Powell junior zorgt voor Amerikaanse mediastorm

Senaat blokkeert versoepeling van de mediawetten in de VS

De Amerikaanse senaat heeft in een belangrijke stemming de verdere versoepeling van de mediawetten in de VS geblokkeerd. Tegen die versoepeling is er de afgelopen weken fel geprotesteerd door burgerrechtenbewegingen en andere belangengroepen die in de nieuwe regels een gevaar voor de democratie zien. Ze vrezen dat de grote 'networks' zo veel meer macht zouden krijgen. Door het onverwachte njet van de senaat halen ze een belangrijke slag thuis.

De hele hetze ontstond begin juni. De Federal Communications Commission (FCC), de belangrijkste mediawaakhond in de VS, versoepelde toen de bestaande wetgeving tegen de concentratie in de media. Grote mediabedrijven zouden daardoor in steden als New York, Chicago en Los Angeles zowel een televisiestation als een krant mogen uitbaten. De FCC wil mediabedrijven ook toelaten tegelijkertijd acht radiostations, drie televisiestations en één kabelmaatschappij te controleren in één markt. En ook het wettelijk bepaalde maximale marktaandeel zou worden verhoogd. Vroeger mochten grote televisie-networks als ABC, CBS en NBC niet meer dan 35 procent van de Amerikaanse kijkers bereiken. De FCC laat sinds juni een marktaandeel tot 45 procent toe.

De senaat, die gedomineerd wordt door de Republikeinen van president George Bush, stemde dinsdag onverwachts voor een resolutie die de beslissing van de FCC blokkeert. Het is hoogst uitzonderlijk dat de senaat een 'resolution of dissaproval' stemt tegen de wil van een federaal controleorgaan. Zeven jaar geleden werd een wet ingevoerd die dergelijke resoluties mogelijk maakt, de senatoren hadden er tot nu toe maar één keer gebruik van gemaakt.

Toch werden de beslissingen van de FCC maar met een nipte meerderheid verworpen. 55 senatoren stemden voor, 44 tegen. Twaalf Republikeinen stemden voor. Bovendien waren er vijf stemgerechtigden afwezig, waarvan er vier tegen de resolutie gestemd zouden hebben. Het njet van de senaat is een politieke nederlaag voor de regering-Bush, die de mediawetgeving sinds zijn aantreden in 2000 al fel versoepeld heeft. De grootste verliezer in het mediadossier is Michael K. Powell, de voorzitter van de FCC. Powell is de zoon van de Republikeinse buitenlandminister Colin Powell. Powell junior is een van de vurigste pleitbezorgers van een versoepeling van de mediawetten en vindt de kritiek van de burgerrechtenbewegingen onterecht.

Volgens Powell junior dateren de huidige mediawetten in de VS nog uit de tijd dat mensen enkel aan informatie geraakten via kranten, televisie en de bioscoopjournaals. Maar door nieuwe technologieën als het internet blijven de burgers toegang hebben tot een veelheid aan meningen. Het is dus geen probleem dat de grote 'networks' steeds meer lokale en nationale media overnemen en volstoppen met dezelfde programma's en films.

Het protest tegen Powell kwam al snel na de beslissing van de FCC op gang. Vlak na de stemming protesteerden burgerrechtenactivisten aan de kantoren van de FCC. Later sloot een allegaartje van linkse en rechtse tegenstanders en consumentenverenigingen zich bij hen aan. Zelfs de bisschoppen en de in de VS oppermachtige wapenlobby keerde zich tegen Powell.

Ook de mediabedrijven lieten zich niet onbetuigd. De National Association of Broadcasters, een sterke lobbygroep die de belangen van lokale radio- en televisiestations behartigt, viel fel uit naar de grote 'networks', die Powell voluit steunden. Alleen mediamagnaat Ted Turner, bekend van zijn nieuwszender CNN, sloot zich bij het neen-kamp aan. In een editoriaal in The Washington Post brak hij een lans voor kleine, onafhankelijke spelers in het medialandschap. "Het zijn onafhankelijke denkers. Ze weten dat ze de concurrentie niet aan zouden kunnen door simpelweg de grote bedrijven te imiteren. Ze moeten altijd vernieuwen."

Het is niet de eerste keer dat de Amerikaanse regering op verzet stuit voor haar al te liberale mediabeleid. Tijdens het bewind van George Bush senior en Bill Clinton werden de beperkingen op het bezit van radiostations al grotendeels opgeheven. Een mediagroep als Clear Channel controleerde in 1996 amper veertig radiostations. Nu zijn er dat 1.200. De concentratie in het Amerikaanse radiolandschap heeft al tot zeer verontrustende incidenten geleid. Clear Channel sponsorde begin dit jaar op grote schaal evenementen die de Amerikanen warm moesten maken voor een aanval op Irak. Het voorval werd één van de belangrijkste argumenten tegen de plannen van Powell en de FCC.

Powell kreeg voor de stemming in de senaat nog een andere tegenslag te verwerken. Een rechtbank in Philadephia schortte de toepassing van de nieuwe regels van de FCC eerder deze maand op na een klacht van een groepering van lokale radiostations. Powell ging tegen de beslissing in beroep. Hij eiste dat het geschil voor een rechtbank in Washington behandeld zou worden, waar hij waarschijnlijk op meer steun kan rekenen. Dat verzoek werd maandag verworpen. De burgerrechtenbeweging haalt opgelucht adem, maar de kans zit er in dat de Republikeinen nog hun slag thuis halen. Het Huis van Afgevaardigden, dat traditioneel dichter aanleunt bij de president, zal de stemming in de senaat naar verwachting niet steunen. Het zou een triomf zijn voor de neoconservatieve hardliners van Bush.


De Morgen van 18 september 2003.