Over sektenJan Vermeir steunde voor dit artikel op de resultaten van eigen opzoekingswerk en officiële documenten. Recentelijk verscheen op de boekenmarkt de Nederlandstalige versie van het boek "Les sectes en Belgique" van de Franstalige journalist Alain Lallemand. Hierin worden een groot aantal sekten doorgelicht die in België actief zijn, en het minste wat over het boek kan gezegd worden, is dat het goed gedocumenteerd is. Ook de antroposofie van Rudolf Steiner wordt door de auteur als sectarisch beschouwd. Het woord 'sekte' heeft -terecht- een negatieve bijklank. Nu rijst de vraag: wat is een sekte ? - en vervolgens: is de antroposofische beweging een sekte ? Een pasklare definitie van wat een sekte is kan niet gegeven worden. De enige vereniging in Vlaanderen die het fenomeen van de sekten bestudeert, de "Vereniging ter Verdediging van Persoon en Gezin" (V.V.P.G.), gevestigd in Brasschaat, geeft de volgende kenmerken, wij citeren:
- een grenzeloze, kritiekloze bewondering voor een leider en zijn geschriften, die onaantastbaar zijn; Alain Lallemand geeft in zijn boek de volgende definitie: "Een sekte is een groep die zich structureert rond het geloof in een goddelijk beginsel (of in een menselijke mythe die tot op die hoogte wordt getild) en waarvan de mythologie en/of de dogma's de leden ertoe aanzetten zich van de wereld af te keren door in hun dagelijks leven geheel of gedeeltelijk de natrekbare, toetsbare realiteit te negeren. Die realiteit kan medisch, wetenschappelijk, sociaal, economisch of historisch zijn." Is de antroposofie sektarisch ? Laat Rudolf Steiner hierover zelf aan het woord: "Met de antroposofisch gerichte geesteswetenschap die een wereldblik onontbeerlijk acht, een blik op werkelijk alles wat het mensenleven en het wereldleven beroert, is datgene onverenigbaar wat in bepaalde kringen aangehangen wordt, in de kleine afgesloten, obscure kringen die eigenlijk slechts vanuit een zekere zielewellust gevormd worden, waar men zich aan allerlei illusies kan overgeven en allerhande duistere mystiek beoefenen en dergelijke. Met zulke dingen is de antroposofisch georiënteerde geesteswetenschap die met een wijde wereldblik op alle levensverhoudingen moet gericht zijn, nu eenmaal hoegenaamd niet verenigbaar. En het is noodzakelijk dat onze leden zich er klaar en duidelijk moeten van bewust zijn dat zij zich verre houden van alles wat doet denken aan sektarische praktijken."
Deze twee definities komen wonderbaarlijk goed met elkaar overeen, behalve dan dat Lallemand het heeft over een (materieel) wetenschappelijk natrekbare realiteit, en Rudolf Steiner over "een wijde wereldblik op alle levensverhoudingen". Wil men zich op de juiste manier tot de antroposofie verhouden, dan moet men ernaar streven een klaar inzicht te verkrijgen in de bestemming van de mensheid, nl. het ontwikkelen van de menselijke individualiteit volgens het Christus-principe, en dan dient men er zich tegelijkertijd van bewust te worden dat twee gevaren deze ontwikkeling willen tegenhouden: de luciferische en de ahrimanische impuls. Ahriman wil de aarde vermaterialiseren en verintellectualiseren zodanig dat zij één groot mechanisme wordt dat een eigen leven begint te leiden waarop de menselijke individualiteit geen vat meer heeft en aldus ondergeschikt en afhankelijk wordt. Lucifer wil verhinderen dat de mens zich verbindt met de aardse realiteit, hij wil dat de mens a.h.w. boven de aarde blijft zweven in een irreële, droomachtige toestand, verbonden met en "wereldziel", waarin de afzonderlijke zielen vervloeien. Deze beide machten willen, elk op hun eigen manier, de aarde tot één gemeenschappelijke klomp maken waarin de afzonderlijke zielen hun individualiteit verliezen. Wat de zoeker naar het spirituele bedreigt is niet zozeer het ahrimanische dan wel het luciferische gevaar. En wil men de antroposofische wetenschap -geen gemakkelijke materie !- beoefenen vanuit een mystieke oosters getinte zielegesteldheid, dan verwordt antroposofie tot een soort New-Age of Waterman-beweging. Rudolf Steiner hierover: " Bekijken wij maar eens gans onbevangen onze tijd. Hoevelen zijn er niet die zich op een totaal verkeerde manier terug willen verplaatsen in de geestesopvatting van het Oosten, die een zekere mystieke drang voelen om niet deel te nemen aan wat nu in de uiterlijke wereld gebeurt, die willen vluchten in een mystiek-dweperige levensbeschouwing, die dat wat eens gerechtigd was voor het oosterse leven van vroeger tijden maar nu decadent geworden is, willen binnenvoeren in ons leven dat nu van een geheel andere aard is ... Er is iets dat in de eminentste zin luciferisch is in deze zielestemming, en dit luciferische waait vanuit het Oosten naar hier over !" Wil men wegvluchten in een mystieke droomwereld, dan wordt men beter niet een antroposoof, maar een theosoof ! Rudolf Steiner: "Nu kan men zich besparen om geconfronteerd te worden met de huidige werkelijkheid door en dweperig mystieker of een theosoof te worden en op een oppervlakkige manier het "Ex oriente lux"* te herhalen. Dan kan men zich in een innerlijk welgevoelen wentelen en vluchten voor de gebeurtenissen van het heden. Men kan zich erover heen tillen, men kan zich zelfs een uitgelezen mens in deze mystiek of deze theosofie voelen en men kan alles verachten wat rond zich gebeurt, als "de slechte wereld", als de wereld der materie, die minderwaardig is."
