Inhoudstafel van Brug 113 ( september 2021)

Vertraging van het levensritme

Demonologie

Hoe bereidt Ahriman zijn incarnatie voor ?

Toxische relaties

Corrupte wetenschap

Corrupte media

De toekomst

Het geheim van de engel



*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

Beste Lezer,




Als men vanuit een antroposofisch gezichtspunt wil schrijven over de gebeurtenissen en achtergronden in de huidige wereld, dan zondigt men al vlug tegen een voorschrift van Rudolf Steiner, namelijk dat een mens moet trachten om geen kritiek te geven.
Want uiteindelijk gebeurt alles omdat het zo voorzien is in de plannen van de goddelijke wijsheid.
In die plannen is natuurlijk veel plaats voor de menselijke vrijheid, maar als we vaststellen dat de mensheid als geheel die vrijheid nog niet goed kan hanteren, dan moeten we daarover niet te giftig worden.
Onlangs vonden we op het internet een mooi voorbeeld waar we nog iets kunnen van leren als het gaat om karakteriseren in plaats van kritiseren.
Eén of andere ons onbekende schrijver karakteriseerde – onbedoeld – de geestestoestand van de mens in het tijdperk van de bewustzijnsziel waar we nu middenin zitten. Hij deed dat treffend, zonder kritiek, gewoon geniaal :





Hoofdstuk 1
Het verhaal tot dusver :
In den beginne werd het universum geschapen.
Dat heeft een groot aantal mensen zeer koleirig gemaakt en wordt algemeen beschouwd als een slechte zet.




François De Wit


*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

.

De vertraging van het levensritme door straling



In De Brug nr. 12 (die ongeveer 30 jaar geleden verscheen) stond onderstaand artikeltje :


Ook electriciteit is een ahrimanisch verschijnsel. In de "Landbouwcursus" werd er in de vragenbeantwoording van 16 juni 1924 de vraag gesteld: "Is het toegestaan om voedermiddelen te conserveren door middel van electrische stroom?" Wat soort bewaringsproces de vraagsteller op het oog had, weten we niet. Rudolf Steiner gaf in ieder geval een algemeen antwoord over de werking van electriciteit.



"Wat zou u daarmee willen bereiken ? Dan moet men zich natuurlijk rekenschap geven van de rol van electriciteit überhaupt in de natuur. Het is toch om zo te zeggen een troost dat er nu al vanuit Amerika stemmen opgaan, die erop neerkomen dat de mensen zich niet op dezelfde manier kunnen verder ontwikkelen in een atmosfeer die in alle richtingen doortrokken is van electrische stromingen en stralingen, maar dat dit invloed heeft op de hele menselijke ontwikkeling. Het zieleleven zal veranderen als deze dingen volgens de bestaande plannen worden ten uitvoer gebracht. Het is al een verschil of in een gebied de treinen voorzien zijn van een stoomlocomotief of dat men de lijn electrificeert. Stoom werkt veel meer bewust, electriciteit werkt bijzonder onbewust en de mensen weten helemaal niet waar bepaalde dingen vandaan komen. Ongetwijfeld zal de ontwikkeling als volgt gaan, rekening houdend met het feit dat electriciteit bovengronds gebruikt wordt als stralende electriciteit, maar ook als electrische stroom, om zo snel mogelijk berichten door te geven van de ene plaats naar de andere : het leven van de mensen, vooral onder invloed van de stralende electriciteit, zal tot gevolg hebben dat de mensen de berichten die ze zo snel krijgen, niet meer zullen begrijpen. Het werkt uitdovend op het begrijpen. Zulke werkingen zijn tegenwoordig al merkbaar. U kunt tegenwoordig al merken dat de mensen de dingen die tot hen komen veel moeilijker begrijpen dan dat het geval was enige tientallen jaren geleden. Het is een troost dat zich dan toch vanuit Amerika tenminste zulke inzichten over dit soort dingen baan breken.

( … ) Nu mag men echter niet vergeten dat electriciteit altijd in het bijzonder werkt op de hogere organisatie, het hoofd van de mens en ook van het dier en dat zij dienovereenkomstig bij de planten op een bijzonder sterke wijze inwerkt op de wortel. Als men dus electriciteit gebruikt om er voedingsmiddelen mee te behandelen, dan produceert men voedingsmiddelen die er langzaam maar zeker toe leiden dat het dier dat ze vreet zal sclerotiseren. Dat is een langzaam proces -men zal er aanvankelijk niet veel van merken- men zal als eerste symptoom ervaren dat de dieren op de een of andere wijze vroeger aan hun eind komen dan het geval zou moeten zijn. Men zal er niet op komen de oorzaak bij de electriciteit te zoeken, men zal het aan alle mogelijke oorzaken toeschrijven. Electriciteit is nu eenmaal iets dat niet op het levende zou moeten inwerken met de bedoeling dat leven speciaal te bevorderen, want dat kan zij niet. Als men weet dat electriciteit een niveau lager ligt dan het leven, en dat het levende des te meer naarmate het hoger georganiseerd is, ernaar streeft de electriciteit van zich af te stoten - het is een afstoten- als men het levende nu aanzet om afweermiddelen te gebruiken als er niets af te weren is, dan wordt dat levende nerveus en ongedurig en geleidelijk sclerotisch."



.
Dus reeds in Steiners tijd gingen er in Amerika stemmen op om voorzichtig te zijn met de toepassingen van electriciteit. Nu, honderd jaar later, komt nog altijd een belangrijke stem uit Amerika :

Arthur Firstenberg, de auteur van “The Invisible Rainbow - A History of Electricity and Life”, een boek dat we ook al vernoemden in Brug 108 en 109. Het boek is ondertussen al vertaald in het Italiaans en Duits. De bevindingen van Firstenberg komen overeen met wat Rudolf Steiner als een karakteristiek van Ahrimans werken beschrijft : alles wat in de mens tot sclerose, verharding leidt, is door hem geïnspireerd.
Hieronder een vertaling van één van zijn nieuwsbrieven :



Eten en drinken moeten we doen om in leven te blijven. Dat eten en drinken levert energie aan ons lichaam maar hoe dat eten omgezet wordt in energie is een tamelijk ingewikkeld proces : de bouwstenen van de voeding worden afgebroken en moeten “verbrand” worden. Dat gebeurt op celniveau, met name in de mitochondria, een onderdeel van de cel.

Wikipedia : Een mitochondrion (meervoud mitochondriën of mitochondria) is een celorganel dat, middels het metabole proces van de celademhaling, fungeert als energieomzetter in de cel.
Cellen met een relatief grote energiebehoefte, bijvoorbeeld spiercellen, hebben een relatief groot aantal mitochondriën in hun cytoplasma.
Tijdens de eerste fase van de celademhaling, die in het cytoplasma, buiten de mitochondriën, plaatsvindt, worden energierijke stoffen, zoals vetten en glucose, afgebroken tot pyrodruivenzuur. In de mitochondrieën wordt uit pyrodruivenzuur het acetyl-co-enzym A geproduceerd. Vervolgens worden, middels oxidatie, energierijke elektronen onttrokken aan dit acetyl-coenzym A (de citroenzuurcyclus). De mitochondriën gebruiken deze energierijke elektronen om o.m. ATP te produceren. Dit ATP is een belangrijke energiebron voor veel verschillende soorten reacties in de cel.

Binnen de mitochondria zijn er nog kleinere structuren, de elektronentransportketens. Deze zijn het die de elektronen die uit de voeding komen doorgeven aan de zuurstofmoleculen die door de longen en het bloed bezorgd worden. Al wat de werking van deze elektronentransportketens verstoort, verstoort het leven zelf.

Draadloze technologie die onze cellen bombardeert met complexe, pulserende, gemoduleerde electromagnetische velden werkt verwoestend op deze levensstromen. Het hele proces van eten, ademen, verteren en energie produceren – het levensproces überhaupt – vertraagt. We zien daar overal de gevolgen van.

Diabetes, hartziekten en kanker
Als de enzymen die de elektronen voortbrengen het volume niet meer aankunnen van al de suikers, vetten en eiwitten die ons verteringssysteem aanlevert, dan beginnen deze zich op te hopen in de bloedsomloop.

Het opstapelen van suiker in het bloed, en de uitscheiding ervan door de nieren, wordt suikerziekte genoemd, een ziekte die zo zeldzaam was vóór 1860 dat de meeste dokters in heel hun leven geen enkel geval tegenkwamen. Suiker eten, om ’t even hoeveel, leidde vroeger nooit tot suikerziekte.

