De Witte Werf
Trimestriële nieuwsbrief voor directe democratie - jaargang 7, april-juni 2002
____________________________________________________________________


Van democratie is geen sprake...
Journalisten en hun stem.
Een democratische partij
Duitse Bundestag verwerpt directe democratie
Vlaams Blok voor referendum
U wordt waargenomen
Kleine Pim Fortuyn Special




"VAN DEMOCRATIE IS GEEN SPRAKE.."


De politieke klasse oefent haar ideologische controle uit via de ononderbroken verspreiding van een stel politiek-correcte memes. Het meest centrale element uit dit leugenpakket is de bewering dat wij zouden leven in een democratie. Dagelijks hoor je politici en krantencommentatoren zeuren over "..onze democratie". Aansluitend noemen de partijen van het establishment zich dan "..de democratische politieke partijen".

Het blijft de onvervreemdbare en eeuwige verdienste van de jonge, toendertijd nog niet gedomesticeerde Verhofstadt, dat hij tijdens de oppositiejaren van de VLD herhaaldelijk hiertegen is ingegaan en de simpele waarheid heeft uitgesproken: wij leven niet in een democratie, doch in een particratie. Van democratie is in ons land, en ook in onze buurlanden, absoluut geen sprake.

Normaal draait de pers unaniem mee met de memetische leugenmolen der politieke klasse. Wie niet tot de particratie behoort is geen democraat doch (al naargelang de graad van dissidentie) een rechtse populist, een uiterst rechtse demagoog en racist, of kortweg een nazi. De casus Pim Fortuyn is wat dat betreft een recente illustratie.

Doch niets is perfect, en enkele dagen voor de moord op Pim Fortuyn werd, temidden van het gebruikelijke propagandakoor, uit de richting van het NRC-Handelsblad een schrille valse noot vernomen. Op de voorpagina van de krant van 4 mei stond een artikel `Democratie is illusoir'. Daarin werd dan weer verwezen naar de maandelijkse krantenbijlage `Magazine M', waar een hele reeks Nederlandse hoogleraren politicologie aan het woord komen. Stuk voor stuk schieten ze zonder pardon de stelling af, dat Nederland op één of andere manier een democratie zou wezen.

Hier zijn enkele citaten:

"Onze democratie is flauwekul" (Daudt, Amsterdam, prof.em.)

"De politiek is in Nederland naar de periferie verdreven. De democratie is er niet meer te herkennen" (Ankersmit, Groningen).

"In Nederland hebben we een absolute regentenstand die niets te maken heeft met democratie in de directe democratische zin van het woord" (Frissen, Tilburg)

"De politieke partij is niet meer dan een netwerk van mensen die elkaar kennen en ondersteunen. Van democratie is geen sprake" (Tromp, Leiden)

"De legitimatie van de Nederlandse democratie is een grootscheepse vorm van zelfbedrog en misleiding" (de Beus, Amsterdam)

"We maken onszelf wijs dat wat wij democratie noemen, ook als democratie functioneert" (Braakman, Maastricht)

Stel daar tegenover een representatief citaat van een representatieve politicus:

"Ik roep iedereen in Nederland op nu alleen nog maar uit te zijn op één ding: respect voor elkaar, respect voor het vrije woord, respect voor ieders inzet in onze democratie." (Ad Melkert, PvdA, na de verkiezingen van 15 mei 2002)

Eigenlijk is het merkwaardig dat hoogleraren en universitaire onderzoekers zich zo unaniem en duidelijk uitspreken omtrent een waarheid, die wel evident is, maar tegelijk volledig haaks staat op het politiek-correcte canon. Tenslotte staan ook hoogleraren constant bloot aan de druk van de politiek-correcte ideologie. De eensgezindheid waarmee al deze onderzoekers het democratisch karakter van de Nederlandse samenleving afwijzen, is dus zonder meer merkwaardig.

Geen democratie, maar een particratie

Indien Nederland geen democratie is, wat is het dan wel? Het antwoord is evident: Nederland is (zoals zijn buurlanden) een particratie. Volgens prof.em. Hans Daudt wordt het land bestuurd door een `regentenklasse'. Nederland is geen dictatuur waar willekeur heerst. Er zijn grondrechten, die in grote lijnen worden gerespecteerd. Het zou demagogisch zijn, om een particratie gelijk te stellen met een standaard dictatuur. Maar anderzijds betekent het feit, dat bepaalde grondrechten gelden, nog niet dat we te maken hebben met een democratie. In de woorden van Daudt: "..laten we het niet met kreten optuigen tot iets dat het niet is: een democratie met vertegenwoordigers van het volk".

Het artikel in Magazine M is ontstaan, doordat journalist Gerard van Westerloo naar aanleiding van Daudt's verklaringen andere, jongere politicologen aan diverse universiteiten is gaan opzoeken, om hun bevindingen te toetsen aan de stellingen van de emeritus. Blijkbaar was geen der ondervraagden van mening, dat men in enige reële zin van een Nederlandse democratie kan spreken. Van Westerloo: "Wie ik daarna ook spreek, iedereen die zijn brood verdient door vakmatig naar `de politiek' te kijken heeft het onbehaaglijke gevoel dat er iets heel essentieels niet klopt en dat er een enorme kloof is ontstaan tussen het idee van de volksvertegenwoordigende democratie en de alledaagse praktijk ervan".

Wat loopt er mis?
Vanuit het perspectief van de burger bekeken, is het probleem dat zijn stem een slag in het water blijkt. Rechtstreeks beslissen omtrent één of ander wetsvoorstel kan al helemaal niet. Maar zelfs een `vertegenwoordiger' kiezen, die dan wel kan beslissen, valt niet mee.