Antroposofie moet men niet verwarren met theosofie. Antroposofie betekent letterlijk: kennis over de mens; theosofie betekent letterlijk: kennis over God.
De antroposofie heeft tot doel de individuele mens en de mens in verhouding tot zijn medemens, tot de aarde, tot de kosmos en tot de geestelijke wereld te bestuderen. De theosofie heeft tot doel kennis te verwerven over het goddelijke.
De theosofie bestaat sedert de vroege middeleeuwen en haar invloed was gebaseerd op instinctieve kennis van de geestelijke wereld die sommigen (zoals Paracelsus) toen nog bezaten. Deze instinctieve kennis is nu verloren gegaan, zodat de theosofie geen bestaansrecht meer heeft. Nochtans bestaat zij nog steeds, maar zij is een karikatuur van zichzelf geworden. De stichteres van de hedendaagse theosofie was Helena Petrovna Blavatsky (1831-1891). Zij bezat nog instinctieve, mediamieke gaven; haar inzichten heeft zij in een aantal omvangrijke publicaties nagelaten.
Rudolf Steiner had reeds de grondslag gelegd voor zijn antroposofische wetenschap toen hij in contact kwam met de theosofie. Hij zag hierin een aantal raakpunten met zijn eigen inzichten aangaande het ontstaan en de evolutie van de wereld, maar hij zag ook de halve waarheden, de onwaarheden en het bedrog waarop de theosofie gebaseerd is. Niettemin werd hij voorzitter van de Theosofische Vereniging in Duitsland, zij het dan met de bedoeling om de goede elementen, die ongetwijfeld in de theosofie aanwezig zijn, verder uit te diepen, en om de bedrieglijke elementen eruit te halen. Na een tiental jaren werd hij uit de Theosofische Vereniging gestoten wegens onoverbrugbare meningsverschillen. Eén van deze meningsverschillen betrof het feit dat de toenmalige theosofische leiders een jonge Indische knaap, Giddu Krishnamurti, aangewezen hadden als zijnde de nieuwe Christus. Hiermee kon Rudolf Steiner zich absoluut niet verzoenen, gezien volgens hem de menswording van Christus een éénmalige gebeurtenis geweest was. "Wanneer dan iemand tot u zegt: "Ziet ! Hier is de Christus" of: "Daar is Hij !", gelooft het niet. Want er zullen valse Christussen en valse profeten opstaan, die grote tekenen en wonderen zullen doen ten einde, indien mogelijk zelfs de uitverkorenen te misleiden. Ziet ! Ik heb u van te voren gewaarschuwd." (Mattheus 24: 23-25) Deze tekst uit het evangelie spreekt voor zichzelf, en nochtans zijn er vele secten die hun succes danken aan het feit dat hun leider zich voordoet als de nieuwe Messias. Eén der hoofdpunten van Rudolf Steiners geesteswetenschappelijke leer betreft de wederkomst van Jezus Christus, niet in een fysiek lichaam, maar in de geestelijke etherische sfeer rond de aarde. In feite betreft het geen wederkomst, maar een weerzien, omdat Christus zich sedert zijn dood reeds met deze geestelijke aardesfeer verbonden heeft: het is aan de mens om in deze geestelijke sfeer binnen te groeien. In de toekomst zal dat ook gebeuren, en dan zal men daar de geestelijke Christus kunnen aanschouwen (zie De Brug van maart '93 - derde deel van het het artikel). Momenteel zijn er een tiental gekende "nieuwe Christusen" actief in de wereld, allen met een grote aanhang (het gaat over miljoenen mensen). Rudolf Steiner voorzag dat er deze en volgende eeuwen verscheidene valse messiassen zouden verschijnen, en hij heeft hiervoor ook meer dan eens gewaarschuwd: "Nu dat men met de ontwikkelde eigenschappen van de mensen de wederkomst van een vleesgeworden Christus als een dwaling zou moeten inzien, en zijn verschijning in het etherische als juist en waar, nu is het een noodzaak dit duidelijk te onderkennen; een vergissing zou zich bitter wreken." Zelf doet hij het verhaal van een man, Sabbataï Zevi, die optrad als Christus in Smyrna (Turkije) in de 17de eeuw. Deze man had een buitengewoon grote aanhang en men vereerde hem over gans Europa, in grote delen van Azië en Afrika. Deze "Christus" werd echter ontmaskerd. Hij had nl. een concurrent die ook Christus wilde zijn, en deze laatste overtuigde de Turkse sultan ervan dat Sabbataï Zevi plannnen smeedde om het Turkse rijk omver te werpen. De sultan liet Sabbataï gevangen nemen en liet hem de keuze: ofwel onthoofd