Het opstapelen van vetten in het bloed, en de afzetting ervan op de aderwand, inbegrepen de hartaders, veroorzaakt hartziekte, wat ongewoon was in 1850 en bijna nooit voorkwam tenzij bij jonge kinderen en ouderen. Cholesterol of een zeer vetrijk dieet was vroeger nooit de oorzaak van een hartziekte. Maar later kregen zelfs de dieren in de dierentuinen hartziektes. In de zoo van Philadelphia bvb. werd nooit een hartziekte vastgesteld vóór 1945. En de eerste hartaanvallen bij dieren zag men in 1955. Daarna ging de sclerose van kransslagaders zo snel dat tegen 1963 meer dan 90% van alle zoogdieren en 72% van alle vogels die in de zoo stierven bleken te lijden aan hartziektes, terwijl 24% van de zoogdieren en 10% van de vogels hartaanvallen kregen. Gelijkaardige trends werden gerapporteerd in de zoo van Londen en die van Antwerpen.

Als onze cellen tekort hebben aan zuurstof omdat ze niet alle zuurstof kunnen opnemen die we via de ademhaling binnenkrijgen, dan schakelen ze soms over op anaerobe stofwisseling en worden ze kankercellen. Ook kanker was ooit een zeldzame ziekte. In 1850 stond het op de 25ste plaats als doodsoorzaak, na verdrinking op de 24ste plaats. Zelfs tabak roken, vóór 1920, veroorzaakte geen longkanker. En in de jaren 30 en 40 van de 20ste eeuw zagen we een dramatische toename van zowel goedaardige als kwaadaardige kankers bij vele soorten zoogdieren en vogels in de zoo van Philadelphia.

De moderne pandemie van obesitas is ook een ziekte die niet veroorzaakt wordt door te veel eten of een gebrek aan beweging, maar wel door een vertraging van de stofwisseling. Afhankelijk van onze genetische voorbestemdheid scheidt ons lichaam ofwel een grote hoeveelheid voedsel onverwerkt uit waardoor we gewicht verliezen, ofwel zet het veel van de koolhydraten en vetten die we eten om in vetweefsel waardoor obesitas ontstaat. Obesitas wordt al geruime tijd algemener, over heel de wereld, niet alleen bij mensen maar ook bij dieren - in de zoo, op de boerderijen, bij huisdieren en in het wild - allemaal het gevolg van straling.

Levensverwachting
In tegenstelling tot wat de medische wetenschap vertelt is de verlenging van de levensduur niet toe te schrijven aan de moderne geneeskunde. Het is te wijten aan de vertraging van de stofwisseling. En eveneens in tegenstelling tot het populaire geloof is dit geen goede zaak : we leven allemaal trager, zieker, minder vitale levens.
Dit werd al in 1880 vastgesteld door Dr. George Miller Beard in zijn boek over neurasthenie: “Hoewel [neurasthenie] ertoe kan leiden dat de mens langer leeft en het lichaam kan beschermen tegen koorts en ontstekingsziektes, toch brengt het een enorm leed met zich mee.” Yasuo Kagawa stelde hetzelfde vast in 1978 in verband met de opmerkelijke verlenging van de levensduur in Japan: “De levensverwachting stijgt maar ook de ziektes.”

Dit zien we dus ook zowel bij mensen als dieren.

Het bewijs voor wat ik hierboven in het kort samengevat heb, is gedetailleerd terug te vinden in de hoofdstukken van mijn boek “The Invisible Rainbow: A History of Electricity and Life” :
Chapter 11, “Irritable Heart”;
Chapter 12, “The Transformation of Diabetes”;
Chapter 13, “Cancer and the Starvation of Life”;
and Chapter 14, “Suspended Animation.”

De rest van deze nieuwsbrief bevat bijkomend bewijs dat ik pas onlangs onder ogen heb gekregen.

De gemiddelde lichaamstemperatuur daalt
Wanneer het levensvuur gedempt wordt door het beïnvloeden van de stofwisseling, dan zouden we kunnen verwachten dat de lichaamstemperatuur daalt. En dat is ook het geval.
Twee weken geleden vestigde Dr. Mark Thompson, een biochemicus in Engeland, mijn aandacht op een studie door een groep dokters van de Stanford University School of Medicine.
Volgens deze studie is de normale lichaamstemperatuur niet langer 37° Celsius, maar is de lichaamstemperatuur gestaag aan het dalen gedurende de laatste 150 jaar.
Deze studie werd gepubliceerd in januari 2020 onder de titel “Decreasing human body temperature in the United States since the Industrial Revolution.” De gegevens voor deze studie kwamen uit drie databases:
de Union Army Veterans of the Civil War (lichaamstemperatuur geregistreerd van1862-1930); de National Health and Nutrition Examination Survey I (NHANES) (1971-1975); en het Stanford Translational Research Integrated Database Environment (STRIDE) (2007-2017).

Omdat de wetenschappers geen idee hadden van wat de oorzaak zou kunnen zijn van deze daling, schreven ze het fenomeen toe aan “fysiologische evolutie” in plaats van aan een omgevingsfactor.

Ook een andere studie kreeg ik onder ogen, enkele dagen geleden, over het volk der Tsimanes in het Bolivisch Amazonewoud : “Rapidly declining body temperature in a tropical human population.” De meeste dorpen van deze gemeenschap hebben nog altijd geen electriciteit, maar in 2004 schaften vele dorpelingen zich gsm’s aan, er kwamen ook radio’s, antennes, gloeilampen en zonnepanelen, en in 2009 werd er in de streek een 374-kilometer lange, 115-kilovolt hoogspanningslijn aangelegd. Deze lijn komt tot op ongeveer 50 kilometer van de rivier Maniqui waar vele van hun dorpen liggen. Vandaag is er gsm-bereik van tenminste 25 km in elke richting vanuit de enige stad San Borja.
Tussen 2003 en 2018 werden er 16.800 metingen van de lichaamstemperatuur opgenomen. Gedurende deze periode daalde de lichaamstemperatuur van deze mensen van 37.4° tot 36.4° .

Een detail dat de wetenschappers van Stanford over het hoofd hebben gezien is de abrupte daling van de lichaamstemperatuur in de V.S. toen het in 1917 begon deel te nemen aan W.O. I. Die daling ging door tot in de jaren 20. Dit valt samen met het in gebruik nemen van zeer sterke lage-frequentie radiostations door de V.S. om te kunnen communiceren met de schepen van de zeemacht zo ver van huis. In de loop van de jaren 20 werden deze zenders ontmanteld of vervangen door minder krachtige kortegolfstations.

De rol van electriciteit en radio als oorzaak van griep, inbegrepen de Spaanse griep wordt in mijn boek uiteengezet in :
Chapter 7, “Acute Electrical Illness”;
Chapter 8, “Mystery on the Isle of Wight”; en
Chapter 9, “Earth’s Electric Envelope.”

Kanker is geen erfelijke ziekte
Onlangs kreeg ik ook extra bewijs onder ogen dat kanker een stofwisselingsziekte is van de mitochondriën. Hoewel moderne oncologen nog altijd uitgaan van het idee dat kanker veroorzaakt wordt door genetische mutaties die op hun beurt zouden veroorzaakt worden door gifstoffen uit het milieu (roken bvb.), toch bestaat er al 100 jaar een andere theorie, geformuleerd door Otto Warburg, dat kanker een stofwisselingsziekte is, veroorzaakt door zuurstofgebrek, en dat kankerverwekkende stoffen kanker veroorzaken door de celademhaling te beschadigen.

Warburg kwam tot deze theorie toen hij waarnam dat kankercellen geen zuurstof nodig hebben, en deze waarneming ligt ook aan de basis van de moderne diagnosemethode van de PET-scan. Omdat anaërobe stofwisseling inefficiënt is en suiker verbruikt aan een zeer hoog tempo, kunnen PET-scans gemakkelijk tumoren in het lichaam terugvinden omdat die vlugger dan andere cellen de radioactieve glucose opnemen die men eerst toedient.