Het parlement heeft in feite zeer weinig macht. Volgens Gerrit Voerman, directeur van het `Nederlands Documentatie Centrum Politieke Partijen': "De politiek heeft bewust macht en invloed uit handen gegeven. Het parlement is niet meer dan een stempelmachine geworden". De functies die er wel toe doen, worden niet door de kiezer ingevuld. De doelstellingen (bv. uitgedrukt in een regeringsprogramma) worden ook al niet door de kiezer ingevuld: "Wie of wat kiest een kiezer als hij zijn stem uitbrengt? Geen burgemeester en sinds kort ook geen wethouder meer. Geen commissaris van de koningin, geen minister-president en geen staatshoofd. Zelfs geen gemeenteraads of Kamerleden, want die worden door een sollicitatie-commissie benoemd. Ook geen college- of regeringsprogramma. Bij een vorig regeerakkoord ging het verkiezingsprogramma van de PvdA uit van 8,8 miljard bezuinigen en dat van de VVD van 17,6 miljard het regeerakkoord kwam bij wijze van compromis uit op 18 miljard!" (Daudt).

Niet alleen heeft het parlement de facto weinig macht, de samenstelling ervan wordt ook niet echt door de burgers bepaald. Het zijn de partijhoofdkwartieren, die de lijsten opstellen en dus de eerste keus hebben. Hans Daudt: "Ook in het parlement zitten geen gekozen vertegenwoordigers van het volk meer, maar benoemde mensen". En die partijen vertegenwoordigen geen ledenbestand meer dat er een min of meer uniforme overtuiging op nahield. "Ook ziet niemand de partij meer als de verwoorder van een ideologie, de middelaar tussen een breed aangehangen levensovertuiging en het landsbestuur. Zelfs de meest verstokte socialist, mocht er nog een in leven zijn, ziet de sociaal-democraten van vandaag niet als zijn absolute bloedbroeders. En ook de meest bevlogen liberaal vindt in de bende van Dijkstal niet langer zijn totale heil. Op de aanhang van enkele kleinere partijtjes na zweeft het kiezersvolk heftig, zo heftig dat je er scheel van wordt. Wat blijft er dan van de partijen over? Volgens Bart Tromp, politicoloog: een uitzendbureau voor leden die een hoge bestuurlijke functie ambiëren".

Gevolg: de keuzemogelijkheden die de burger aangeboden krijgt, komen allerminst in de buurt van wat hij eigenlijk wil of meent. Het is alsof een vegetariër alleen de keuze krijgt tussen schapenbout en gebraden konijn. Gerard van Westerloo vat dit als volgt samen:"Om te beginnen is de burger geen persoon meer met één overkoepelende mening `ik ben tegen de rooien' of `ik ben voor de roomsen' (...) Een beetje Nederlander van nu houdt er wel honderd of duizend meningen op na. In elk partijprogramma vindt hij er wel een paar terug. Hij kan best, met de lijst Fortuyn, tegen de nieuwe natuur zijn en met de lijst Rosenmöller voor hogere uitkeringen. Hij kan met de lijst Dijkstal een afkeer delen van de Melkertbanen, maar ondertussen wel, met de lijst Balkenende, het gezin zien als de hoeksteen van de samenleving. Zijn arsenaal aan meningen past niet meer in één en hetzelfde partijprogramma".

De stemmen die de kiezer uitbrengt hebben dus geen echte betekenis meer. Hij kan niet kiezen voor wie hij wil, noch voor wat hij wil, en het effect van zijn stem reikt enkel tot organen die de facto tot machteloosheid zijn veroordeeld. De stem van de burger is een slag in het water. Theoretisch heeft zijn stem invloed, maar in werkelijkheid loopt de weg naar boven toe volledig dood. En van direct wetgevend werk is de burger dus volledig uitgesloten. Niet het volk, doch de politieke klasse beslist.

Wat is de politieke klasse?

Blijft de vraag naar een zo nauwkeurig mogelijke omschrijving van wat dat nu eigenlijk precies is, die politieke klasse. Hans Daudt: "Het verschil met vroeger is hooguit dat de functies niet langer erfelijk en onder de adel verdeeld worden, maar nu ook onder de burgerij. Voor de rest maakt het weinig uit. Nog steeds worden in Nederland geen mensen in functie gekozen, omdat de politieke elite de zaak in eigen hand wil houden".

Het afstappen van het erfelijkheidsbeginsel heeft als voordeel voor de regentenklasse, dat zij voortdurend kan recruteren uit de globale bevolking, waardoor meer mensen met de juiste kenmerken kunnen worden aangetrokken, gesocialiseerd en gedomesticeerd. Daarbij grijpt ongetwijfeld een intense selectie plaats: slechts wie rad van tong is, zich bekwaam de subtiliteiten van de politiekcorrecte nieuwspraak en dito memes weet eigen te maken, wie zich vlot een weg weet te banen doorheen de opeenvolgende niveau's van de partijhiërarchie, fingerspitzengefühl voor de media vertoont, en bereid is om te buigen voor de partijdiscipline, komt aan de top. De anderen glijden weer af, verlaten het politieke bedrijf of blijven hangen in de lagere partijregionen. De particratie berust op een vorm van subtiele, maar zeer diep ingrijpende sociaal-darwinistische selectie, waarbij aanzien, macht en geld de attractor vormen voor politiek getalenteerde nieuwkomers. Die gaan zich in ruil identificeren met de politieke klasse en laten deze laatste toe om verder haar maatschappelijke dominantie uit te oefenen. Gerard van Westerloo heeft in dit verband een klein, anedotisch onderzoek verricht:

"Ik heb eens uitgezocht wie er nog wél lid worden van een politieke partij. Ik nam een kaart van Nederland, ik deed mijn ogen dicht en ik prikte. Leeuwarden. Wie melden zich in Leeuwarden aan als vers partijlid?

Ik zocht de afdelingssecretarissen op en nam met hen de ledenlijsten door. De uitkomst was verbluffend. Om welke partij het ook ging, ze putten allemaal hun nieuwe aanmeldingen uit één en dezelfde bron. Het Thorbeckecollege, de plaatselijke hbo-school voor aanstaande ambtenaren. Daarna ondervroeg ik de jonge partijleden zelf. Ze vertelden dat ze éérst besloten hadden om lid van een partij te worden. En dat ze daarna waren gaan kijken welke het beste bij ze paste. Het beste waarbij paste? Ook daar deden ze niet moeilijk over. Bij hun toekomstige carrière. Als wat? Als ambtenaar
".