worden, ofwel zich bekeren tot de Islam en een goedbetaalde job aan het Turkse hof aannemen. En Sabbataï koos voor het laatste, en werd muzelman. Wat drijft iemand ertoe om een sektarische beweging of een spiritueel centrum op te richten ? Er kunnen drie redenen onderscheiden worden die dikwijls in combinatie met elkaar voorkomen. De meest voorkomende is geldgewin: zich persoonlijk willen verrijken door het onderwijzen van spirituele ontwikkeling kan nooit deugen. De tweede reden is ijdelheid en machtswellust: men stelt zich graag op een voetstuk, en men geniet van de macht die men uitoefent op de volgelingen. Deze twee redenen gaan altijd samen met bedrieglijke of misleidende praktijken: men stelt zich voor als een autoriteit op het gebied van spirituele kennis, men beweert in contact te staan met geestelijke wezens ... Rudolf Steiner hierover in "Beroep en karma"(tiende voordracht): "De mensheid moet er nu voor boeten doordat alle mogelijke occulte mensen zich nu van mediums bedienen, occultistische mensen die niet zuiver occultistische wegen bewandelen, maar die één of ander particulier doel voor ogen hebben. Ik heb het al vaker gezegd: wie werkelijk occultist wil zijn, kan niet slechts een specifiek menselijk belang dienen, maar alleen het algemeen menselijk belang, algemeen menselijke idealen, en hij mag vooral nooit slechte middelen aanwenden, onjuiste middelen aanwenden om een bepaald doel te bereiken." Een derde reden is dat de leider van de sektarische beweging of van het spiritueel centrum er zelf van overtuigd is dat hij of zij boodschappen ontvangt uit de geestyelijke wereld, of dat hij een profeet is of zelfs Christus of God is. Deze overtuiging berust op een vorm van geesteswaanzin. De meest voorkomende vorm is paranoïa: men heeft waanideeën, ideeën die niet met de werkelijkheid overeenstemmen, terwijl men niettegenstaande dat perfect kan functioneren in het dagelijks leven. De bovenvermelde Sabbataï Zevi leed aan een erge vorm van paranoïa, gecombineerd met manisch-depressieve toestanden. Een andere vorm van krankzinnigheid betreft de hallucinatie: (zintuiglijke) verschijningen en waarnemingen die in het bewustzijn optreden maar er in werkelijkheid niet zijn. De oorzaak van hallucinatorische toestanden werd door Rudolf Steiner uitgelegd, we proberen het hier weer te geven: De structuur van het menselijk lichaam ontstaat door het ingrijpen van kosmische, vormgevende krachten (het werk van hogere geestelijke wezens), waarrond de fysische elementen het lichaam opbouwen. Die vormende krachten werken gedurende het ganse leven verder aan de opbouw en instandhouding van het fysieke lichaam. Het zijn innerlijke krachten die voor het normale bewustzijn onbewust blijven en die zich vooral concentreren in en rond de organen zoals hart, lever, nieren en longen. Het menselijk lichaam kan door een abnormale verhouding van zijn (chemische) bestanddelen (water, vaste elementen, maar ook lucht en warmte) iets in elkaar "krimpen" waardoor die latente innerlijke krachten in de organen a.h.w. uit het lichaam "geperst" worden. Die uitgeperste krachten komen in het bewustzijn en worden daar als realiteiten ervaren. Het zijn vormgevende krachten die -wanneer zij uit het onbewuste naar buiten treden- ervaren worden als dwingend, als dwangmatige gedachten of verschijningen en de hallucinerende kan niet anders dan deze voor werkelijkheid aanzien. In feite zijn het echter hallucinaties die een beeld zijn van de innerlijke werking van de fysieke organen. Rudolf Steiner geeft ook voorbeelden van typische hallucinaties: hij vernoemt de mystieke verschijningen van de heilige Mechtild van Magdeburg en de heilige Theresa van Avila, die de mooiste mystieke poëzie nagelaten hebben, maar die uiteindelijk slechts de beschrijving was van de innerlijke processen van hun spijsvertering.
De antroposofie is een geesteswetenschap die de geestelijke fenomen achter de mens en de wereld op een wetenschappelijke manier bestudeert. Maar omdat zij begrippen zoals karma en reïncarnatie hanteert, trekt zij dikwijls ook fantasten aan, bedriegers die haar in een duister daglicht plaatsen. Terug naar de inhoudstafel R - U.
|