleen kan immers het enige maatschappijmodel komen dat beantwoordt aan de noden van de mens in het tijdperk van de bewustzijnsziel. Maar dit model, de sociale driegeleding, zou een einde maken aan de machtspositie van Westerse elites. Een vrij geestesleven is een gruwel voor de Jezuïeten (en tegenwoordig Opus Dei) en een ander, menselijker, economisch bestel is evenzeer een gruwel voor de Westerse elites.
Sergej Prokofjef wijst in dit verband op de rol van België als voorpost van de werking van die geheime broederschappen (in "Die geistigen Quellen Osteuropas"): het bolsjewisme is in Brussel ontstaan : de tweede partijdag van de Russische Sociaal-Democratische Arbeiderspartij werd door Lenin voorbereid in 1903, begon in Brussel en eindigde in Londen. Door een interne breuk ontstond toen het bolsjewisme als onafhankelijke ideologische stroming. De derde en vijfde partijdag gingen door in Londen. "Bedenkt u eens wat men kan bewerkstelligen wanneer men beschikt over een dergelijk apparaat. Op een bijzonder efficiënte wijze is daarmee gewerkt, door terzelfdertijd zowel Jezuïeten als Vrijmetselaars in beweging te zetten, zonder dat noch de Jezuïeten, noch de Vrijmetselaars het zelf in de gaten hadden, in een bepaald land dat zo ongeveer in het Noordwesten van Europa ligt, tussen Holland en Frankrijk. Van daar waren bijzonder sterke werkingen uitgegaan, niet in de allerlaatste tijd, maar doorheen lange periodes, die zich zowel van de ene als van de andere stroming bedienden en die velerlei hebben kunnen bewerkstelligen." Een klein voorbeeld uit de Belgische na-oorlogse geschiedenis. Een auteur waarvan we mogen aannemen dat hij nooit een letter van Rudolf Steiners inzichten heeft gelezen, merkt op :
" Maar om Leopold III te doen toegeven en hem ertoe aan te zetten zijn bevoegdheden aan zijn zoon over te dragen, waren alle middelen goed.
In 'De Wetenschap van de geheimen der ziel' legt Rudolf Steiner uit hoe de verschillende hiërarchieën samenwerken om de ontwikkeling van en op de aarde te sturen. We mogen aannemen dat de tegenmachten eveneens op verschillende niveaus samenwerken om hun doelen te bereiken. En er zijn mensen genoeg die vanuit hun aanleg of karakter graag meewerken aan het bereiken van die doelen.
"Men hoort soms zeggen dat dit alles een uitgekiend complot is van de heersende klasse om de mensen in toom te houden. Wat ik gezien heb van onze heersende klasse laat mij niet toe om te besluiten dat die zo intelligent zou zijn."
Luciferisch verleden, Ahrimanische toekomst
Luciferisch verledenDe bedoeling van het menselijk bestaan op aarde is o.m. het verwerven van vrijheid, dus de mogelijkheid hebben om te kunnen kiezen tussen goed en kwaad. Dit zou een heel geleidelijk proces zijn geweest had Lucifer niet ingegrepen in de normale ontwikkeling. Door de tussenkomst van Lucifer werd de mens zich bewust van zijn Ik-kracht, maar tegelijk kreeg hij de Ik-zucht of egoïsme mee. Vanaf dat ogenblik zien we een wisselwerking tussen de wezens die de mens zijn uiteindelijk goddelijk doel willen laten bereiken (Michaël) en de wezens die de mens voor zichzelf willen inpalmen : Lucifer en Ahriman. Het verleden van de mens is Luciferisch gekleurd, d.w.z. dat de loop der gebeurtenissen beïnvloed werd doordat mensen toegaven aan Luciferische karaktertrekken als eerzucht, ijdelheid, zelfzucht, hoogmoed.
De mens maakt zich geleidelijk los uit de grote verbanden waarin zijn ontwikkeling plaatsvond : ras, volk, familie. In het verleden bestond er een grote volksverbondenheid. In de oude beschavingen zagen we aan de top een ingewijde, die in contact stond met de geestelijke wereld. Van daar kreeg die bepaalde impulsen die doorheen de verschillende sociale geledingen (bvb. priesterkaste) hun weg vonden tot de 'gewone' bevolking. Die had een natuurlijke eerbied en ontzag voor de hogergeplaatsten omdat die effectief betere individuen waren dan zijzelf.