Dichter bij ons : Cornelis Moerman (1893-1988) was de geestelijke vader van het naar hem vernoemde Moermandieet. Naast arts was Moerman ook duivenmelker en verrichtte diverse experimenten bij zijn postduiven. Hij kwam daarbij tot de bevinding dat het niet lukt om bij gezonde duiven kunstmatig kanker te verwekken.
Meer en meer begon Moerman te geloven dat kanker bij mensen het gevolg is van een stofwisselingsstoornis die onze cellen gevoeliger maakt om tot kankercellen te degenereren. Hij liet zich daarbij inspireren door de Duitse Nobelprijswinnaar Otto Warburg. Deze had namelijk ontdekt dat kankercellen geen voedingsstoffen meer verbranden met behulp van zuurstof, maar dat deze uitsluitend kunnen groeien door zogenaamde fermentatie van grote hoeveelheden glucose. (fdw)

Nu is er nieuw onderzoek door Thomas Seyfried van het Boston College dat zo goed als bewijst dat kanker niet veroorzaakt wordt door genetische mutaties. Hij vergeleek resultaten van experimenten in zijn eigen en andere labo’s die bewijzen dat het cytoplasma (dat de mitochondriën bevat) en niet de kern (die het DNA bevat) bepaalt of een cel een kankercel is.
Als de kern van een kankercel ingeplant wordt in het cytoplasma van een gezonde cel, dan groeit deze cel verder gezond als ze ingebracht wordt in een proefdier. Maar, als de kern van een gezonde cel ingebouwd wordt in het cytoplasma van een kankercel, dan vormt deze een tumor in het proefdier. Het zijn de mitochondria en niet het DNA die bepalen of een cel al dan niet een kankercel is.

Seyfried schrijft : “Alles wijst erop dat kanker een stofwisselingsziekte is van de mitochondriën, zoals de oorspronkelijke theorie van Otto Warburg luidde. Kanker wordt veroorzaakt door een gebrek aan zuurstof, en DNA-mutaties zijn daar het gevolg van. Ik ben tot de overtuiging gekomen dat de waaier van lichamelijke mutaties die we bij alle soorten kankers zien, uiteindelijk de gevolgen zijn van onvoldoende ademhaling (in de cellen) en de gisting die daaruit voortvloeit.”

De algemeen aangenomen theorie over de oorzaak van kanker is verantwoordelijk voor het kunstmatig, verkeerd en schadelijk onderscheid dat wetenschappers, regeringen en de WHO maken tussen ioniserende en niet-ioniserende straling. Ioniserende straling bevat genoeg energie om electronen weg te slaan van de atomen en dus ionen te creëren, en al wat het DNA kan ioniseren wordt verondersteld om genetische mutaties te kunnen veroorzaken, die dan weer kanker kunnen veroorzaken. En daarom, volgens de heersende theorie, zijn golflengtes, korter dan die van lichtstralen (hoogenergetisch ultraviolet, X-stralen en gammastralen) schadelijk en golflengtes langer dan die van het licht (infrarood, radiogolven en straling van hoogspanningslijnen) zijn veilig en mogen over heel de planeet ongestraft gepulseerd, gemoduleerd en gemanipuleerd worden.

Seyfried en zijn collega’s hebben zo goed als bewezen dat dit verkeerd is.



Arthur Firstenberg is te bereiken op arthur@cellphonetaskforce.org

De laatste 20 nieuwsbrieven kun je downloaden van de webstek cellphonetaskforce.org
Sommige zijn ook daar al vertaald in het Duits, Spaans, Italiaans en Frans.
Op deze webstek lazen we ook het volgende :



Op 23 september 1998 werden 66 satellieten in een baan om de aarde gebracht door de Iridium Corporation, en die begonnen te zenden naar de eerste telefoons met satellietontvangst. Deze telefoons konden dus overal ontvangst hebben, in het midden van de oceaan of op Antarctica of in het centrum van Los Angeles — een geweldige prestatie.

Maar telefonische interviews onthulden dat op dezelfde dag mensen over heel de wereld last kregen van stekende pijn in de borst, een stekend gevoel in het hoofd, neusbloedingen, astma-aanvallen en andere tekens die wezen op ernstige elektrische beïnvloeding. De statistieken van de Centers for Disease Control lieten zien dat de sterftes in de volgende twee weken stegen met 4 à 5%. Duizenden reisduiven verloren hun weg naar huis tijdens die twee weken, overal in de V.S.

Er zijn nu verschillende concurrerende firma’s die niet enkel gsm aanbieden maar ook wifi en 5G voor iedere vierkante centimeter van de Aarde, vanuit satellieten in een lage baan om de aarde. Die willen niet 66 maar tienduizenden van dergelijke satellieten. De meest ambiteuze bedrijven zijn :
SpaceX: 42,000 satellieten
OneWeb: 49,000 satellieten

Honeywell heft al een akkoord gesloten om de grootste klant te worden van OneWeb, het wil over heel de wereld high-speed WiFi aanbieden voor commerciële en militaire vliegtuigen.
SpaceX streeft ernaar om het equivalent van 5G aan te bieden aan iedere mens op aarde.

Behalve dat deze plannen de aarde gaan microgolven, zouden ze ook nog eens de ozonlaag kunnen vernietigen. De New York Times (May 14, 1991, p. 4) citeerde Aleksandr Dunayev van het Russische Ruimte Agentschap : “Ongeveer 300 lanceringen per jaar van de space shuttle zouden een catastrofe betekenen voor de ozonlaag.”
En in 1991 waren er slechts 12 raketlanceringen per jaar. Maar een vloot van 42.000 satellieten met een levensduur van 5 jaar, zoals SpaceX voorstelt, dat vergt zoveel lanceringen dat we een milieuramp mogen verwachten. Elon Musk’s SpaceX, samen met de andere bedrijven gaan meer dan 100 raketten per jaar plannen, allemaal kerosineverbranders.




.
Ondanks alle inzichten en waarschuwingen ziet het ernaar uit dat deze vooruitgang niet te stoppen is. Het lijkt een natuurlijke stap te zijn in de ontwikkeling van de mensheid. Int GA 172 “Beroep en karma”, 9de voordracht, legt Rudolf steiner uit dat wij antroposofen niet tegen de vooruitgang hoeven te zijn. Hij wees toen al op het demonisch karakter van de stoommachine en zei daarna dat al wat op electriciteit berust nog in ergere graad demonisch is.
Maar wij moeten dit niet proberen tegen te houden, wel zorgen voor een tegengewicht :



“Waarop berust eigenlijk de werking van de stoommachine ?
De werking van de stoommachine berust eigenlijk op het creëren van een luchtledige of nagenoeg luchtledige ruimte. Iedere mogelijkheid om stoommachines te maken is gebaseerd op de mogelijkheid om een luchtledige ruimte te creëren en die rendabel te gebruiken. In oude tijden die nu al ver achter ons liggen, sprak men over 'horror vacui', over de angst voor de leegte. Men bedoelde daarmee iets objectiefs. Men bedoelde daarmee dat de ruimte altijd met iets gevuld wil zijn, dat iets leegs elgenlijk niet kan worden voortgebracht, dat de natuur een soort angst heeft voor de leegte. Eerst moest in de mensheid het geloof aan de horror vacui verdwijnen en de mogelijkheid worden geschapen om een luchtarme, vrijwel luchtledige ruimte te creëren, voordat men aan een stoommachine kon denken. De lucht moest uit bepaalde ruimten worden verwijderd. Door een mechanische zienswijze zal het niet lukken om ons als het ware een nieuwe kosmische, morele voorstelling te vormen tegenover de oude kosmische, morele voorstelling van de horror vacui.
Maar wat gebeurt er nu eigenlijk als we een luchtledige of luchtarme ruimte maken, met het oogmerk om wat daardoor gebeurt in dienst te stellen van de menselijke ontwikkeling op aarde?
De bijbel zegt dat Jahweh de mens de levende adem inblies, de lucht, en dat hij daardoor een levende ziel werd. De lucht moest bij de mens worden binnengebracht, opdat de mens kon worden wat hij als aarde-mens worden moet. Vele eeuwen lang, ja duizenden jaren lang, heeft de mens alleen die vormen van luchtverdunning en -verdichting gebruikt die vanzelf in het verband van de kosmos ontstonden. Toen kwam de moderne tijd. Nu begon de mens de lucht zelf te verdunnen, naar buiten te werken wat Jahweh had binnengebracht, in te gaan tegen de wijze waarop Jahweh kan werken, in de zin zoals hij de mens op aarde heeft gezet. Wat gebeurt er dus eigenlijk wanneer de mens gebruik maakt van luchtarme ruimte, dat wil zeggen de lucht uit de ruimte wegjaagt ?
Wat er gebeurt is oppositie tegen Jahweh. U kunt het zich nu gemakkelijk indenken: aangezien Jahweh de mens binnenstroomt via de lucht, verjaagt de mens Jahweh wanneer hij luchtarme ruimte creëert; Ahriman krijgt de mogelijkheid zich tot in het fysieke als demon vast te hechten zodra op deze manier de stoommachine wordt geconstrueerd. Door de stoommachine te construeren, geeft men demonen de gelegenheid zich te belichamen. Men hoeft heus niet aan ze te geloven als men niet wil; dat is negatief bijgeloof. Positief bijgeloof is geesten te zien waar er geen zijn; negatief bijgeloof is te loochenen dat er geesten zijn waar ze er wel zijn. En in stoommachines worden ahrimanische demonen werkelijk al tot in een fysiek lichaam gebracht. Dat wil zeggen: terwijl de kosmos met zijn geestwezen is neergedaald door hetgeen de menselijke evolutie werd ingegoten, wordt deze geest van de kosmos verjaagd door wat daar aan demonen geschapen wordt. Dat wil zeggen: de grote, bewonderenswaardige vooruitgang van de laatste eeuwen heeft niet alleen een demonologie, maar ook een demonomagie gebracht, en de moderne techniek is vaak demonomagie.