Een belangrijke en nog onbeantwoorde onderzoeksvraag luidt, welke psychologische en maatschappelijke karakteristieken door deze politieke selectiemechanismen precies worden uitgezift. Maar het besef zelf, dat er überhaupt darwinistische selectie werkt, is uiterst belangrijk, omdat het wezen van de mens en de mensheid er juist in bestaat, om weerstand te bieden aan dit soort selectie, en in de plaats daarvan het individueel morele en het rationele als richtlijn voor het handelen te nemen.

Het artikel in Mmagazine biedt nogal wat uitzicht omtrent de wijze, waarop de politieke klasse functioneert. De politieke partijen ontlenen geen gewicht of betekenis meer aan hun ledental, maar betrekken hun levenssappen via de wortels die ze - als een soort parasitair organisme - in de ingewanden van de staat hebben geslagen. De politieke klasse nestelt zich via politieke benoemingen in het openbaar bestuur. Nico Baakman (Maastricht) heeft het systeem van de politieke benoemingen in Nederland onderzocht. Voor alle hogere bestuursfuncties blijkt het bezit van een partijlidkaart vereist: partijloze burgers zijn volstrekt en naadloos uitgesloten. Volgens Baakman is dit fenomeen een compensatie voor het gebrek aan maatschappelijke impact die de partijen nog kunnen verwerven via hun slinkende ledenachterban (slechts 2% van de Nederlanders is lid van een politieke partij).

De politieke klasse hervormt de staat ook naar haar eigen noden. Er worden half-autonome satellietorganen gecreëerd, die zich onttrekken aan iedere vorm van democratische controle, vaak veel macht bezitten, en alweer volgestouwd worden met partijgetrouwen. Dat gebeurt overigens op basis van `eerlijke' verdeelsleutels, die de Leidse politicoloog Peter Mair laten gewagen van een `kartel-democratie': de partijen treden op als een soort kartel. Prof. Ankersmit (Groningen): "Samen vormen ze een groep mensen die het openbaar bestuur voor zichzelf reserveert. Onder elkaar verdelen ze de buit".

Gerard van Westerloo sprak ook met Joop van den Berg. Dat is een oud-professor die algemeen directeur is van de `Vereniging van Nederlandse Gemeenten'. Hij geeft in omzwachelde, maar uiteindelijk toch duidelijke termen toe wat zijn oud-collega's ook stellen. Waarom kon hij enkel als PvdA-lid de post van directeur van de VNG bekleden? Van den Berg legt uit, dat het partijlidmaatschap een teken is, dat je de spelregels en de codes van de club kent. Die codes worden als volgt omschreven: "Weten wanneer je een compromis moet sluiten, weten wanneer je je mond moet houden, weten hoe het krachtenveld in elkaar zit". Met andere woorden: je moet, om erbij te horen, gesocialiseerd en gedomesticeerd zijn door de regentenklasse. Je mag de codes niet doorbreken, en bijvoorbeeld NIET je mond houden, in naam van je kiezers: "Niemand spreekt namens kiezers, want niemand wordt als persoon door de kiezers gekozen".

In deze laatste uitspraak van partijman Joop van den Berg ligt de hele kern van de particratische problematiek besloten. De kiezers denken, of worden geacht te denken, dat ze op een persoon stemmen die hen zal vertegenwoordigen: de volksvertegenwoordiger. In werkelijkheid stemmen ze op een partijsoldaat. Nadien heeft de verkozene ook verantwoording af te leggen, niet aan de kiezers, maar wel degelijk aan zijn partij, want die heeft hem op de lijst geplaatst. De verkozene is niet zozeer door de kiezers, maar eerst en vooral door de partijleiding verkozen: dat is een essentieel gegeven.

Wat te doen?

Het verbijsterende artikel in M Magazine illustreert nog maar eens, dat de democratie in onze West-Europese landen (want Nederland is natuurlijk geen uitzondering) niet moet worden `hervormd' of `verfijnd', maar dat ze moet worden ingevoerd. En daarvoor zijn minstens twee structurele ingrepen vereist.

Ten eerste moet het beslissend referendum op volksinitiatief worden ingevoerd, op alle bestuursniveau's en over alle onderwerpen, zonder uitzondering. Hierdoor wordt de volkssoevereiniteit ingevoerd, en krijgen de burgers in principe de mogelijkheid om hun wil nauwkeurig kenbaar te maken.

Ten tweede moet de band tussen de verkozenen en de partijhoofdkwartieren worden doorgeknipt, door de invoering van het algemeen stemgeheim voor alle verkozenen. Joop van den Berg heeft inderdaad gelijk wanneer hij zegt, dat in de huidige omstandigheden "..niemand als persoon door de kiezers wordt gekozen". Dat moet veranderen. Niet alleen moet de impact van de lijstvolgorde volledig worden weggewerkt; het allerbelangrijkste is dat in het parlement, in de gemeenteraden en in alle verkozen organen het algemeen stemgeheim voor verkozenen wordt ingevoerd. De verkozene moet als persoon kunnen kiezen, zonder externe druk. Dit systeem zal meteen een einde maken aan de weerzinwekkende impact die de particratie, ondermeer via het fenomeen van de coalitievorming, momenteel uitoefent op het politiek bedrijf. Meerderheidscoalities en uitsluiting van minderheidspartijen hebben niets te maken met democratie, maar alles met particratie. De stem van alle kiezers moet even zwaar wegen, en dat kan alleen via het veralgemeend stemgeheim voor verkozenen.

Met die twee maatregelen heb je tenminste formeel reeds een democratie. Dat betekent niet, dat er geen andere ingrepen zijn die dringend overweging behoeven. Ik denk bijvoorbeeld aan het systeem van de `term limits' (beperkte herverkiesbaarheid) en de installatie van een openbaar forum van rechtswege, waarop het publiek debat kan plaatsvinden buiten het machtsbereik van economische of politieke cenakels. Maar dat zijn punten die, net als het stemgeheim voor verkozenen, kunnen ingevoerd worden via het bindend referendum op volksinitiatief. De invoering van dit volksreferendum is en blijft de eerste en beslissende stap naar de democratie.