Het luciferisch mensentypewordt de laatste 2000 jaar langzamerhand verdrongen door het ahrimanische type. We lezen bij Caesar met welk een bezieling de Nerviërs tot de laatste man vochten tegen de Romeinen. Qua individuele moed stonden ze hoger dan de gemiddelde Romein, maar de Romeinen vochten met meer techniek, in bepaalde tactische opstellingen, dus meer met het koude berekende verstand. En ze wonnen. Nog in de laatste wereldoorlog valt het op hoe ridderlijk de Duitsers streden, vergeleken met de Amerikanen ( Dat de propaganda erin geslaagd is dit beeld om te keren illustreert nog maar eens de geweldige mogelijkheden van de occulte groeperingen). Om wat dichter bij België te blijven illustreren we het luciferische mensentype aan de hand van wat een Amerikaans hartchirurg schrijft over zijn ontmoeting met Leopold III :
" Toen ik in België verbleef, was ik de speciale gast van Prinses Liliane en Koning Leopold in hun elegante woning, het kasteel van Argenteuil, in de buurt van Waterloo.
De overgangBij het ontwaken van de bewustzijnsziel, rond 1400, bleek de traditionele regeer- en maatschappijvorm minder en minder te passen bij de noden van de moderne mens. Het respect voor de hogere klassen verdween, men had ook geen reden meer om die klassen te respecteren : de traditionele koningen waren niet meer de betere mensenexemplaren, dikwijls zelfs het tegendeel.
De mens wendt nu ten volle zijn verstandskracht aan om de natuur, waarvan hij eeuwenlang afhankelijk was geweest, onder zijn heerschappij te brengen. Dat was een positieve stap op weg naar de vrijheid : alle mensen kunnen onmogelijk hun zelfontwikkelings-doel bereiken wanneer 98 % verplicht zijn om dagelijks op hun akkers te zwoegen. Hoe zouden we ook broederlijkheid kunnen ontwikkelen wanneer er constant gebrek of de vrees voor gebrek heerst ? Dus op zich is er niets verkeerd om ons los te maken van de tirannie van de natuur door allerlei uitvindingen en technologieën.
De sterkere economieën konden vlugger en meer behoeften bevredigen met minder menselijke inspanning.
Dat was het positieve aan de Ahrimanische invloed :
Ahrimanische toekomstMaar Ahriman vraagt zijn prijs : hij wil niet dat de mens zich wijdt aan hogere doelen. Hij wil integendeel in de mens ieder bewustzijn van een hogere wereld uitdoven. Om dat doel te bereiken inspireert hij personen die zich door hun karma geschikt hebben gemaakt om in zijn dienst te werken. Er trad een nieuw mensentype op de voorgrond : het economische mensentype, dus de mens die het doel van zijn bestaan uitsluitend ziet in het bereiken van materiële doelen.
Wat nu in onze wereld lijkt op een grote samenzwering is volgens ons geen bewust menselijk complot maar het zich-vinden in de Ahrimanische geest van bepaalde individuen. Die ijveren niet alleen in de richting van Ahrimanische doelen, maar zij houden ook de elementen uit het Luciferisch verleden in stand die nu zouden moeten verdwijnen, zoals bvb. het vertrouwen in en opkijken naar een hogere autoriteit.
Om dit kwade ideaal te bereiken was inderdaad een planning op lange termijn nodig, die in verschillende stappen gerealiseerd wordt : Het ahrimanische mensentypeEen mooie beschrijving daarvan vonden we in een artikel in De Morgen van 24 april 2004.
De Londense financiële wereld daverde deze week op haar grondvesten. Na 261 opeenvolgende jaren besliste Rothschild & Sons, een van de invloedrijkste banken uit de City, zich terug te trekken uit de stagnerende goudhandel. Daarmee trad een familie voor het voetlicht die het huidige Europa rijk maakte. Ze financierde Wellingtons overwinning in de slag van Waterloo, hielp Frankrijk aan winst in WO I en bekostigde Israëls project voor een atoombom. (door Maarten Rabaey)
Hun roots gaan terug tot 1743, toen een joodse goudsmid, Meyer Amschel (1744-1812), een wisselkantoor opende in het joodse getto van Frankfurt-am-Main. Hij plaatste een Romeinse arend op een 'rood schild', in het Duits 'Rothschild'. Zoon Meyer Amschel jr. (1773-1855) nam later die naam aan om stapje voor stapje een bankierspatrimonium uit te bouwen. Geheimhouding is van bij het begin het handelsmerk geweest van de familie. Amschel specialiseerde zich niet alleen in een boekhouding die voor die tijd vooruitstrevend was, maar hield ook zwarte kluizen verborgen voor de belastinginspecteurs. Via de keurvorst van Hessen-Kassel konden de Rothschilds relaties aanknopen met de elite uit die tijd. Het gat in de markt dat ze vonden was dat ze geld leenden aan Europese vorstenhuizen en soevereine staten, die door hun weelderige levensstijl dikwijls krap bij kas zaten. Nathan & co. veralgemeenden later het principe van die 'staatsobligatie', door grote en kleine investeerders er in te laten beleggen. Regeringen hielden van het idee omdat ze er kolossale geldsommen mee konden verzamelen voor hun industriële revolutie; investeerders hielden ervan omdat ze konden handelen met prijzen die fluctueerden naargelang het optreden van de staat. Over oprichter Amschel werd toen geschreven "dat hij de enige Europeaan was voor wie de keizers nederig knielden".
