Atlantis
In het tweede nummer van de Brug beloofden we iets meer te vertellen over cultuurperiodes. We zullen beginnen met Atlantis. De meeste mensen denken bij deze naam aan het mythologische verzonken continent.In antroposofische lectuur komt men deze naam regelmatig tegen, maar daar staat Atlantis zowel voor het continent als voor een cultuurperiode. Rudolf Steiner noemt onze Westerse cultuur de 5de na-Atlantische periode. Dat betekent dat er 4 andere aan voorafgegaan zijn : de oud-Indische, de oud-Perzische, de Egyptisch-Chaldeeuwse, de Grieks-Romeinse. Dit zijn dus onderverdelingen van het na-Atlantische tijdvak. In de ontwikkeling van onze aarde als een fysiek lichaam onderscheiden we de volgende tijdvakken:
1) Polaire tijdvak Tussen 4 en 5 kwam de Atlantische katastrofe, ongeveer 7 of 8 duizend jaar v.C., wat men gewoonlijk de IJstijd noemt. De Atlantische cultuurperiode zou ongeveer samenvallen met het Tertiair. Dit tijdvak begon volgens de gangbare geologie ongeveer 65 miljoen jaar geleden. Het Lemurische tijdvak zou ongeveer samenvallen met het mesozoïcum, het Hyperboreïsche met het paleozoïcum.
1) Volgens Rudolf Steiner werd Atlantis omsloten door een soort warme stroom die uit het zuiden langs de Baffin-baai over het noorden van Groenland naar het oosten vloeide, afkoelde, over de Oeral en de oostelijke Karpaten -Rusland en Siberië lagen toen nog onder water- terugdraaide over het gebied dat nu de Sahara is, en ter hoogte van de golf van Biskaye uitmondde. De resten van deze stroom noemen we nu de Golfstroom.
2) Slechts kleine groepen mensen overleefden de Atlantische katastrofe. De belangrijkste groep trok over het huidige Ierland naar Azië en werd de grondlegger van de eerste na-Atlantische cultuur: de oud-Indische. We weten dat daarop de Perzische, de Egyptisch-Chaldeeuwse, en de Grieks-Romeinse culturen volgden. De Grieken bezaten nog een vage herinnering aan Atlantis, getuige daarvan hun wereldbeeld: het ziet eruit als een eiland, omstroomd door een grote rivier, de Okeanos ! Bij Plato lezen we dat voor de Egyptische hogepriesters het bestaan van Atlantis iets vanzelfsprekend was.
3) Misschien heeft U zich al eens afgevraagd als U de 5 na-Atlantische cultuurperiodes bekeek: waar moet nu de Chinese cultuur geplaatst worden ? Volgens Rudolf Steiner is de Chinese cultuur een overblijfsel uit de Atlantische tijd. Hij is totaal verschillend van de andere na-Atlantische culturen, er is iets tijdloos aan, iets star. Hij heeft eeuwen bestaan zonder dat er wezenlijke invloeden van buitenaf op inwerkten, een eilandcultuur als het ware. De Chinezen zijn (eigenlijk:waren) zich heel goed bewust van de uitzonderingspositie die hun cultuur in de wereld inneemt. Ze noemen hun rijk het Rijk van het Midden. Een deel van het schriftteken dat China voorstelt is niet voor niets een soort vierkantje met een vertikale streep erdoor.
Een fenomeen als de Chinese muur is niets anders dan een (onbewuste) poging van een volk om zijn land de eilandvorm te geven, die het zich nog herinnert uit een vroeger cultuurstadium. 4) Ook bij de mensen die vanuit Atlantis naar het Westen trokken leefde de herinnering verder. Het is opvallend hoeveel plaatsnamen er bvb. tussen Mexico-City en Veracruz te vinden zijn met de stam -ATL erin : Teziutlan, Papantla, Tihuatlan, Zacatlan, Atlixco, enz. 5) Op dezelfde manier kan men ook de ondergang van Atlantis op het spoor komen. In talloze mythen en sagen van alle volkeren wordt er over een zondvloed gesproken. Het bekendste document is natuurlijk de Bijbel. Het is ook niet toevallig dat na de zondvloed voor het eerst een regenboog verschijnt. Rudolf Steiner verklaart dat als volgt: vóór de Atlantische katastrofe was er eigenlijk nog geen scheiding tussen water en lucht. Het water was toen lichter dan nu, de lucht niet zo helder, eerder nevelig. De wezens die zich in deze brij voortbewogen waren kwal-achtig, ze bezaten bijlange niet de vaste contouren die ze nu hebben. Toen het water zwaarder werd en uit de lucht viel, steeg het niveau van de zeeën. Samen met het zinken van het continent zorgde dat voor vloedgolven, die in het Noorden natuurlijk onmiddellijk bevroren. De mammoeten die men in Siberië intact in het ijs gevonden heeft, zijn waarschijnlijk verrast door zo'n vloedgolf en levend ingevroren. Een verschijnsel als de regenboog is niet mogelijk in een nevelachtige atmosfeer. Hij ontstaat niet waar lucht en water gemengd zijn, maar waar deze elementen in wisselwerking treden. De mens ten tijde van Atlantis
Hoewel we van een Atlantische cultuur kunnen spreken, toch mogen we ons die niet zo materieel voorstellen als de huidige. Dat komt omdat de mens in een omgeving leefde die totaal verschilde van de onze; in het eiwit-waterachtige milieu waarin de mens toen leefde kon hij wel vormen scheppen, maar deze bleven niet lang voortbestaan. Net zoals een wassen beeld vlugger vergaat dan een beeldhouwwerk uit steen.
De mens bezat toen ook andere vaardigheden dan nu : op dezelfde manier dat de mens nu de krachten uit de minerale wereld gebruikt (steenkool, ertsen), zo kon hij toen de krachten uit de plantenwereld gebruiken, de krachten die in plantenzaden sluimeren. Hij beheerste m.a.w. de levenskracht ; hij kon de groei van planten zo beïnvloeden dat die bvb. met hun takken ineengroeiden en zo een soort woning vormden.
Hoe raar het ook klinkt: de kracht uit een graanhoop kon hij in technische kracht veranderen om er voertuigen mee te laten voortbewegen. Die voertuigen waren natuurlijk aangepast aan de toenmalige "atmosfeer", die veel dikker was.
Evenals ons huidig tijdvak, het Arische, was ook het Atlantische onderverdeeld in 7 cultuurperiodes, die ieder een eigen naam en eigen kenmerken hebben. Het is dus niet zo dat we over één uniforme Alantische cultuur kunnen spreken : er vond eenzelfde bewustzijnsontwikkeling plaats als in het huidige tijdvak.
1) Rmoahals
François De Wit Terug naar de inhoudstafel.
|