In een democratisch bestel kan dan begonnen worden aan de toespitsing van de rechtstaat op zijn eigenlijke taken, en op de afstoting van alles wat daar niet onder valt. Want de huidige staat moge dan al niet democratisch zijn, bemoeizuchtig is hij wel. De particratie schept problemen, bijvoorbeeld door `oplossingen' aan te reiken voor vermeende tekorten die enkel door de particraten zelf werden gezien (de invoering van eindtermen in het onderwijs is daarvan een goed voorbeeld). Zoals prof. Frissen aan van Westerloo zei: "Ik loop als bestuurskundige in Den Haag rond en ik zie dat zich daar allemaal processen afspelen waar de politiek niet strikt noodzakelijk bij is. Op allerlei terreinen hebben we meer last van de politiek dan dat we er baat bij hebben. Neem de gezondheidszorg. Daar is de politiek de oorzaak van de problemen en niet de oplossing".

Wat we dus nodig hebben en waar we naartoe kunnen werken, eens de democratie formeel is ingevoerd, is een maatschappelijke ontvlechting à la Steiner: domeinen waar persoonlijke overtuigingen, voorkeuren of talenten, of individuele menselijke betrekkingen de doorslaggevende rol spelen, dienen aan de greep van de staat worden te worden onttrokken: "... de macht in onderwijs, (gezondheids)zorg en veiligheid moet weer terug naar de onderwijzers, de dokters en verpleegsters en de agenten, dat zijn de mensen die er verstand van hebben en niet al die vreselijke bureaucraten en managers, die nog nooit voor de klas hebben gestaan, een patiënt hebben gezien of een boef hebben gevangen" (Pim Fortuyn, column 26 maart 2002). Socialisering betekent dus niet, dat verkozenen de baas gaan spelen over alles. Socialisering betekent, dat mensen controle krijgen over die levensdomeinen waarop ze actief en deskundig zijn, terwijl de rechtstaat zijn krachten (die dan zeer groot zullen zijn) toespitst op het specifieke domein waar verschillen tussen mensen er niet toe doen: het domein van de grondrechten en alles wat daaruit voortvloeit . Wanneer professor Paul Frissen dus zegt: "Ik ben sociaal-democraat. In de sociaal-democratie begrijpen ze geen snars van wat ik zeg. Ik verlang naar een sociaal-democratie zonder partij" , dan raakt hij bij mij persoonlijk een diepe snaar. Wat verlang ik naar democratie! Wat verlang ik naar een authentieke socialisering! En hoe walg ik, iedere dag steeds meer, van de particratie!



Het artikel van Gerard van Westerloo is te lezen in: Magazine M (bijlage bij NRC-Handelsblad), mei 2002, p.31-44. Zie ook van dezelfde auteur: `Democratie is illusoir' NRC-Handelsblad 4 mai 2002, p.1



JOURNALISTEN EN HUN STEM

In het NRC-Handelsblad van 8 mei wordt melding gemaakt van een recent doctoraal proefschrift `Journalists in the Netherlands' door Mark Deuze (Universiteit van Amsterdam). Het krantenartikel kwam er naar aanleiding van de moord op Pim Fortuyn.

Het belangrijkste gegeven in dit artikel is het volgende: bijna 80 procent van de duizend journalisten die voor het proefschrift werden geïnterviewd, stemt op een linkse partij. Met andere woorden: er is een enorme discrepantie tussen diegenen die de facto spreekrecht hebben, en de gemiddelde burger.

Het globale kapitalisme bedient zich niet van een rechtse, doch van een linkse retoriek (in feite valt de huidige links-rechts-tegenstelling in grote lijnen samen met de tegenstelling tussen de verdedigers van het nieuwe globale kapitalisme, en de protagonisten van het ouderwetse natiegebonden kapitalisme). Het globale kapitalisme streeft van nature naar een vernietiging van alle mensengemeenschappen die zich tegenover dat kapitalisme als autonome kernen kunnen gedragen. Gezinnen en nationale gemeenschappen zijn bijgevolg de uitverkoren doelwitten. De protagonisten van het globale kapitalisme hebben ook allang begrepen dat ze de traditionele rechtse leveranciers van pro-kapitalistische ideologieën, zoals bijvoorbeeld de Kerk, niet meer nodig hebben. Hun beste dienaars blijken nu de zogenaamde `linksen' te zijn, die in ruil natuurlijk alle fundamenteel anti-kapitalistische kritiek moesten inslikken, die uit de traditionele arbeidersbeweging werd geërfd. Je hoort bij de huidige `linksen' dan ook geen commentaar meer over bezit van productiemiddelen, of over het principe van de arbeidsmarkt. Des te meer worden de `progressieve' thema's uitgespeeld die het globaliserende kapitalisme welgevallig zijn.

Het resultaat van Marc Deuze staat ondertussen niet alleen. In de VS hebben verschillende studies een vergelijkbaar resultaat opgeleverd (voor een overzicht zie het schotschrift van Goldberg). Het meest bekend is wellicht het onderzoek van Peter Brown (die zelf journalist is). Brown vond niet alleen een zeer uitgesproken electorale voorkeur bij de journalisten, ook sociologisch wijken ze sterk af van de gemiddelde Amerikaanse burger. Journalisten blijken bijvoorbeeld minder vaak een gezin te hebben gesticht, of kinderen te hebben gekregen. Ze woonden meestal in betere wijken. Een onderzoek bij in Washington gebaseerde journalisten wees uit dat in 1992 niet minder dan 89% voor Clinton stemde, en slechts 7% op George Bush (Goldberg, p.123).