Vooral Nathan (1776-1836) slaagde erin om zijn stempel te drukken op de toenmalige Europese politiek. Hij steunde in woord en daad de Britse militaire acties tegen Napoleon door over het Kanaal goud te laten smokkelen om het offensief te financieren van de hertog van Wellington, die uiteindelijk in Waterloo definitief de Franse keizer op de knieën kreeg. Nathan beschikte over een fijnmazige eigen inlichtingendienst - zijn agenten gebruikten snelle boten, gecodeerde brieven en postduiven - waardoor hij als eerste te weten kwam dat Napoleon verslagen was. Nathan speculeerde na dat nieuws op transacties in staatsfondsen en kon door die zet het familiefortuin verruimen, volgens sommige bronnen zelfs in twintigvoud.
Ook in België liet de familie kurken knallen. Meteen na de revolutie van 1830 kwam haar ter ore dat het jonge koninkrijk weinig reserves had. Ze leverde de nodige financiële middelen aan de natie, via de directeur van de nieuwe 'Banque de Belgique', Charles de Brouckère - naar wie het gelijknamige plein in Brussel werd vernoemd. De revolutionair De Brouckère wist als eerste minister van Financiën dankzij de Rothschilds een tegengewicht te vormen voor de toen al machtige Société Générale. Door investeringen in het, overigens bloedige, Kongo-project van koning Leopold II en goede banden met de bankiersfamilie Lambert groeide hun invloed in de Brusselse coulissen gestaag. Maar de bankiers kregen vooral een enorme greep op de Franse staat doordat de regering daar in geldnood kwam na enkele grote infrastructuurwerken zoals spoorwegen en kanalen. De Franse tak kreeg daardoor het beheer over het belangrijkste deel van het familievermogen, liefst 20 van haar 34,3 miljoen gekende Britse ponden.
Een paar decennia later bezorgden de Franse Rothschilds hun regering de nodige financiële middelen om in de Eerste Wereldoorlog de Duitse keizer te bestrijden. Maurice de Rothschild werd na het krijgsgewoel verkozen in het Franse parlement voor het centrumrechtse Nationaal Blok maar financieel verging het zijn imperium toen veel minder goed. Door de depressie van eind jaren twintig en jaren dertig werden zware verliezen geleden. Bovendien ondergroef niet alleen het antisemitisme van de Duitse nazi's maar ook dat van Frans extreem-rechts en de communisten het vertrouwen in hun bank. Zo schreef in 1937 partijkrant l'Humanité dat de half miljoen Franse joodse families de schuld hadden aan de sociaal-economische ellende. Hun vermogen kreeg nog een klap toen de linkse regering-Blum begon te nationaliseren.
In deze milieus moeten we de occulte broederschappen gaan zoeken. Dat daar misschien overwegend Joden bij zijn is in deze tijd niet meer relevant. Als dat voor hun doeleinden uitkomt verloochenen ze evengoed hun rasgenoten (Er bestaan verschillende interessante studies over welke kringen Hitler financierden). Zoals men uit bovenstaand artikel kan afleiden zijn zelfs de eigen familieleden niet veilig wanneer ze zich niet willen openstellen voor de ahrimanische inspiraties.
We zeiden al dat het streven van die occulte loges erop gericht is om iedere spirituele impuls van het Midden-Europese geestesleven te onderdrukken. Van daar alleen kan immers het enige maatschappijmodel komen dat beantwoordt aan de noden van de mens in het tijdperk van de bewustzijnsziel. Maar dit model, de sociale driegeleding, zou een einde maken aan de machtspositie van bepaalde elites. Deze elites kunnen hun macht maar handhaven wanneer de mensen geen vruchtbare ideeën aangereikt krijgen over een andere omgang met geld, over directe democratie, over geesteswetenschap. En dat is nu precies wat alleen vanuit Midden-Europa kan komen.