Veel dingen - nu ga ik weer iets paradoxaals zeggen - maken zich kenbaar wanneer men datgene wat de mensen meestal uiterst onbelangrijk vinden, goed kan lezen. Tenslotte, ziet u ( Rudolf Steiner tekent een verticaal streepje op het bord ), is dit i-zonder-punt ook in materieel opzicht de hoofdzaak, maar het puntje maakt het toch pas tot een i. En vergelijkt u nu eens hoeveel minder dat puntje bevat dan de rest, en toch maakt dat puntje het pas tot een i. Wie in de evolutie van de mensheid uitsluitend op het materiële is gericht, die zal ook in het materiële vaak alleen dat deel zien dat natuurlijk honderdmaal meer bevat dan het puntje, en het puntje in het geheel niet. Maar een subtiele waarnemer, die de verschijnselen niet alleen aangaapt maar ze kan lezen, die zal veel dingen waarin iets wordt aangeduid op de juiste manier leren interpreteren. Een merkwaardig feit: leest u eens een biografie van James Watt, dan zult u dit feit waarop ik nu op een voor ieder modern, verstandig mens regelrecht idiote manier zal wijzen, vermeld vinden, maar de interpretatie moet u natuurlijk zelf duidelijk zijn.
James Watt kon niet onmiddellijk uitvoeren wat hij met zijn uitvinding, met zijn stoommachine beoogde. U ziet wel: de zaak speelt van 1712 tot 1769. Zodra iemand een uitvinding doet, doen veel mensen hem die na, steeds weer opnieuw, niet waar. Er werden in die tussenliggende jaren veel nieuwe dingen geconstrueerd. En toen Watt door toepassing van bepaalde eigenschappen zijn machine bruikbaar had gemaakt, zat er ook een mechaniek bij waarop iemand anders al een patent had, zodat hij zijn machine zo niet kon uitvoeren. Hij moest op iets anders broeden. En op een vreemde manier vond hij toen de oplossing waar hij op broedde.
Hij leefde immers in een tijd waarin men reeds lang de copernicaanse wereldbeschouwing had, die ik u heb beschreven als iets wat ook alleen maar met onze tijdgeest strookt; hij leefde in een tijd waarin men er al lang de copernicaanse wereldbeschouwing op nahield. En waarachtig, hij kwam op het idee het hele bewegingsapparaat, het systeem dat hij zocht, zo te construeren dat hij het zonne- en planetenbeweging kon noemen. Zonne- en planetenbeweging noemde hij het, omdat hij werkelijk geleid werd door de wijze waarop men zich in het copernicaanse systeem de omloop van de planeten om de zon voorstelt. Hij haalde werkelijk datgene wat in de laatste eeuwen als hemelsbeweging was onderkend, naar de aarde en verwerkte dat op kunstige wijze in de stoommachine.

Sun and planet gear : een lineaire beweging wordt omgezet in een draaiende. Dit principe wordt nog altijd veelvuldig toegepast, bvb. in versnellingsbakken, of in de Sturmey-Archer-fietsversnelling

Denkt u nu eens aan wat ik u onlangs heb verteld dat gebeuren zal, al is het nu pas in het beginstadium: dat fijne vibraties zich opeen zullen stapelen en grote gevolgen zullen hebben. Op de aarde is dat nog niet bereikt, goddank. Maar een begin ligt daarin dat de zonne- en planetenbeweglng nagebootst werd. Meent u dat het nu, gegeven de grote betekenis die de zonne- en planetenbeweging voor onze aarde heeft doordat zij op ons inwerkt, geen betekenis heeft als wij die hier in het klein nabootsen en weer laten uitstralen naar de wereldruimte? Wat daar gebeurt, heeft zelfs grote betekenis voor de kosmos. En u ziet direct hoe de demon zo ook nog de vibraties krijgt aangereikt waardoor hij zijn werkzaamheid tot in de kosmos kan ontplooien. Natuurlijk mag nu niemand geloven dat zoiets wat ik net gezegd heb zou impliceren dat de stoommachine zou moeten worden afgeschaft. Dan zou er veel moeten worden afgeschaft, want stoommachines zijn niet eens de meest demonische dingen. Overal waar elektricitelt wordt gebruikt en dergelijke, daar is veel meer demonomagie, omdat daarbij nog heel andere krachten te pas komen, die nog een andere betekenis voor de kosmos hebben. Vanzelfsprekend zal iemand die enig begrip heeft van geesteswetenschap, beseffen dat deze dingen niet moeten worden afgeschaft, dat wij niet reactionair of conservatief kunnen zijn in die zin dat we ons zouden moeten verzetten tegen de vooruitgang. Nee, die demonomagie houdt vooruitgang in en de aarde zal steeds meer vooruitgang boeken in die zin.

Het zal nog zover komen dat er zeer, zeer grote effecten zullen worden ontwikkeld tot ver in het heelal. Niet om afschaffen gaat het, ook niet om afkammen, want natuurlijk gebeuren deze dingen niet ten onrechte; het gaat erom dat, waar enerzijds deze dingen nu eenmaal gebeuren omdat ze horen bij de vooruitgang van de mensheid, aan de andere kant tegenkrachten moeten worden geschapen die het evenwicht herstellen. Er moeten tegenkrachten worden geschapen.
Deze tegenkrachten die het evenwicht herstellen, kunnen alleen worden geschapen als de mensheid opnieuw het Christusprlncipe zal begrijpen, als de mens de weg zal vinden tot de Christus. Een tijd lang werd de mensheid van de Christus weggeleid. Zelfs diegenen die zich officieel vertegenwoordigers van Christus noemen, zoeken alleen een angelos in plaats van de Christus. Maar de weg die de ziel moet gaan tot Christus zal gevonden moeten worden. Want precies zoals onze daden door de demonen van de machines doorwerken tot aan de fysieke sterren in de kosmos, zo moeten wij geestelijk de weg vinden naar die werelden waarin de mens zich bevindt tussen de dood en een meuwe geboorte, waarin de wezens van de hogere hiërarchieën zijn. En wat ik hier bedoel, dat hangt samen met wat ik al heb uiteengezet: dat aan de ene kant de mensen hoe langer hoe meer in een beroepskarma verwikkeld raken zoals ik dat heb beschreven, en dat aan de andere kant dit beroepskarma een tegenwicht moet krijgen door inzicht in de geestelijke wereld, hetgeen op zijn beurt het vinden van een weg tot de Christus kan vergemakkelijken.”


*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

.

Hoe bereidt Ahriman zijn incarnatie voor ?




1) Door het huidig wetenschappelijk materialistisch denken, dat volgens Rudolf Steiner een illusiewetenschap is omdat ze maar één aspect van de werkelijkheid bestudeert en in kaart brengt. Maar Ahriman heeft er het grootste belang bij om de mensen dit denken bij te brengen en hen te laten geloven dat ze daarmee de absolute waarheid bezitten.


2) “Het andere middel, het tweede middel dat hij heeft : alles te bevorderen wat de mensen tegenwoordig in groepen, in kleine groepen verdeelt die elkaar wederzijds bestrijden.”