Ik vond ook een onderzoek van Croteau, dat de claim van liberaal overwicht in de Amerikaanse journalistiek afwijst. Daarin wordt echter niet naar het stemgedrag van de journalisten gepeild, maar naar de plaats die ze naar eigen zeggen in het politieke spectrum innemen. Goldberg anticipeert in zijn boek op dit soort analyses: de journalisten zien hun eigen positie als een centrumpositie, terwijl die ten opzichte van de samenleving als geheel sterk in de richting van het liberaal globalisme is opgeschoven. Goldberg beschrijft (p.59 van zijn boek) bijvoorbeeld een discussie met een topjournalist, die de `New York Times' als een centrumblad karakteriseerde (de NYT heeft de laatste decennia altijd de presidentskandidaten van de Democraten gesteund, en spreekt zich voortdurend uit ten gunste van `affirmatieve actie', abortus enz.).

Op het internet vond ik ook een klein Frans onderzoek waarvan ik de waarde niet goed kan inschatten (de onderzoeksresultaten verschenen in 2001 in `Marianne'). Een peiling naar de stemintenties bij journalisten uit de sector `algemene actualiteit' leerde dat (in de eerste ronde) 32% Jospin zou stemmen, terwijl Chirac (4%) niet meer stemmen haalt dan de trotskistische Laguiller (5%) of de communist Hué (5%). Voor de intenties in de tweede ronde ging 58% naar Jospin, en 7% naar Chirac. Interessant is ook, dat 24% van de ondervraagde journalisten het niet als hun hoofdtaak beschouwen om te rapporteren wat in de samenleving gebeurt, maar wel om "maatschappelijke vooruitgang tot stand te brengen" (`faire progresser la société').

De media noemen zichzelf graag de `vierde macht' en de `waakhond van de democratie', maar in werkelijkheid zijn ze de waakhond van de globalistische ideologie. Voor de democraten is dit gegeven van een eenzijdige pro-kapitalistische en pro-globalistische pers een levensgroot, en in conceptueel opzicht grotendeels onopgelost probleem. Het is duidelijk dat er één of andere vorm van openbaar forum moet komen, dat integraal deel uitmaakt van de rechtsstaat. De essentie van een échte democratie is inderdaad de maatschappelijke beeldvorming, die een evenwichtig en vrij debat vooronderstelt. Met media die in handen zijn van de particratie, van mediamagnaten en van een ideologisch geüniformiseerd journalistenheir kan je nooit een effectieve democratie hebben - zoveel is wel duidelijk.

* David Croteau (1998) "Examining the `liberal media' claim": www.fair.org/reports/journalist-survey.html

* Maarten Huygen "Media ver van het publiek. Na de dood van Pim Fortuyn gaat beschuldigende vinger naar politiek en pers" NRC-Handelsblad, 8 mei 2002
www.nrc.nl/internet/1020834733454.html

* Bernard Goldberg (2002) "Bias. A CBS insider exposes how the media distort the news" Washington: Regnery Publ.
* In verband met het onderzoek door Peter Brown:
www.tysknews.com/Depts/4th_estate/media_gap.htm
* De Franse onderzoeksresultaten zijn te vinden op: www.ifrance.com/catallaxia


EEN DEMOCRATISCHE PARTIJ


Het is bekend dat de politieke partijen in België worden onderverdeeld in `democratische' partijen en niet democratische alias `racistische' partijen. De grootste `democratische partij' in Franstalig België is de Parti Socialiste (PS).

Agalev-senator Frans Lozie is in een artikel in P-Magazine fel van leer gestoken tegen deze PS. De democratische PS is volgens de senator eigenlijk een maffiapartij. Blijkbaar gaat één en ander dus heel goed samen. "Ik zie een land dat meer en meer in de greep komt van maffiafiguren (...) De PS is oppermachtig in Wallonië. Die partij controleert alles in Wallonië en dat is een heel gevaarlijke situatie". Op de vraag of Agalev dan in de regering zit tesamen met `de maffia', antwoordt Lozie bevestigend: "Dat is waar, maar we hebben nu eenmaal geen andere keuze. Die partij staat zo sterk dat je zonder haar niet kan besturen. Ze is niet alleen onaantastbaar in Wallonië, ze zit ook op regeringsniveau in een zeer machtige positie. Ik geef Geert Bourgeois gelijk als hij zegt dat de PS het land bestuurt". Lozie vindt dat Agalev na de volgende verkiezingen niet opnieuw in de regering moet.

Lozie stelt ook de realiteit van de persvrijheid in ons land in vraag, en verwijst daarbij naar het geval Roulerta, een mediabedrijf dat helemaal verweven is met het industriële en politieke establishment in West-Vlaanderen. En verder: "Ik zal ook wel het verwijt krijgen dat ik met mijn uitspraken voeding geef aan extreemrechts. Dat is een beproefde tactiek. Iemand die een onaangename boodschap brengt, ridiculiseren of zelfs gek verklaren". Op de vraag of hij voor zijn leven vreest, antwoord Lozie: "Ik werk nooit alleen, dus het heeft geen zin mij uit te schakelen. Ik vorm ook niet zo'n bedreiging, zeker geen electorale". Waarmee meteen gezegd is, dat hij wel reden zou hebben om voor zijn leven te vrezen, indien hij wél alleen zou werken of een groot electoraal gewicht zou vertegenwoordigen.

Volgens de Gazet van Antwerpen is Agalev topman Jos Geysels `verbolgen' over de uitspraken van Lozie: "Dit kan niet. Harde kritiek rond dossiers mag, maar niet op deze manier. Dit is niet onze stijl. De PS weet dat".

De PS kan dus op beide oren slapen, want Jos Geysels waakt. En Frans Lozie zal snel zijn mond moeten houden, indien hij zijn mandaat als senator vernieuwd wil zien. Propaganda moet immers consistent zijn, en dus moet de PS zoals alle meerderheidspartijen wel degelijk als `democratisch' worden bestempeld. En backbenchers als Lozie moeten terzake zeker niet naast de pot pissen.

