Ben ik een goede antroposoof ?

De flipperkastproef

In het flipperspel, ons allen welbekend, wordt een balletje in het spel gebracht. Het gaat erom dit balletje zoveel mogelijk te laten botsen met de verende buffertjes. Hoe meer het botst, hoe meer punten dat oplevert. Het spel is gedaan als het balletje verdwijnt in het gat. Dan heeft men een nieuw balletje nodig.

We kunnen een sociale entiteit (familie, werkgemeenschap, volksgemeenschap) ook beschouwen als een flipperkast : de buffertjes stellen dan mensen voor, het balletje een sociale interactie.
Ter wille van de proef beschouwen we het balletje als een negatieve sociale interactie: een onvriendelijk woord, een gebrek aan interesse, een roddel, een afwijzing enz. Dit gegeven wordt ingevoerd in het spel (de familie of werkkring), en we zien hoe vlug en hoe lang het een eigen leven gaat leiden. Het klassieke voorbeeld is de man die van zijn chef een uitbrander krijgt, op zijn beurt zijn medewerkers uitkaffert, die viesgezind naar huis gaan, daar het eten bekritiseren, en tegelijk de echtgenote die het heeft klaargemaakt. Deze laatste straft dan voor een niemendal de kinderen, die dan maar uit frustratie de hond een trap geven, die zich afreageert op de schoen van de baas, die de volgende morgen alweer een reden heeft om humeurig op het werk te verschijnen enzovoort, enzovoort.
Hoe komt er nu een einde aan deze duivelse kringloop ? Ergens moet er eens iemand zijn die incasseert zonder door te geven, iemand die over een zekere offervaardigheid beschikt. Vroeger was dat in een gezin dikwijls de moeder, maar door de emancipatie en het assertiever worden der vrouwen is nu de tijd gekomen dat ook mánnen deze rol kunnen spelen. De mannen en vrouwen die deze offervaardigheid kunnen opbrengen hoeven geen antroposofen te zijn, maar antroposofen moeten in ieder geval tot dat soort mensen behoren.
Rudolf Steiner zei dat het voor een groep mensen niet onverschillig was of er al dan niet een antroposoof onder hen was: antroposofen bevorderen immers de broederlijkheid.
Dus, antroposofen die deze proef wilt uitvoeren, ga voor julliezelf eens na : helpen jullie mee om negatieve sociale interacties uit te doven, of helpen jullie mee om het spel naar een TILT te leiden ?

Als het laatste (voorlopig nog altijd) het geval is, dan is er werk aan de winkel: we kunnen Rudolf Steiner toch niet teleurstellen ?

Terug naar de inhoudstafel A - D.