Rudolf Steiner haalt hier als voorbeeld de politieke partijen aan, maar nu, honderd jaar later, zijn die elkaar bestrijdende groepen nog algemener geworden : de rassen worden tegen elkaar opgezet (BLM), de geslachten (LGTB), de klimaat-believers en klimaat-ontkenners, de gevaccineerden en de ongevaccineerden. En, zegt Steiner, iedere groep heeft dan nog gelijk ook, want met het intellectualistisch denken kan men niet tot in de diepere lagen van het bestaan doodringen en kan men logisch bvb. het spiritualisme bewijzen en met dezelfde logica even goed het materialisme. Wie dat niet doorheeft, die strijdt volledig overtuigd voor zijn standpunt :


“Dat veroorzaakt in de mensheid chaos en verwarring en dat gaat al maar erger worden als de mensheid dat niet doorziet. En deze verwarring is terug iets wat Ahriman gebruikt om de triomf van zijn incarnatie voor te bereiden, altijd meer en meer de mensen te drijven naar iets wat ze zo moeilijk kunnen vatten : dat men tegenwoordig iets kan bewijzen, en met dezelfde logica ook het tegendeel kan bewijzen.
( … )

Verder gebruikt Ahriman ook, om de mensen compleet te verwarren, alles wat uit de oude erfelijkheidstraditie stamt, iets waar de mensheid in feite al uitgegroeid is in ons vijfde na-Atlantische tijdvak. Al wat uit de oude erfelijkheidstraditie stamt gebruikt de Ahrimaanse macht om de mensen als groepen disharmonisch tegenover elkaar te stellen. Al wat uit de oude familie-, ras-, stam-, volksverschillen stamt, dat gebruikt de Ahrimaanse macht om onder de mensen verwarring te stichten. Vrijheid voor iedere afzonderlijke volksstam, ook de kleinste – het was een mooie slogan. Maar de woorden zijn altijd mooi als de tegenmachten ze gebruiken om verwarring te stichten onder de mensen, om te bereiken wat Ahriman wil bereiken voor zijn incarnatie.
Als men de vraag stelt : wie zet de volkeren eigenlijk tegen elkaar op ? Wie werpt de vragen op die tegenwoordig de mensheid bezig houden ? – dan luidt het antwoord : de Ahrimaanse verlokking die op de mens inspeelt ! En de mensen laten zich op dit gebied gemakkelijk misleiden. Zij willen niet ingaan op dit dieper doordringen tot de laag waar de realiteiten zich bevinden. Want, ziet u, Ahriman bereidt zijn doel goed voor : sinds de Reformatie en de Renaissance verscheen in de moderne beschaving als het toonaangevend heerserstype de economische mens. Dat is werkelijk een historisch feit. Als u in oude tijden teruggaat, zelfs in die tijden die ik vandaag als de Luciferische karakteriseerde, wie waren toen de heersertypes ? Ingewijden ! De Egyptische farao’s, de Babylonische heersers, de heersers van Azië, dat waren ingewijden. Daarna kwam het priestertype op als heerserstype. En het priestertype heerste in feite tot de Reformatie en de Renaissance. Sinds die tijd heerst het economisch type mens. De heersers, die zijn nu slechts handlangers van de economische mensen. Men moet echt niet geloven dat de heersers van de moderne tijd iets anders zijn dan handlangers van de economische mens. En al wat zich in recht en wet vastgezet heeft – u hoeft het maar diepgaand te onderzoeken – dat is eenvoudig het resultaat van wat economische mensen gedacht hebben.
Pas in de 19de eeuw komt in de plaats van de economische mens de in-geld-denkende mens, het bankierstype. ( … )
En als de mens dit niet doorziet, dat hij tegenover de door de economische mens en de bankiersmens ingerichte economische orde een tegengewicht moet brengen door de rechtsstaat en het geestelijk leven, dan zal in dit niet-doorzien Ahriman een cruciaal middel vinden om zijn incarnatie, d.w.z. de triomf van zijn incarnatie voor te bereiden.”

( Uit : GA 193 “Der innere Aspekt des sozialen Rätsels” – Luciferisch verleden en Ahrimanische toekomst”, voordracht van 27 oktober 1919 in Zürich.)



Zo zou het parlement eruit zien als de reële machthebbers zichtbaar waren




"If the American people ever allow private banks to control the issue of their currency, first by inflation, then by deflation, the banks and corporations that will grow up around (these banks) will deprive the people of all property until their children wake up homeless on the continent their fathers conquered.” (Thomas Jefferson)

“Als het Amerikaanse volk ooit toelaat dat privé-banken de geldstroom controleren, dan gaan de banken en de grote ondernemingen die errond groeien het volk beroven van alle eigendom, eerst door inflatie, dan door deflatie, tot op een kwade dag de kinderen dakloos wakker worden in het land dat hun ouders veroverd hebben.” (Thomas Jefferson)


*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

.

Over toxische relaties

We denken meestal aan relaties in de persoonlijke sfeer, maar blikken we eens terug op de afgelopen maanden en denken we eens na over onze relatie met de Staat : misschien toch niet zo’n gezonde relatie, tenminste toch niet in een maatschappelijk bestel dat als democratie gepresenteerd wordt.






1) Laat niet toe dat ge uw vrienden en familie ziet

2) Laat u niet buitenkomen zonder toelating

3) Zegt hoe ge u moet kleden

4) Controleert uw telefoon en emails

5) Heeft zeggenschap over uw financiën of laat u niet werken

6) Controleert wat ge leest, bekijkt en zegt

7) Houdt alles wat ge doet in ’t oog

8) Straft u als ge de regels overtreedt maar wijzigt voortdurend de regels

9) Zegt u dat het voor uw eigen bestwil is en dat zij het beter weten

10) Laat niet toe dat ge iets in vraag stelt

11) Zegt u dat ge gek zijt en dat niemand denkt zoals gij

12) Zegt dat ge dom en egoïstisch zijt

13) Doet u twijfelen aan uw eigen herinnering van de feiten

14) Negeert uw opinie

15) Speelt slachtoffer : als het verkeerd loopt is het uw schuld




Een toxische relatie loslaten
Er gaat geen dag voorbij of ik krijg te maken met mannen en vrouwen die in een toxische relatie zitten. Ze vertellen met dat ze zijn vastgeraakt en geen uitweg meer zien.

Een ander woord voor toxische relatie is overigens een destructieve relatie. Wanneer je bijvoorbeeld een relatie hebt met een manipulatieve narcist, of iemand met een persoonlijkheidsstoornis, dan zal die negatieve energie het geloof in jezelf geleidelijk aan vernietigen totdat je je helemaal leeg voelt.

Je vraagt je af wat er met je is gebeurd en hoe je ooit zover hebt kunnen komen. Wel, wanneer je te maken hebt met een toxische relatie, sta je er lange tijd niet bij stil dat je steeds meer je grenzen hebt verlegd en afstand hebt genomen van jezelf. Je kunt dus stellen dat je relatie dan een destructief karakter heeft gekregen. Het is dus zaak dat je er wat aan doet.

De problematiek van een toxische relatie kan behoorlijk complex zijn. Er kunnen veel factoren een rol spelen die het loskomen uit zo’n vernietigende of ook anders gezegd ‘giftige relatie’ bemoeilijken.

( bron: https://www.liefdesverdriet.nl/een-toxische-relatie-loslaten-hoe-doe-je-dat/ )


*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

.

Corrupte wetenschap




“Borstvoeding is niet natuurlijk en het maakt van de moeders anti-vaxxers”



De Amerikaanse Academie van Kinderartsen vraagt aan iedereen die in de gezondheidszorg werkt om niet langer te spreken over borstvoeding als zijnde “natuurlijk”. Want dit zou ouders op het spoor kunnen zetten van alternatieve geneeskunde, thuisonderwijs en ze zouden anti-vaxxers kunnen worden. Het label “natuurlijk” wekt de indruk dat borstvoeding gezonder en beter is, zeggen J. Martucci en A. Barnhill van het departement “Medische ethiek” van de universiteit van Pennsylvania. Ze zijn een campagne gestart om de term “natuurlijk” niet meer in positieve zin te gebruiken.
In het tijdschrift van de Academie “Pediatrics” zeggen ze dat de term leidt tot “onbedoelde consequenties” zoals verzet tegen vaccinaties. “Studies hebben aangetoond dat standpunten van anti-vaxxers vaak overlappen met een vertrouwen op en interesse in aanvullende en alternatieve geneeskunde en skepticisme t.o.v. de gevestigde autoriteiten en interesse in kennis over gezondheid, zelfstandigheid en gezonde levenswijze.”
“Als borstvoeding wordt voorgesteld als “natuurlijk” en dus het beste, hoe kunnen we dan verwachten dat moeders dit krachtig alternatief wereldbeeld negeren als ze keuzes moeten maken over andere medische praktijken als vaccinaties ?”



De Amerikaanse Academie van Kinderartsen wil dat alle kinderen een masker dragen tot ze gevaccineerd zijn !?

Eens kijken op hun website om te zien wie hun grootste sponsor is ....

Pfizer !