Ondertussen verspert de PS - via haar verzet tegen de invoering van het referendum - de weg voor de invoering van een daadwerkelijke democratie in ons land. Maar wellicht is dat in de ogen van de machthebbers juist een grote `democratische' verdienste.

* Joris van der Aa "Frans Lozie; ik heb jaren meer beerputten gezien dan oplossingen" P-Magazine , 15 mei 2002, p.28-32
* Eric Donckier "Frans Lozie: PS is maffia" Gazet van Antwerpen, 16 mei 2002 p.2





VLAAMS BLOK VOOR REFERENDUM


Het Vlaams Blok heeft, bij monde van zijn voorzitter nog eens zijn pro-referendum-standpunt bevestigd.



"Het Vlaams Blok wil niet minder, maar integendeel méér democratie: wij willen de macht terugleggen waar zij thuis hoort, bij het volk dat via bindende volksraadplegingen zelf zijn lot in eigen handen nemen kan. Niemand weet beter dan de mensen zelf wat goed voor hen is" (Vlaams Blok-voorzitter Frank Vanhecke, 1 mei toespraak 2002).

Het precedent van Verhofstadt, die als oppositieleider jarenlang het referendum heeft bepleit, het referendum in de federale regeringsverklaring liet opnemen, enkele maanden geleden nog bevestigde dat het referendum er komt, en uiteindelijk de betrokken grondwetsherziening niet doordrukt, is een waarschuwing: dit soort intentieverklaringen van politieke partijen neem je maar best met een grote korrel zout. Oppositiepartijen zijn altijd meer pro democratie dan partijen aan de macht.

==> http://www.vlaamsblok.be/activiteiten_manifestaties_1mei2002_toespraak_fvh.shtml






U WORDT WAARGENOMEN


Belgische kranten hielden het stil. Ofwel een ultra kort berichtje, ofwel volstrekte stilte. Nochtans werd op 30 mei jl. een belangrijke stap vooruit gezet richting Big Brother. Die dag keurde het Europees parlement een richtlijn goed betreffende de bescherming van de elektronische communicatie van burgers in de Europese Unie. Eigenlijk gaat het om een soort Stasirichtlijn, zoals het groene parlementslid Ilka Schroeder terecht opmerkte (Thorel).

Want van bescherming is geen sprake, wel integendeel. De richtlijn wil telecommunicatieoperatoren verplichten om allerhande gegevens betreffende hun klanten permanent te bewaren (wat voor het ogenblik niet gebeurt). Over welke gegevens gaat het? Vooreerst over de sporen achtergelaten door de localisatie van de GSM-toestellen. Indien het GSM-toestel ontvangstklaar is, laat het een elektronisch spoor na (via de verbindingsmasten) dat toelaat om de verplaatsingen van de bezitter te traceren. Deze gegevens moeten volgens Europa dus worden bewaard. Vervolgens moeten ook alle sporen van telefoonverbindingen, internetverbindingen en e-mailberichten permanent worden opgeslagen. Men registreert dus blijvend waar en naar wie U hebt getelefoneerd, wanneer U welke internetadressen hebt bezocht, met wie U e-mails hebt uitgewisseld, waar en wanneer U hebt gechat.

Hoelang duurt die opslag? De lidstaten kunnen dat vrij bepalen, en men spreekt vaak van 1 tot 7 jaar, maar in principe kan dat dus onbeperkt. De richtlijn voorziet dat de bewaarde gegevens mogen ingekeken worden ten preventieven titel. Dus ook wanneer geen enkele inbreuk werd vastgesteld, mag men toch je gangen nagaan, en dit zonder dat een onderzoeksrechter hiervoor een motivatie moet opstellen.

Een amendement, ingediend om deze Orwelliaanse bepalingen uit de richtlijn te schrappen, werd op 30 mei verworpen met 340 stemmen tegen 150 en 4 onthoudingen). Het is van groot belang om te weten wie deze Orwelliaanse maatregel precies heeft goedgekeurd. Vooreerst was daar de Europese partij PPE waartoe ook onze christen-democraten behoren: slechts 6 van de 232 Europarlementairen van deze groep hebben geweigerd om het stembevel van hun fractie te volgen. En ten tweede is daar de sociaal-democratische PSE. Hier hebben 22 van de 179 parlementairen de partijdiscipline doorbroken; al de anderen hebben amendement 20 verworpen en voor Big Brother geopteerd. De centrumrechtse ELDR, met 53 verkozenen, heeft daarentegen quasi unaniem voor amendement 20 gestemd.

De reikwijdte van deze Europese beslissing kan niet overschat worden. Zonder dat de pers van het regime een kik geeft, wordt de privacy van ons en onze kinderen hier op de zwaarst denkbare manier gehypotheceerd. Men moet deze richtlijn zien als onderdeel van een salami-techniek, waarbij de burgers gaandeweg meer en meer onder controle van de politieke klasse en de economische elite worden gebracht. Met deze richtlijn wil men ons laten wennen aan het idee, dat al ons elektronisch verkeer door alle mogelijke anonieme ambtenaren en politiemensen voortdurend wordt bekeken. Vervolgens zal men gaan censureren: communicatie met dissidenten zal strafbaar worden, het zich begeven naar bepaalde plaatsen of vergaderingen zal tot huiszoekingen kunnen leiden, het consulteren van inmiddels verboden internetadressen zal tot aanhouding kunnen leiden (in Frankrijk en Duitsland zijn reeds hardnekkige pogingen van staatswege geweest om bepaalde internetinhouden te weren). Het systeem zal op zelfcensuur door angst zijn gebaseerd; je blijft maar beter uit de buurt van verdachte plaatsen, personen of websites, want je kan geobserveerd worden; je kan ter verantwoording worden geroepen wegens feiten die jijzelf allang bent vergeten, maar die door Big Brother werden onthouden.

Het hele voorval is ook illustratief voor de manier waarop een gedegeneerde particratie werkt: beslissingen worden door de `volksvertegenwoordigers' genomen tégen het volk, en ten voordele van de elite. De permanente bewaring van elektronische gegevens werd bijvoorbeeld actief gepromoot door G8, de belangenvereniging van de maatschappelijke elite uit de acht belangrijkste industriestaten.