" We stellen ons voor dat een groep die, laat ons zeggen, tot de onderste laag van het partijkader behoort, van boven, van de hogere functionarissen, een opgave krijgt in de vorm van een algemeen programma. Daarmee is het doel gegeven, maar de concrete verwezenlijking is nog niet vastgelegd, die moet door de leden van de groep zelf gevonden worden. Dat is echter maar mogelijk wanneer daar een bepaalde ingeving of inspiratie plaatsvindt. Hoe preciezer en directer die is, des te vlugger kan er een "bevredigende" oplossing van het probleem gevonden worden. Maar aangezien het doel of de opgave door hogerhand al van aanvang een ahrimanisch karakter heeft, zal ook de inspiratie die nodig is om de geschikte oplossing te vinden in hoge mate ahrimanisch zijn. De leden van de groep moeten nu een tijd lang hun eigen varianten of programma's om de opgave te vervullen, voorleggen. Daarbij zal vanzelfsprekend de 'beste' oplossing diegene zijn die het snelst tot het gestelde doel leidt, dat wil zeggen, die zelf voorvloeit uit de sterkste en door niets menselijks 'vertroebelde' ahrimanische inspiratie. Wie over dergelijke inspiraties beschikt en bij de oplossing van een of ander probleem de grootste 'geschiktheid' bewijst, die zal, wanneer hij een tijdlang gelijkaardige problemen oplost in de zin zoals de leiding dat wenst, in rang verhoogd worden.. In dat geval wordt de betreffende in een hoger kader van de partij opgenomen. Op dat niveau krijgt hij van hogerop terug maar nu moeilijker problemen op te lossen, en dat gaat zo maar verder. Wat Sergej Prokofjef hier als selectiemechanisme van de bolsjevistische partij beschrijft is evenzeer realiteit in het Westen, zowel in de economie als in de politiek. Hoe wordt iemand die begint als rekkenvuller of kassier grote baas van een keten als Carrefour ? Niet door collegiaal te zijn of solidair met zijn lotgenoten maar door de waarden van de eigenaars tot de zijne te maken. Door voortdurend suggesties aan te brengen om de productiviteit en de winst te verhogen, meestal ten koste van de werknemers en/of consumenten. Hoe wordt iemand lid van het Belgisch establishment ? Hij moet zich verdienstelijk maken in de ogen van de reële machthebbers. Hij mag dus nooit de belangen of de invloed van het Hof, van Belgacom of Electrabel in vraag stellen. Dat betekent ook dat hij zijn eigen geweten moet kunnen uitschakelen.
Net zoals de bolsjevieken geprobeerd hebben om een nieuwe sovjet-mens te creëren, heeft men in België een nieuwe mens proberen te creëren via het onderwijs
en de media : de Belg, een karakterloos wezen waar overal in het buitenland de spot wordt mee gedreven.
Wat kan de antroposoof doen ?We hebben nogal vlug de neiging om moedeloos te worden wanneer we lezen over de formidabele mogelijkheden van de tegenmachten. Maar ook de antroposofen hebben ongekende mogelijkheden : Ooit zei Rudolf Steiner tegen Assja Toergenjef dat de bolsjevisten nooit aan de macht zouden gekomen zijn indien er op dat moment in Rusland maar 12 ware antroposofen waren geweest ! Slechts twaalf !
De ware antroposoof werkt op twee fronten:
Ahriman werkt door de traditionele autoritaire staatsvormen, we zagen dat bvb. de Rotschildts maar machtig konden worden doordat koningen schulden maakten die het volk moest terugbetalen. Ondanks de zgz. democratie heeft het volk nu ook nog altijd geen zeg wanneer de regering schulden maakt (behalve in Zwitserland), maar mag wel altijd blijven werken om de schulden terug te betalen. Ieder jaar werkt een inwoner van dit land bvb. tot in september voor de staat, pas dan begint hij voor zichzelf te werken. Niet dat het een ideaal moet zijn dat ieder voor zich werkt, maar de zeggenschap over het te besteden geld moet democratisch gebeuren. Tot slot rest ons nog de vraag te beantwoorden die we in de vorige Brug stelden : waarom noemt Rudolf Steiner België niet bij naam in het citaat uit GA167 (" in een bepaald land dat zo ongeveer in het Noordwesten van Europa ligt, tussen Holland en Frankrijk.") ?
Wanneer we spirituele gedachten door ons hoofd laten gaan, dan trekken we engelwezens aan. Omgekeerd trekken we lagere geesten aan wanneer we lage gedachten koesteren. En die versterken op hun beurt de lage gedachten en neigingen waarin zij zich thuis voelen. In de volgende Brug gaan we onderzoeken of de naam "Bel-gië" niet zou kunnen verwijzen naar een gebied (niet noodzakelijk geografisch, het kan ook een geestelijk gebied zijn) waar Baäl of Belial of Beëlzebub actief zijn, geestelijke wezens die tot de tegenmachten kunnen gerekend worden.
|
Terug naar de inhoudstafel.