De Amerikaanse politiek
Om de Amerikaanse politiek te begrijpen moet men weten dat in de Engelssprekende volkeren de impuls tot de bewustzijnsziel leeft. Aldus sprak Rudolf Steiner in 1918. Wat hij aangeeft als karakteristiek voor het Angelsaksische deel van de mensheid kon toen nog in twijfel getrokken worden. Ondertussen niet meer, zeker niet als men ziet hoe Amerika de Kosovo-crisis aangepakt heeft.
Met 'Engels' bedoelt Rudolf Steiner wat we nu "Anglo-Amerikaans' zouden noemen.
(Noot van de vertaler: naar ons gevoel is 'politiek' in 't Nederlands mannelijk, wat Van Dale er ook mag van zeggen.)
"Ik heb u al vroeger uitgelegd dat in de Engelssprekende bevolking de eigenlijke kiem ligt van waaruit de bewustzijnsziel gaat groeien. Het is belangrijk om dat niet uit het oog te verliezen. Want daarmee hangt alles samen wat er van de wereld gaat worden onder invloed van die Engelssprekende volkeren. Het Engelssprekende volk is uitgerust met alle impulsen die leiden tot de bewustzijnsziel - ik spreek niet van afzonderlijke individuen, maar van het volk als dusdanig. Het is nu eenmaal zo dat bij die mensen instinctief de neiging tot de bewustzijnsziel leeft op een totaal andere manier dan bij de andere volkeren. Nergens in de wereld leeft dit om zo te zeggen, vergeestelijkt instinct om de bewustzijnsziel te ontwikkelen als in de Engelse volksaard. Daar is het een instinct. En nergens anders is het instinct, zelfs niet in het Romaanse element dat tegenwoordig opgenomen is in de Engelssprekende bevolking. Het Romaanse element is eigenlijk een nakomeling van iets dat werkelijk geleefd heeft in de vierde na-Atlantische tijd. Toentertijd had het Romaanse element instincten voor hetgeen in die vierde cultuurperiode vooral moest ontwikkeld worden. Tegenwoordig zijn die instincten niet meer op dezelfde wijze doorslaggevend, ze zijn gerationaliseerd, verintellectualiseerd; ze treden op als retoriek, door het intellect, door de ziel, als decoratie. Ze zijn uitgelicht uit het instinctieve. Hetgeen zich voordoet als volkstemperament in het Romanendom is totaal verschillend van hetgeen volkstemperament is bij het Engelse volk. Bij het Engelse volk is dit neigen tot de bewustzijnsziel, dit streven van de mens om op eigen benen te staan, instinct.
Dus dat wat de opgave is van het vijfde na-atlantische tijdperk, dat is als instinct, als uit de gehele ziel instinctief komende impuls, juist in dit volk verankerd. Daarmee hangt samen de hele plaats van dit volk in de wereld. Daarmee hangt samen dat deze impuls binnen de sociale structuur van de Engelssprekende bevolking het toonaangevende, het doorslaggevende is, dat hij de andere tendensen kan onderdrukken. De andere tendensen zijn, zoals u uit mijn uiteenzettingen kan zien, reeds volgens de indeling die ik aan het sociale vraagstuk heb gegeven: de economische impuls en de impuls van de geestelijk productie. Maar bestudeert u eens de psychologie van het Engelse volk: de twee andere impulsen staan helemaal in de schaduw van datgene wat uit de instinctieve impuls komt, die tot de ontwikkeling van de bewustzijnsziel neigt.
Daardoor krijgen de groeperingen die het sociale leven van de toekomst moeten vormen, juist binnen de Engelssprekende volkeren hun heel bijzondere kleur. In de toekomst zouden drie gebieden heel bijzonder werkzaam moeten zijn, moeten toonaangevend blijken: ten eerste de politiek die de veiligheid verzorgt; ten tweede de organisatie van de arbeid, van de zuiver materiële arbeid, dus de economische ordening, het economisch systeem. Dat is het tweede. Het derde is het systeem van de geestelijke productie, waartoe ik, zoals ik u toen heb gezegd, ook de rechtspraak, de rechterlijke macht reken. Deze drie geledingen van de sociale structuur worden vanzelfsprekend overschaduwd door dat wat als hoofdimpuls bij het een of andere volk aanwezig is. Doordat bij het Engelssprekende volk instinctief de ontwikkeling tot bewustzijnsziel werkt, daardoor neemt bij dit volk, zoals de geschiedenis genoegzaam leert, juist de politiek de meest opvallende plaats in. Deze politiek wordt geheel beheerst door de instinctieve drang om de mens op zijn eigen benen te plaatsen, om de bewustzijnsziel volledig te ontwikkelen. Deze instinctieve aandrift maakt dan -dat is louter een karakteristiek, geen kritiek- daar ze instinctief is en instincten altijd in de zelfzucht wortelen, dat binnen de Engelssprekende bevolking zelfzucht en politiek doel precies samenvallen; dat alle politiek op een heel naïeve manier, zonder dat daarbij aan de een of andere politicus de schuld kan worden gegeven, in dienst van de zelfzucht wordt gesteld en juist daardoor de missie van de Engelssprekende bevolking vervult. Alleen daardoor komt u erop om zicht te krijgen op het eigenlijke wezen van de angelsaksische politiek -die eigenlijk toonaangevend is voor de gehele wereldbevolking. Want overal wordt de Engelse politiek als een ideaal beschouwd, de parlementsorde met het wisselen van meerderheid en minderheid enz. Bestudeert u eens de verhoudingen in de verschillende parlementen, hoe deze zich hebben ontwikkeld. U zult overal zien dat de Britse politiek toonaangevend was, juist voor het politieke leven. Maar door zich uit te breiden over de anders gedifferentieerde volkeren, kon hij niet meer dezelfde zijn, omdat hij veranderd is -en wel goed verankerd is- in de zelfzucht, in het egoïsme, dat al het instinctieve noodzakelijkerwijze aankleeft.
