Over reïncarnatie

Eén van de argumenten die de mensen het meest gebruiken om de onmogelijkheid van wedergeboorte (reïncarnatie) te bewijzen, is het volgende: "De bevolking op de wereld neemt altijd toe. Als reïncarnatie bestaat dan is zoiets toch onmogelijk ? Dan moet er toch altijd hetzelfde aantal mensen zijn ? Er kunnen er toch niet méér terugkomen dan er geweest zijn ?

Wat Rudolf Steiner daarop te antwoorden heeft is o.m. terug te vinden in de voordracht van 30 mei 1923 ( in deel 4 van de zgn. arbeidersvoordrachten).

[...] "Men moet met verschillende zaken rekening houden. Ten eerste, de statistieken die men bijhoudt, worden altijd maar gemaakt in bepaalde gebieden waar de bevolking juist sterk toeneemt, en daardoor ontstaat de indruk alsof de bevolking op aarde altijd toeneemt, alsof bvb. drie, vierduizend jaar geleden zeer weinig mensen op de aarde waren en nu ontzaglijk veel. Men rekent zo terug: in Europa is de bevolking tijdens de laatste 150 jaar verdubbeld, men rekent terug en dan komt men natuurlijk op een zeer klein aantal uit. Maar dit is in tegenspraak met feiten die algemeen bekend zijn. Ik maak u slechts attent op het volgende: als wij teruggaan tot ongeveer 2000 jaar vóór Christus, dan zijn in de Nijlvallei reusachtige piramides gebouwd, de Nijlstroom werd geregulariseerd. Als u eens bedenkt welke mensenmassa's daartoe nodig waren, om deze reuzebouwwerken uit te voeren, dan ziet u in: het is onjuist dat Egypte toen dunbevolkt was, de bevolkingsdichtheid was daar groter dan nu in Saksen of België. " [...]

***Opmerking 1 van de vertaler***
De mensen uit de streek van Boubastis vertelden aan de Griekse geschiedenisschrijver Herodotos dat ter gelegenheid van het Artemisfeest ongeveer 700.000 man afzakte naar die stad (mannen en vrouwen, maar geen kinderen). Iets verder( II,158) lezen we bij dezelfde Herodotos dat bij de aanleg van een kanaal van de Nijl naar de Rode Zee 120.000 Egyptenaren omkwamen. Hoeveel hebben er dan niet aan gewerkt ?

" Verder, in Azië, hebben we het oude Chaldeïsche land. U weet dat in de Bijbel gezegd wordt dat Abraham uit Ur in Chaldea kwam. Toen bestond dat land, en in dat land werden in lang vervlogen tijden- maar men kan de resten nog altijd zien- reusachtige kanalisatiewerken uitgevoerd. Ook daarvoor waren ontzaglijke mensenmassa's nodig. "[...]

***Opmerking 2 van de vertaler***
Toen de Perzen Babylon veroverden, was dit een stad in de vorm van een vierkant met een zijde van 22 km, omringd door een muur van 25 m breed en 100 m hoog; deze muur was één van de 7 wereldwonderen (Her.I,178). Ook Aristoteles vermeldt dat Babylon meer een staat dan een stad was.
Dezelfde Perzen trokken onder Xerxes op tegen de Grieken met een landleger van 1.700.000 man (de bemanningen van de 3000 vracht- en oorlogsschepen dus niét meegerekend). Ze werden eerder nauwkeurig geteld; Her.VIII,60:" Ze brachten op één plek 10.000 man samen en nadat ze die zoveel mogelijk op elkaar hadden gedrongen, beschreven ze van buiten een cirkel eromheen en na dat gedaan en de 10.000 weggestuurd te hebben plaatsten ze langs die cirkel een haag, die zo hoog was als de navel van een man. Vervolgens brachten ze een nieuwe groep binnen die omheining, totdat op deze wijze allen geteld waren."

" U moet ook bedenken: de Europeanen zijn naar Amerika gegaan en hebben zich daar gevestigd. Maar Amerika was niet leeg op dat ogenblik. Die oude Indianenbevolking is nu zo goed als uitgestorven. Een immens deel van die bevolking hebben de Europeanen zelfs niet eens gezien. Dat is dus eenvoudigweg iets dat niet klopt, dat er vroeger veel minder mensen op aarde waren. Zelfs over de huidige wereldbevolking zijn er geen precieze gegevens, men heeft slechts informatie over een bepaald gebied. Wat weet vandaag de dag een Europees statisticus hoe het met de Chinese bevolking staat, nu en duizend jaar geleden ? Wat reizigers van vroeger vertellen wijst er eerder op dat de bevolking in het verleden niet kleiner was, zoals men aanneemt, maar dat er integendeel tijden waren dat de aarde sterk bevolkt was. Vanzelfsprekend zijn er ook tijden geweest waar bepaalde streken dunner bevolkt waren, maar we zullen onmiddellijk zien dat dat niets bijzonders is. Ziet u, als men de huidige mens bekijkt, dan stelt men vast dat de ene tussen zijn dood en een nieuwe geboorte 1000 jaar, de andere misschien slechts 500 jaar in de geestelijke wereld leefde, voor hij weer terug kwam. Zodat de mensen die nu leven niet noodzakelijk hun vorig leven tegelijkertijd geleefd hebben. " [...]

***Opmerking 3 van de vertaler***

Het verloop in de tijd van de incarnaties van 3 verschillende personen ziet er bvb. zó uit:

Van deze drie personen waren er in 300 n.Chr. slechts 2 op de aarde, in het jaar 1600 zelfs maar 1, in het jaar 1900 waren ze er alledrie. Maken we deze getallen 1 miljard x groter, dan zien we van 1600 tot 1900 de wereldbevolking stijgen van één naar drie miljard. Als men nu juist in die periode statistieken bijhoudt, dan zou men kunnen aannemen dat die trend ook vóór het jaar 1600 bestond. Dat is geen juiste aanname, zoals we zien uit het schema. Volgens Steiner vertoont de wereldbevolking noch een lineaire, noch een exponentiële groei, maar kent zij een cyclisch verloop.

Alles heeft ermee te maken dat de ene mens tussen dood en een nieuwe geboorte langer in de geestelijke wereld verblijft als de ander. Hoe komt dat ?

Steiner legt uit: [...] " De ene heeft zich hier op aarde veel bezig gehouden met de geestelijke wereld, hij past zich gemakkelijker in in de geestelijke wereld na zijn dood. Hij heeft dan veel tijd nodig tussen dood en nieuwe geboorte. U bent verrast omdat ik zeg dat hij veel tijd nodig heeft, maar toch is het zo: mensen die zich hier veel met de geestelijke wereld hebben bezig gehouden, kunnen zich daar ook beter ontwikkelen, ze blijven er langer en keren slechts na lange tijd terug. Daarentegen iemand die zich alleen met de materiële wereld heeft ingelaten, die komt relatief spoedig weer terug. En zo verschuiven de zaken. " [...]


François De Wit.

Terug naar het thuisblad.