Basisvoorwaarden van deze scholing zijn : Voorbeeld van Rudolf Steiner : Als iemand je vertelt dat de kerktoren plots is gaan scheefstaan, onder een hoek van 45° dan nog wel, dan moet je niet zeggen : "nee, dat geloof ik niet, dat is totaal onmogelijk." - Je moet het gevoel hebben dat niets onmogelijk is. (GA 266a) "Geloof in occulte zin is wat anders dan wat men daaronder gewoonlijk verstaat. Als men een occulte scholing aanvangt, dan mag men zijn oordeel niet door ervaringen in het verleden laten bepalen. Men moet buiten beschouwing laten wat men tot dan toe ervaren heeft en bij iedere nieuwe ervaring bereid zijn om te geloven. De occultist moet daar bewust aan werken. Als bvb. iemand zegt : de kerktoren staat scheef, hij is 45° gekanteld - dan zou iedereen zeggen : dat kan niet. Maar de occultist moet toch een achterdeurtje open laten. Ja, hij moet zover gaan dat hij alles wat hem in de wereld tegemoet treedt, kan geloven, anders verspert hij voor zichzelf de weg tot nieuwe ervaringen." ( GA 95) Dus :
Als je leest dat een "holocaustoverlevende" zweert dat hij aan de kleur van de vlammen die uit de schouw opstegen kon zien welke joden er verbrand werden (groen = Poolse jood - blauw = Hongaarse jood), dan moet je als antroposoof toch de mogelijkheid openlaten dat dit mogelijk is. |
Terug naar het thuisblad.