Dat is ook de moeilijkheid om te verstaan wanneer de mensen de Engelse politiek of de Amerikaanse politiek willen begrijpen. Men verliest de nuance uit het oog, die nuance waarmee juist noodzakelijkerwijze rekening dient te worden gehouden: dat deze politiek niet anders dan zelfzuchtig kán zijn, dat hij geheel op zelfzuchtige impulsen moét berusten. Door zijn bijzondere natuur moét hij op zelfzuchtige impulsen berusten. Hij zal daarom deze zelfzuchtige impulsen als vanzelfsprekend beschouwen, als het rechtmatige, het morele. Daar is helemaal niets tegen in te brengen. Daarop hoeft geen kritiek te worden uitgeoefend, doch dit moet als een wereldhistorische, ja zelfs kosmische noodzaak eenvoudig worden ingezien. Het kan ook niet weerlegd worden om de eenvoudige reden dat degene die vanuit de Engelse volksaard iets wil weerleggen, zich altijd -ik zou willen zeggen- op een verkeerd spoor bevindt. Hij wil vanuit morele grondstellingen, die daarmee helemaal niets te maken hebben, betwisten dat de politiek van het Engelse volk zelfzuchtig is. Maar morele motieven komen daarbij helemaal niet kijken. De politiek zal datgene wat hij bewerkt, wat zijn resultaten zijn, juist door dit instinctieve karakter, door deze zelfzucht hebben. Daarom is in ons vijfde na-Atlantische tijdvak aan deze Engelssprekende bevolking enigszins toebedeeld het element van geweld. Herinnert u zich de drie geledingen in Goethes sprookje: geweld, verschijning of schijn en wijsheid, inzicht. Van deze drie geledingen is toebedeeld aan de Engelssprekende bevolking het geweld. Hetgeen deze politiek in de wereld bewerkt, dat zal hij daardoor kunnen bewerken dat het om zo te zeggen tot zijn aangeboren eigenschappen behoort om door het geweld te werken. En het door-geweld-werken zal in het vijfde na-Atlantische tijdvak als iets vanzelfsprekends worden aanvaard. De Engelse politiek wordt in de gehele wereld geaccepteerd - vanzelfsprekend zal men alle nadelen die natuurlijk in de werkelijkheid op het fysieke plan altijd voorhanden zijn, scherp kunnen kritiseren, dat kunnen immers de onderhorigen van het Britse rijk zelf doen- maar het wordt geaccepteerd. Het ligt eenvoudig in de ontwikkeling des tijds dat hij wordt geaccepteerd en wel zonder dat men erover nadenkt, zonder dat men op de een of andere manier motivering zoekt. De motiveringen zullen bovendien allemaal niet deugen omdat het nu enmaal een volkomen onmiddellijke vanzelfsprekendheid is dat het geweld dat van deze kant komt wordt geaccepteerd.
Dat is niet zo bij de overvleugelde Romaanse bevolking. Die leeft om zo te zeggen een schaduwbestaan, de tijdschaduw van hetgeen ze in de vierde na-Atlantische tijdperiode was. De instincten worden omgezet in het intellectuele. Daar zijn de instincten niet meer zo elementair. Daarom wordt de Engelse politiek als vanzelfsprekend aangenomen. De Franse politiek slechts door hen die in staat zijn om hem te waarderen. Het Franse wezen wordt geliefd in de wereld voorzover het bevalt. Daarop is het Engelse helemaal niet aangewezen. Het is ingesteld op de vanzelfsprekendheid waarmee de politiek in onze tijd als een werkzaam middel aan hem is toebedeeld.
Aldus is het echter ook mogelijk juist binnen de Engelssprekende bevolking dat door de predominerende, in de politiek passende drift van de zelfzucht en van het geweld, het economische binnen de perken wordt gehouden, ondergeschikt wordt gemaakt en dat ook het geestesleven voor zover het tot het vijfde na-Atlantische tijdperk behoort in dienst van de politiek treedt. Alles treedt in zekere zin eensgezind in dienst van de politiek."
|