( ondertussen hebben ze deze info al verwijderd van hun site – fdw)



Waaw.
De Amerikaanse Academie van Kinderartsen is bezig met volledige secties van hun website te wissen, die gaan over de ontwikkeling van het jonge kind en het belang van de gelaatsuitdrukkingen in het leerproces.
Tientallen jaren ervaring en gekende en aanvaarde wetenschap verdwijnen plots omdat ze nu het verplichte masker voor kinderen propageren.





97% van alle wetenschappers komen tot dezelfde conclusies als hun geldschieters !

Populisme ? Simplistisch ?
Zie hieronder !





“Veel van de wetenschappelijke publicaties, welicht de helft, zijn gewoon niet waar. De wetenschap heeft een bocht genomen richting duisternis door studies met gebreken als : te weinig observaties, te kleine verschillen, ongeldige verklaringen, gebrek aan objectiviteit, een obsessie om modieuze zaken te bestuderen die in feite onbelangrijk zijn.”

“Het is eenvoudigweg niet langer mogelijk om veel te geloven van het klinisch onderzoek dat nu gepubliceerd wordt of om af te gaan op het oordeel van betrouwbare artsen of bevoegde medische autoriteiten. Deze conclusie maakt mij niet vrolijk, maar na meer dan 20 jaar als uitgever van NEMJ kan ik niet anders concluderen.”

“Het medisch beroep is gekocht door de farmaceutische industrie, niet alleen qua dagelijkse praktijk, maar ook qua opleiding en onderzoek. De academische instituten van ons land laten zich degraderen tot betaalde agenten van de farmaceutische industrie.”

“Iedereen zou moeten weten dat het grootste deel van het kankeronderzoek een zwendel is, en dat de grote onderzoeksinstituten totaal tekort schieten t.o.v. de mensen die hen steunen.”


*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

.

Corrupte media

In ’t Pallieterke van 5 augustus 2021 verscheen een interview met journaliste Jakobien Huisman. Zij legt samen met haar man Alain Grootaers de laatste hand aan de docu-serie Tegenwind. De documentaire brengt het relaas van zes gerenommeerde wetensschappers die tijdens de coronacrisis kritiek hadden op het gevoerde beleid en daardoor ook buitenspel werden gezet. Hun namen :

gezondheidseconoom Lieven Annemans
vaccinoloog Theo Schetters
klinisch psycholoog Mattias Desmet
lector gezondheidswetenschappen Sam Brokken
privacyspecialist Paul De Hert
statisticus Maurice De Hond.

“Het gaat om mensen die tegenwind hebben gekregen omwille van hun wetenschappelijke mening. wij vonden die invalshoek belangrijk : wat doet dat met je als mens, als je alles goed hebt onderbouwd en toch staat te roepen in de woestijn. De ene dag ben je een gerespecteerd wetenschapper en de andere dag ben je persona non grata en word je afgemaakt in de media. dat menselijke verhaal willen we brengen.”

In het interview was ook sprake van Carine Knapen, de advocate die al vaker in De Brug genoemd werd :

......




Jeremy Clarkson vreesde dat hij, toen hij met Kerst streed tegen COVID, ‘alleen zou sterven onder een plastiek tent’


Waarop de man reageerde :

“Geachte kranten. Ik streed niet tegen Covid. Ik lag op mijn bed te genezen terwijl ik een boek las.”



*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

.

De toekomst ....



Terwijl het Romeinse Rijk onder zijn eigen gewicht aan het bezwijken was, vormden de eerste christenen hun eigen gemeenschappen in de catacomben. Het is nu aan ons om binnen het huidig verstard, uiteenvallend maatschappelijk bestel te zoeken naar nieuwe samenlevingsvormen.
Op 21 augustus kwam in Kessel-Lo een initiatiefgroep bijeen om hierover ideeën te vormen (wie geïnteresseerd is kan terecht bij info@democratie.nu )
Uitgangspunt was een tekst van Jos Verhulst (18 blz.) die te vinden is op
www.vrijgeestesleven.be/Johannes/koninkrijkgods.pdf
Hieronder het laatste hoofdstuk uit die tekst en een alinea van blz. 5 :



Het sacramentele bereik

Het afstervende politieke bestel moet niet worden gedemoniseerd. Zijn ontoereikendheid weerspiegelt ten dele - doch slechts ten dele - onze eigen tekortkomingen. Niettemin is de tijd van dit systeem voorbij. Op zich is de COVID- 19-crisis een plavei op de weg naar de hel. De crisis kan echter ook een punt van wending zijn, en de aanleiding voor een stap naar het 'koninkrijk Gods'.
We kunnen het bestaande maatschappelijk bestel vergelijken met onderkoeld water of met een oververzadigd loog. Nieuwe sociale vormen kunnen snel uitkristalliseren indien de juiste kiem wordt uitgezaaid. In een uitzonderlijk kernachtige beschouwing waarin hij ondermeer aanknoopt bij de ervaringen van de sociale hervormer Robert Owen (1771-1858), beschreef Rudolf Steiner de maatschappelijke orde als een systeem dat in twee evenwichtstoestanden kan verkeren.

Enerzijds kan de samenleving zich bevinden in een toestand gebaseerd op miskenning van de geestelijke wezensaard van. In zo'n samenleving zien de mensen elkaar niet als geestelijke wezens. Een belangrijk gevolg is dat een groot deel van de arbeid wordt verricht op basis van egoïstische motieven.

In de tweede toestand zien de mensen elkaar wel als geestelijke wezens. In deze alternatieve toestand is de gemeenschap verenigd door een adequate spirituele wereldbeschouwing. Arbeid kan dan gebeuren op basis van altruïstische motieven en wordt veel productiever. Zo'n geestverbonden mens- en wereldvisie kan niet worden vervangen door een geestloze economische theorie :

"Een droge economische theorie kan nooit tegengewicht bieden tegen de macht van het egoïsme. Mogelijk kan zo'n theorie gedurende een tijdje de massa aansporen op een manier die lijkt op idealisme. Op langere termijn echter is zo'n theorie nutteloos. Wie de mensen met zo'n theorie opzadelt, zonder hen werkelijk geestelijk voedsel te bieden, beschadigt daadwerkelijk de ontwikkeling van de mensheid. Het enige wat echt helpt is een geestelijke wereldbeschouwing die door zichzelf en door wat ze biedt, zich kan verbinden met de gedachten, met de gevoelens, met de wil, kortom met de hele ziel van de mens.
Het geloof van Owen in de goedheid van de menselijke natuur is maar ten dele juist. Voor het andere deel is het één van de ergste illusies.
Dit geloof is juist in de zin dat in ieder mens een “hoger Zelf” sluimert dat kan worden gewekt. Maar het kan enkel uit die sluimer gewekt worden door een wereldbeschouwing die hogergenoemde eigenschappen heeft. ( ... ) Bij mensen zonder een geestgerichte wereldbeschouwing is het onvermijdelijk dat de inrichtingen die de materiële welstand bevorderen tegelijk ook het egoïsme versterken en daardoor leiden naar nood, ellende en armoede.”
( GA 034, blz. 216-217, okt. 1905)

Wat Steiner in de betrokken tekst beschrijft is niets anders dan de mogelijkheid tot betreding van het 'koninkrijk der hemelen'.
( Steiner gebruikt zelfs het beeld van zuurdesem ('Sauerteig'; p.200) op een wijze die analoog is met het beeld van de gist in de 'parabel der parabelen' (Mat. 13:33). )

De hierboven door Steiner vermelde 'wekking van het 'hogere lk' is hetzelfde als de 'wedergeboorte uit water en geest' die toegang verleent tot het 'Koninkrijk Gods' en waarover Christus spreekt tot Nikodemus (Joh. 3:5).
Essentieel is dat de leden van zo'n gemeenschap verenigd zijn rond hetzelfde geestelijke ideaal en dezelfde levensvisie delen:

"De enkeling heeft maar weinig speelruimte binnen een gemeenschap die voor de rest op eigenbaat is gebouwd. Maar de kaarten liggen helemaal anders wanneer onbaatzuchtige arbeid de norm wordt" (Steiner 1905, blz. 208)