De nieuwe EU-richtlijn staat niet alleen. In de USA staat een vergelijkbare maatregel op stapel (Poulsen). In Groot-Brittanië bediscussieert men op het hoogste niveau een regeling die zowat het hele staatsapparaat toegang zal verlenen tot de elektronische gegevens, dus ook locale besturen, de meeste ministeries, en zelfs het postwezen (Graham-Rowe). Terwijl het twee jaar geleden nog formeel de bedoeling was om zware criminaliteit te bestrijden, roept men nu de noodzaak in om bijvoorbeeld het samenleven van twee personen te kunnen bewijzen. De burgers in de Westerse wereld worden stap voor stap ingesponnen in een net van controles en registraties.

==>
www.guardian.co.uk/internetnews/story/0,7369,725204,00.html

==> J.Thorel "Pas de surprise à Bruxelles: les eurodéputés votent pour la rétention des données" news.zdnet.fr/story/0,,t118-s2111162,00.html ;ibid. "Les Etats-Unis prêts à légiférer sur la rétention obligatoire des données?" news.zdnet.fr/story/0,,t118-s2112255,00.html
==> www.g8j-i.ca/french/doc3.html
==> K.Poulsen "US cyber security may draft ISPs in spy game" www.theregister.co.uk/content/55/25781.html
=> D.Graham-Rowe "British Govt reaching for near total citizen surveillance" New Scientist , 14 juni 02
==>www.observer.co.uk/libertywatch/story/0,1373,605722,00.html

==>www.observer.co.uk/politics/story/0,6903,730091,00.html


KLEINE PIM FORTUYN SPECIAL

Het journaille over Pim Fortuyn

"U bent een buitengewoon minderwaardig mens! Weet u dat?" (VARA-baas Marcel van Dam tot Pim Fortuyn, in een tv-debat ; NRCHandelsblad 17 februari 1997)

"Haal die zak stront neer, schop `m in het kruis, steek een vinger in zijn oog" (journalist Matty Verkammen over Pim Fortuyn, Trouw, 22 december 2001).

"Fortuyn heeft al zijn stokpaardjes nog eens aangelengd tot een onwelriekende cocktail. Daarmee maakt hij in een klap duidelijk dat we met een wildplasser van doen hebben, iemand wiens blaas in de loop der jaren zo zwaar onder druk is komen te staan met de residuen van zijn troebele geest dat alleen wild om zich heen plassen verlichting kon bieden" (politiek redacteur Willem Breedveld, Trouw 14 februari 2002).


*

De `internationale socialisten' boeken een grootse overwinning op het fascisme


bron: http://www.indymedia.nl/2002/05/3684.shtml

"Extreem rechtse fortuyn aanhangers haalde het in hun hoofd op de dappermarkt te flyeren. Met steun van het winkelende publiek zijn ze van de markt gejaagt
(...) Er stonden op de markt drie Fortuyn Fascisten te flyeren voor lijst 15, we zijn er naast gaan staan en hard gaan schreeuwen ´Stop rascisme Stop fortuyn, tegen de nieuwe Janmaat´ (...) een groep allochtone jongeren ging om de fortuynisten heen staan, griste de flyer uit hun hand, verscheurde er een en gaf het advies op te rotten en zijn reet ermee af te vegen. Verschillende mensen die langs liepen verscheurde de flyers en namen onze posters en kraten mee. (...) Gewapend met de vlag patrouieerde we voor de zekereid nog even over de markt. Tijdens ons tweede kopje kofie die dag kwam ineens het bericht dat ze er weer stonden. Onmiddelijk gingen we gewapend met nog meer vlaggen en kranten de markt weer op. Dit keer waren ze feller(...) Het lopen en uitdelen werd ze behoorlijk onmogelijk werd gemaakt door hardschreeuwende, krantverkopende kameraden (...) Volledig gedemoralisserd werden ze de tram in gejaagt. Het was een mooie dag en de dappermarkt is weer van ons" (sic).

*

Censuur op Pim Fortuyn

Het weekblad HP/De Tijd bracht op 21 mei postuum een column van Pim Fortuyn over de mishandelingen die Filip Dewinter op 24 september 2000 in Amsterdam onderging. De column werd in illo tempore echter gecensureerd. Pas na de moord op Fortuyn komt de tekst aan het daglicht. Nu is de column te vinden op de website van het Vlaams Blok. Te noteren dat ook gewelddadige `dierenvrienden' er van langs krijgen in deze door het politiek-correcte establishment afgeblokte tekst (de vermoedelijke moordenaar van Pim Fortuyn is een `dierenvriend').

DE COLUMN DIE NIET MOCHT

"Filip Dewinter van het Vlaams Blok was even te gast in Nederland. Nu, hij heeft het geweten! Het NOS-programma Buitenhof had hem gevraagd te verschijnen voor een interview. Nauwelijks gezeten, wordt hij aangevallen en besmeurd met chocolade, en ook daarna gaat het getrek en geduw nog even door. Interviewer Peter van Ingen springt niet tussen belagers en slachtoffer, maar stelt zich terzijde op. Vervolgens wordt door collegaactievoerders voor het raam van de studio zoveel vuurwerk afgestoken dat van een studiogesprek geen sprake meer kan zijn. Sterker nog, Dewinter moet zich het vege lijf redden en laat zich met een politiebusje afvoeren. De camera zoemt vervolgens in op de verschrikkelijk toegetakelde BMW van Dewinter en signaleert op de achterbank van Dewinters auto zeer nadrukkelijk een boek getiteld De moeder van Rudolf Hess. Ik ken dat boek niet, maar het is duidelijk welke boodschap de NOS ons wil mee geven: deze man deugt niet, dat is een fascist!

Zelden heb ik zoiets lafs gezien. Een door velen belaagde man en de NOS die niet over dat feit verontwaardigd is en haar gast te vuur en te zwaard verdedigt, maar laat zien dat de man niet deugt en dus terecht op deze wijze wordt behandeld, zo is de beeldsuggestie.

