Kunstbeleven
[ ... ] "Wat beleven de zintuigen als ze met klanken geconfronteerd worden waar niets natuurlijks achter schuilt, met muziek die niet rechtstreeks door een muzikant is gemaakt, met stemmen waar geen spreker achter staat ?
Het korte antwoord moet wel luiden : een voortdurend bedrog.
De waarnemende mens reageert met zijn rythmische organisatie (pols en adem) op ritmes die schijnbaar door een medemens worden voortgebracht - en wordt slechts bij de neus genomen, gefopt. Of dit bedrog zelf kan waargenomen worden, is een kwestie van goed getrainde zintuigen. Spijtig genoeg worden de akoestische zintuigen precies doordat ze voortdurend gebombardeerd worden door surrogaten, zo misvormd dat het altijd maar moeilijker zou kunnen worden om nog een reële beleving van een subtielere indruk te kunnen gewaar worden.
Men kan zich afvragen of de andere zintuigen dan niet evenzeer belast en bedrogen worden als de zintuigen die de tonen en wat erachter steekt, waarnemen, bvb. het oog dat door de televisie om de tuin wordt geleid. Welnu, het oog reikt niet zo diep als het oor. Met het oor bereiken wij wat onder de oppervlakte van de dingen ligt* . Daardoor zijn we op akoestisch gebied kwetsbaarder. Vandaar de strenge waarschuwing die Rudolf Steiner in 1923 uitsprak, toen de platendraaier nog in de kinderschoenen stond, maar er toch reeds vanuit Berlijn een amusementsprogramma kon worden uitgezonden:
"Een uitvinding als de grammofoon toont dat de mensheid de kunst in het mechanische wil dwingen. Indien de mensheid nu een passionele voorliefde voor dergelijke dingen zou ontwikkelen, die datgene mechaniseren wat als schaduw van het spirituele naar de aarde komt, als de mensheid dus enthousiast zou worden voor zoiets als de grammofoon, dan zou zij zich op eigen kracht niet meer kunnen redden ! Dan zouden de goden haar moeten helpen. Nu zijn de goden wel genadig, en vandaag bestaat er ook de hoop dat de genadige goden ons zelfs over zulke smaakafwijkingen heen brengen." We mogen er lichtelijk aan twijfelen of de hoop die er toen nog was, nu nog berechtigd is.' [ ... ] De volgende anekdote stamt uit de tijd van de repetities voor de mysteriedrama's. Max Gümbel-Seiling vertelt:
" Bij één van de grotere repetities was het decor klaargemaakt voor het eerste bedrijf, maar een van de acteurs was er niet. Er werd besloten om het decor van het tweede bedrijf op te stellen. Toen dat gebeurd was, bleek dat nog een andere acteur er niet was, die had er namelijk niet op gerekend dat hij zo vroeg aan de beurt zou komen. De vraag klonk: "Zijn alle acteurs voor het eerste bedrijf nu aanwezig ?" Dat was nu het geval, en men brak het tweede decor terug af en bouwde het eerste terug op. Daardoor verloor men veel tijd. Rudolf Steiner gedroeg zich heel gelaten. Toen stapte de beeldhouwster Maria Katsjer op hem toe en zei: Daarom ook konden volgens Rudolf Steiner kunstreproducties alleen maar gebruikt worden om kunstgeschiedenis te leren. Om kunst te leren (waarderen) moet men op museumbezoek gaan. Hetzelfde zal dan ook wel gelden voor muziekreproducties en voor de smaak- en geur-reproducties in onze voeding; ze werken alleen op het hoofd. Wil men dat de ganse mens aangesproken wordt, dan moet men op zoek gaan naar de autenthieke, echte, ware ervaringen. Terug naar de inhoudstafel .
|