Het is van groot belang dat we onze eigen geschiedenis leren bekijken vanuit deze inzichten. We kunnen leren van ons Christelijk verleden dat zeer rijk is aan voorbeelden van gemeenschapsopbouw rond een gemeenschappelijk spiritueel ideaal. Dit leverde productieve gemeenschappen op, zoals kloosters en abdijen. Tijdens de reformatie ziet men, ondermeer in de anabaptistische beweging, stabiele samenlevingsvormen ontstaan tussen gezinnen. Deze gemeenschappen vertoonden het vermogen, in tegenstelling tot bv. de instellingen gesticht door Owen of Frederik Van Eeden (de kolonie Walden, van 1898 tot 1907), om gedurende vele generaties te bloeien. We gaan kort in op het merkwaardige voorbeeld van de begijnhoven, waarin honderden en soms duizenden vrouwen samenleefden en die vooral in onze zuidelijke Nederlanden eeuwenlang hebben gebloeid. Zij illustreren goed de kenmerken van het maatschappelijk bereik waarbinnen zo'n gemeenschappen zich ontwikkelen.
ledere begijnhof was een autonome instelling. Een kandidaat-begijn kon door het hof na een proefperiode worden aanvaard en was vrij om op ieder ogenblik uit te treden uit het hof. Zolang zij lid was van het begijnhof volgde de begijn de regels en de statuten van het hof. Het geestesleven was katholiek en het centraal karakter van het christelijk geloof werd ruimtelijk uitgedrukt door de centrale plaats van de begijnhofkerk. De begijnen kozen zelf hun priester en konden deze ook ontslaan indien hij niet voldeed. De christelijk geïnspireerde relatie tot het natuurlijk substraat drukte zich ondermeer uit in het gegeven, dat een begijn wel het 'bezit' kon kopen van een huisje in het begijnhof, maar zo'n huisje niet in 'eigendom' kon hebben. Wanneer een begijn een huisje had gekocht, werd dit haar huisje in de zin dat ze het recht verwierf om in dat huisje te wonen, eventueel ook met medebewoners in zover dit in overeenstemming was met de statuten van het hof. Wanneer de begijn stierf, maakte het huisje echter geen deel uit van haar erfenis. Het huisje keerde terug naar het hof dat het opnieuw kon 'verkopen', in boven genoemde zin. Op die manier bleef de ruimtelijk-maatschappelijke samenhang van het begijnhof bewaard.

( Zie bz. 100 in: Walter Simons "Cities of Ladies" University of Pennsylvania Press (2001): "Het kopen van een huis op het begijnhof was niet echt kopen in de huidige betekenis. Eigenlijk bleef het begijnhof altijd de eigenaar, zowel van de gronden als van de huizen, zelfs van deze die nieuw gebouwd werden op kosten van een rijke begijn. Een begijn kocht enkel het woonrecht. De statuten van 1583 stellen het als volgt (vrij vertaald):
'Wie op het begijnhof een huis of kamer gekocht of gebouwd heeft en daarna huwt of vertrekt uit eigen wil of verplicht wordt om het begijnhof te verlaten, die is zijn aankoop kwijt — hetzij huis, hetzij kamer — en die kan er niet langer rechten op doen gelden'.
Hieraan wordt nog toegevoegd: 'ende al datter nagelvast ist, dat sal daer blyven tot thoefs proffyte'.
Alles wat er onroerend is in het huis (mooi uitgedrukt met 'nagelvast') moet er dus ook blijven. Het recht op het huis vervalt bij het overlijden en komt dus niet in de erfenis terecht, wat wel geldt voor de bezittingen buiten het begijnhof"
(blz.55-56 in: Francis De Groot & Hilde De Smet "Het begijnhof van Lier"; 2018)

Over de bloeitijd van het Mechels Begijnhof schreef F. Vermuyten (“Het begijnhof van Mechelen en zijn kerk", Antwerpen, 1971-1973, blz. 23-25):
"Het begijnhof wordt een gesloten gemeenschap, een stad in het klein, met eigen voorrechten en lasten. Het was 16 bunders (= ruim 16 hectaren) land groot. De pastoor en de vier grootmeesteressen hadden alleen rechtsmacht. Als de officieren van de hertog en die van de stad op het hof kwamen, legde 'de schouteth sijn roede aff aan de poorte van het hoff en dander hunne rapieren'.
Te Mechelen, meer dan elders, regeerden de begijnen zelf hun hof 'ende hielden sijn mueren ende grachten ende steenweghen ende waterscap ende al dat den hove toehoert, soe dat de Stadt daeraff noeyt coste ofte last en hadt'.
Drie eeuwen lang heeft het begijnhof buiten de stad grote voorspoed gekend, met een bevolking die snel aangroeide. De Mechelse kronieken vermelden dat, in 1467, 900 begijnen de inhuldiging bijwoonden van Karel de Stoute als Heer van Mechelen. Ten tijde van Maarten van Rossum, in de eerste jaren van de 16e eeuw, waren er 1800 begijnen 'naest de jonge maegdekens die daer in groot getal ter schole laghen'.
De bemiddelde begijnen bewoonden een eigen huis of 'koop'. Deze huizen werden publiek verkocht aan de meestbiedende. De verkoop werd 's zondags onder de hoogmis van op de kansel in de begijnenkerk aangekondigd. De begijnen mochten bij de grootmeesteres indienen hoeveel ze wilden geven. ( ... ) Degene die het huis kocht, bezat het 'voor haer leefdaeghen lang ende nyet langher'. Na de dood of bij haar heengaan, keerde het terug 'in volle handen vant meesterschap vanden hove'.
De Mechelse begijnen waren befaamd voor hun verpleegkunde en leverden de stichtende verpleegsters voor de welbekende Hospices de Beaune.)

In een samenlevingsvorm als een begijnhof ontvouwt zich de zorg. Het gaat zowel om lichamelijke zorg, inzonderheid voor kinderen (begijnen hadden zelf geen kinderen maar waren actief in het onderwijs), zieken, armen en ouderen, als om de zorg voor land en natuur. Wat wij tegenwoordig de 'sociale zekerheid' noemen, de zorg voor zieken, armen en bejaarden, werd gerealiseerd binnen het begijnhof.
Een bejaarde hulpbehoevende begijn bleef dus binnen het begijnhof en stierf daar. ( Binnen een begijnhof bestond steeds een 'infirmerie' waarin behoefige en/of hulpbehoevende begijnen tijdelijk of permanent onderdak en zorg kregen. Er was ook altijd een ‘tafel van de Heilige Geest', die voedsel verstrekte aan wie daaraan nood had. Beide instellingen beschikten binnen het begijnhof over een grote autonomie en een eigen bestuur en financieel beheer. Zo'n autonomie bestond ook voor het bestuur van de kerk van het begijnhof.)

Doorheen de zorg werkt de menselijke geest direct in de stof. De zorg heiligt de stof. Zorg is in wezen sacraal. Het maatschappelijk domein waarop deze zorg zich afspeelt kunnen we het 'sacramentele bereik' noemen, met verwijzing naar de traditie van de zeven sacramenten. Deze sacramenten hebben enerzijds betrekking op de mijlpalen in het leven van de geïncarneerde mens, op geboorte, huwelijk, ziekte en dood; en anderzijds op de drieledige constitutie van de mens en van zijn natuurlijke samenleving.
( Vier van de zeven traditionele sacramenten heiligen respectievelijk de geboorte en de dood van het menselijk individu (doop en heilig oliesel) en de overgang van minderjarigheid naar meerderjarigheid (vormsel en huwelijk; het vormsel sluit de eigen kindertijd af, het huwelijk legt het fundament voor andermans kindertijd). De drie andere sacramenten heiligen lichaam, ziel en geest in hun relatie tot resp. het economisch leven (communie. delen van het brood, drinken uit eén beker), het rechtsleven (biecht, dwz het sacrale gesprek) en het geestesleven (priesterschap; de toewijding van de individuele geest aan de gemeenschap).)

Het 'sacramentele bereik' is het gebied waar het geestesleven direct ingrijpt in de fysieke wereld, daar waar mensen in geestelijke gemeenschap het aardse leven verzorgen. Het concept van het sacramentele bereik omvat dus het denkbeeld van een juridisch autonoom grondgebied dat verzorgd wordt door een geestelijk samenhangende gemeenschap van mensen die de functies draagt van 'sociale zekerheid' (zorg voor ouderen en hulpbehoevenden; eerstelijns gezondheidszorg), zorg en onderwijs voor kinderen en zorg voor de aarde.
Het geestesleven verenigt zo'n gemeenschap, en doorheen die gemeenschap kan de geest direct inwerken op het aardse leven. Naarmate dit soort zelfstandige gemeenschappen vorm aannemen kan de huidige 'overheid' metamorfoseren tot een 'tussenheid' die het formele rechtsleven belichaamt dat de verhoudingen regelt tussen de sacramentele gemeenschappen onderling, en tussen deze gemeenschappen en het economische gebied. De staat situeert zich niet boven, doch naast of tussen deze autonome gemeenschappen en gebieden, ongeveer zoals in het huidige Belgisch staatsverband de federale staat zich verhoudt tot de deelstaten.

