Beste lezer,

Dit is het eerste nummer van de Brug waarin geen enkel uittreksel uit het werk van Rudolf Steiner te vinden is. We zijn dus verder gegaan op de weg die we met het vorige nummer ingeslagen waren. Eerlijk gezegd voelen we er ons niet zo goed bij, een soort onzekerheid besluipt ons: bieden we voldoende geestelijk voedsel aan ? Wat u in deze aflevering kunt lezen aan verslagen van voordrachten spreekt misschien alleen maar het hoofd aan, terwijl de woorden van Rudolf Steiner ons kunnen raken tot in onze ziel . . .

En toch wagen we het erop ! We hopen dat we voor een eventuele intellectuele eenzijdigheid voldoende tegengewicht bieden door een kort verhaal van Maurits Sabbe te publiceren (zie blz. 24), dat op het eerste zicht niets met antroposofie te maken heeft. Verder heeft de voordracht van Manfred Klett -waarmee we deze aflevering van de Brug beginnen- ons gewezen op een mooi gedicht van Christian Morgenstern: "Die Fußwaschung". Omdat we nu toch terug in de Paastijd zijn, vonden we het geen slecht idee om het af te drukken. We hebben het zeer vrij vertaald, het is aan u om te oordelen of we erin geslaagd zijn de betekenis en de toon van het origineel weer te geven.

"De Voetwassing"

Dankbaar diep, gij stomme steen,
buig ik, ik reik je de hand:
voor mijn bestaan als plant
ging ik eerst bij jou te leen.

Dankbaar diep, gij groene plant,
buig ik en reik je de hand:
ik dank gewas en graan
hier voor mijn dier-bestaan.

Ik dank u, steen en kruid en dier,
en buig voor jullie samen hier,
hiervoor zijn jullie hogelijk geprezen:
gij hielpt mij tot mijn eigen wezen.

Wij danken u, gij mensenkind,
en zijn u vroom-goed gezind,
want wij zijn enkel door het feit
dat gij er zijt.

Wat God geschapen heeft,
't bedankt elkaar en leeft,
die o zo grote veelheid,
staat dankend bij elkaar in 't krijt.

fdw

Die Fußwaschung

Ich danke dir, du stummer Stein,
und neige mir zu dir hernieder:
Ich schulde dir mein Pflanzensein.

Ich danke euch, ihr Grund und Flor,
und bücke mich zu euch hernieder:
Ihr halft zum Tiere mir empor.

Ich danke euch, Stein, Kraut und Tier,
und beuge mich zu euch hernieder:
Ihr halft mir alle drei zu Mir.

Wir danken dir, du Menschenkind,
und lassen fromm uns vor dir nieder:
weil dadurch, daßs du bist, wir sind.

Es dankt aus aller Gottheit Ein-
und aller Gottheit Vielfalt wieder.
In Dank verschlingt sich alles Sein.

Terug naar gedichten.