( Deze metamorfose houdt een depolitsering in van de staat; de politieke staat in de huidige zin hoort vervangen te worden door het democratische rechtsleven. Over politiek merkte Rudolf Steiner het volgende op:

"Politiek is in de mensheidsgeschiedenis een secundair verschijnsel. Het berust enkel op het gegeven dat de oorspronkelijke, zeer onaangename maar openlijke machtsverhoudingen gaandeweg de vorm aannamen van een oorlog onder mensen. Men kan weliswaar niet zeggen dat de oorlog een voortzetting is van de politiek met andere middelen, maar het is wel waar dat de politiek neerkomt op moderne oorlogsvoering op geestelijk vlak. Die oorlog berust op misleiding van de tegenstander; men brengt de opponent in omstandigheden die hem verwarren. Ieder uitwijkmanoeuver, alles wat in een oorlog niet directe confrontatie is, is gericht op misleiding van de tegenstrever. Een veldheer is des te verdienstelijker naarmate hij de vijand beter misleidt. Overgedragen in het geestesleven is dit het wezen van de politiek.
( .... ) Over politiek sprekend is het gepast om te stellen: de politiek moet overal overstegen worden, en met name ook in de politiek. Echte politiek zullen we alleen maar hebben wanneer alles wat zich nu in het politieke veld afspeelt de vorm aanneemt van recht. Op dat ogenblik zal de rechtsstaat verschijnen.”
(GA 341, p.41-42).)

Het sacramentele bereik, het bereik van de heiligende zorg, zou moeten heropstaan, in een nieuwe en bevrijde vorm. In de 21ste eeuw is dit bereik bijna helemaal verdampt; de politieke staat heeft de zorgfuncties genaast De staat legt de deelname op aan zijn sociale zekerheid en oefent met financiële en juridische middelen een strikte controle uit over het onderwijs. Niets of niemand moet hierover worden aangeklaagd; maar het systeem is opgebrand. De staat hoort louter de belichaming te zijn van de rechtsfeer. De taken die de staat opneemt op het vlak van ondermeer onderwijs en sociale zorg zijn oneigenlijk en horen thuis in een hernieuwd sacramenteel bereik. Het initiatief tot deze hernieuwing kan niet komen van de staat doch enkel van geïnspireerde individuen die zich op geestelijke gronden verenigen. De staat kan echter ruimte scheppen voor de opstanding van het sacramentele bereik, door een weg te openen naar totale juridische autonome voor gemeenschappen die zich vormen rond een maatschappelijk-geesteljk ideaal.

We dienen ons af te vragen waarom de vroegere, uit het Christendom ontstane gemeenschappen niet méér uitbreiding hebben gekend. De hoofdreden lijkt te zijn dat de gemeenschappelijke mens- en wereldvisie die de leden van deze gemeenschappen bindt slechts ten dele met de geestelijke werkelijkheid overeenkomt. Zoals we zagen beschouwde Rudolf Steiner de vrijheid van denken en het inzicht in reïncarnatie als essentiele elementen van zo'n hedendaags geestesleven. Deze elementen ontbraken grotendeels in confessioneel gecontroleerde gemeenschappen. Deze laatsten verloren hierdoor hun vitaliteit. Waar de werkelijkheden van menselijke vrijheid en van karma en reïncarnatie niet leeft in de geesten, wordt het steeds moeilijker om tot vitale gemeenschapsvorming te komen. Mens- en wereldbeschouwingen die de nodige kracht en maatschappelijke samenhang kunnen opleveren in één tijdperk, kunnen in een latere periode toch ontoereikend blijken. Het genie van het Christendom was evenwel gewapend voor deze evolutie. Het oorspronkelijke Christendom kende bv. het concept van karma en reïncarnatie en met name het Johannesevangelie kan op dit vlak worden beschouwd als een esoterisch leer- en meditatieboek.
In geestelijk opzicht ligt voor ons de taak om de verbinding van het Christendom met de ideeën van vrijheid en van karma en reïncarnatie - die als esoterisch gegeven altijd hebben bestaan - zodanig te onderzoeken en filosofisch te ontsluiten dat iedere redelijk denkende mens van goede wil hiertoe vlot toegang kan krijgen.
Volgens Steiner is het bovendien typerend voor het huidige tijdperk dat alle leden van de samenleving principieel op gelijke toegang horen te hebben tot zo'n geestdoordrongen mens- en wereldbeschouwing.

"De wetmatigheden van de menselijke ontwikkeling lieten in vroegere tijden niet toe wat nu gaandeweg mogelijk wordt: een wereldbeschouwing met uitzicht op praktische resultaat verspreiden onder alle mensen. Tot op heden waren wereldbeschouwingen slechts toegankelijk voor beperkte groepen mensen. Niettemin is al het goede wat het mensengeslacht tot op heden te beurt is gevallen, het resultaat van zo'n wereldbeschouwingen. Nu echter kan het algemene heil alleen nog gediend worden door een wereldbeschouwing die alle zielen aanspreken kan en die in alle harten het innerlijk vuur kan doen branden.” ( GA 034, blz. 219-220)

Precies deze principiële gelijkheid van toegang tot inzicht, kennis en weten is kenmerkend voor authentieke wetenschap Het natuurwetenschappelijk materialisme gecombineerd met expertendom, dat momenteel het publieke forum beheerst, is niets anders dan het karikaturale tegenbeeld van wat we echt nodig hebben. Wat we nodig hebben is vrijheid voor allen en een voor iedereen toegankelijke geesteswetenschap, een spirituele antropologie die het bindend element en het gist of zuurdesem kan zijn voor de nieuwe samenleving die reeds leeft in ons hart en waarover we dromen met recht.
Deze zaken kunnen worden ontwikkeld. Deze weg kan worden gegaan.


*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

.

Het geheim van de engel




Eveneens uit GA 193, de voordracht van 13 september in Berlijn :



“Nog andere dingen zullen tegenwoordig noodzakelijkerwijs moeten ingezien worden. De mensen weten vandaag de dag nog niet van een levensgeheim dat nauw samenhangt met de huidige stand van ontwikkeling van de mensheid. In oudere tijden, vóór het midden van de 15de eeuw, moest men met dit geheim niet al te veel rekening houden. Maar vandaag is het noodzakelijk om er bewust van te worden.
Dit levensgeheim bestaat erin dat de mens zoals hij nu ineen zit – lichamelijk, in zijn ziel en in zijn geest – ’s nachts op een bepaalde manier vooruitblikt op de gebeurtenissen van de volgende dag, maar zodanig dat hij die gebeurtenissen niet altijd volledig in het bewustzijn hoeft te hebben. Wie dat wel heeft, dat is zijn engel. Dus, wat ’s nachts ervaren wordt in gemeenschap met het wezen dat wij als engel benoemen, is een vooruitblik op de volgende dag.
Nu moet u dat niet vanuit het standpunt van de menselijke nieuwsgierigheid beschouwen, dat zou een volledig verkeerd standpunt zijn, maar van het standpunt van het praktische leven.
Alleen dan, wanneer de mens volledig doordrongen is van deze gezindheid, dan pas zal hij op de juiste manier beslissingen nemen, zal hij gedachten meenemen in het verloop van zijn dagleven.
Nemen we bvb. aan, heel concreet, dat de mens iets te doen heeft op een bepaald uur van de dag, bvb. 12 uur. Over datgene wat hij te doen heeft, was er dus een uitwisseling tussen hem en zijn engel in de nacht daarvoor. Zo is het gesteld met de mens sinds het midden van de 15de eeuw. Hij hoeft het niet in zijn bewustzijn te hebben, het is niet bedoeld om zijn nieuwsgierigheid te bevredigen. Maar de mens zou moeten van deze gezindheid doordrongen zijn dat hij dat wat hij met zijn engelwezen in de voorgaande nacht uiteengezet heeft, moet vruchtbaar maken in de loop van de dag. ( … )

Dat zijn dingen waar vandaag moet over gesproken worden. Er moet over gesproken worden dat de mens zal moeten leren dit leven tussen geboorte en dood te beschouwen als een voortzetting van het leven in ziel en geest dat hij vóór zijn geboorte heeft geleefd.
Daarover moet gesproken worden dat de mens moet kunnen de openbaringen van de god in zijn wezen doorheen zijn hele leven zou moeten kunnen ervaren. En daarover moet gesproken worden dat de mens sterk in zijn bewustzijn zou moeten koesteren het feit dat wat hij van ’s morgens tot ’s avonds doet, dat hij dit allemaal met zijn engelwezen besproken heeft in de tijd van inslapen tot ontwaken.”


( … )



*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*




Terug naar het thuisblad