Voor de actievoerders natuurlijk geen goed woord. Met een overmacht iemand maltraiteren en daarbij methoden gebruiken die fascisten en nazi's niet vreemd waren. Letterlijk Dewinter de mond snoeren, hem fysiek bedreigen en zijn eigendommen zwaar beschadigen. De politie was uiteraard in geen velden of wegen te bekennen, en op een enkele moedige studiomedewerker na mocht Dewinter het zonder NOS-steun stellen, integendeel!

De politie weet in dit land nooit iets als het gaat om links geweld, laat staan dat de BVD iets weet, en ook hier zullen de daders wel niet worden opgepakt. De aanslag op de vriendin van Janmaat (CD), waarbij zij een been verloor, is nooit opgelost, en van enige schadevergoeding van overheidswege is nimmer sprake geweest. Elke boer die in dit land kampt met van de natuur gegeven wateroverlast kan op schadevergoeding rekenen, een rechtse politicus als Janmaat mag rekenen op een terugvordering van subsidies van de staat omdat de publicaties van zijn politiek wetenschappelijke bureau niet wetenschappelijk genoeg zouden zijn. Alsof die van de PvdA, de VVD, het CDA, laat staan van D66, dat wel zijn. In een wetenschappelijk jasje verklede propaganda, meer is het niet. Janmaat wordt gewoon nog even met terugwerkende kracht getreiterd, door het roemruchte poldermodel. De RaRa-acties tegen de Makro, waarbij menige Makro in vlammen opging - reden voor de familie Fentener van Vlissingen om de boel maar te verkopen - acties van dierenvrienden tegen veevoerders die hun vrachtauto's in vlammen zagen opgaan en acties tegen de Shell-pompstations (in verband met de terechte afzinking van de Brent Spar in de Atlantische Oceaan), brandstichting en het doorsnijden van slangen en dergelijke: nooit opgelost, ondanks die grote bek van de BVD (u weet wel, die Docters van Leeuwen) dat zij precies wisten wie achter de acties zaten. Ook de aanslag op de toenmalige staatssecretaris van Asielbeleid, Aad Kosto (PvdA) is nooit opgelost.

Ondertussen zijn kabinet en Kamer weer bereid om deze incompetente lieden, Openbaar Ministerie, politie en BVD voor hun fantastische werk voor de zoveelste keer vele tientallen miljoenen toe te schuiven. Vrouwe Justitia behoort blind te zijn, maar is dat allerminst. Op inspraakavonden voor de oprichting van een asielzoekerscentrum in het een of andere gehucht in Nederland, met camera's aanwezig om mensen die zich onzorgvuldig uitlaten te kunnen beschuldigen van discriminatie en te vervolgen, maar bij Filip Dewinter niet preventief aanwezig zijn. Mensen van de zogenaamde autonomen die zich in de Volkskrant met naam en toenaam bekend maken, mogen mij en de Elsevier op grote affiches afbeelden naast een genoeglijk portret van Hitler. Het OM doet niets; daar moet je maar tegen kunnen! Ik had wel eens willen weten wat er was gebeurd indien ik niet toevallig wit, maar gewoon lekker zwart was!
"

==> Andere geweigerde PF-column:
http://nu.nl/document?n=4407


*
De zittende politicus

Gerrit Komrij



Hij heeft nog nooit gedanst. Hij kent zijn doel.
Nog nooit is op zijn vale klerkensmoel
Zomaar een lach verschenen, maar die nacht,
Nadat de gek de nar had omgebracht,
Kroop hij zijn bed uit, glimmend van de pret,
En maakte hij onbespied een pirouette.
Dank, dank, riep hij, het monster is geveld.
Hij oefende het woord 'geschokt' voor morgen
En sliep als twintig ossen kunnen slapen.
Straks is hij, voor de camera, vol zorgen.
Natuurlijk is hij zwaar tegen geweld.
Daar klinkt verdomd weer zijn belegen lied.
Hij loopt op straat, ondragelijk rechtschapen,
En ziet nog steeds het echte monster niet.


==> http://www.nrc.nl/dossiers/Dichter_des_Vaderlands/1021007830386.html

*

Citaten van Pim Fortuyn

"We hebben hier zo lang onder een geestelijke terreur geleefd die door de linkse elite in stand werd gehouden. Elsevier is het enige blad dat over asielzoekers schreef. Weet je dat juristen die artikelen vooraf moesten goedkeuren om aanklachten te voorkomen. Moet je je voorstellen. Over vrijheid van meningsuiting gesproken. Wisten jullie dat tot voor kort in dit land etnische herkomst niet mocht worden vernoemd als het om misdrijven ging, je mocht het in de statistieken niet verwerken, je mocht het niet eens meten. De politieke elite is al jarenlang stokdoof (...) In jullie land is het nog zo" (Pim Fortuyn in De Morgen, 4 mei 2002 p.55)

"Ik sta achter wat Voltaire zegt: ik kan uw mening nog zo abject vinden, maar ik zal uw recht verdedigen om die te uiten. Ik ben ook voor afschaffen van dat rare Grondwetsartikel: gij zult niet discrimineren. Prachtig. Maar als dat betekent dat mensen geen discriminerende opmerkingen meer mogen maken, en die maak je in dit land nogal snel, dat zeg ik: dit is niet goed. Laat mensen die opmerkingen maar maken. Er is een grens en die vind ik heel belangrijk: je mag nooit aanzetten tot fysiek geweld. Dat kan een rechtsstaat zich niet permitteren. Maar als een imam weet te vertellen dat mijn levenswandel volstrekt verwerpelijk is en beneden die van varkens ligt: oké, dan zegt hij dat maar." (Volkskrant, 9 februari 2002)

"Kinderen hebben niets te zoeken in een crèche. Ik was altijd blij dat mijn moeder thuis was" (Pim Fortuyn in Gay Krant, 27 april 2002. Ter bevestiging van Fortuyns opvatting: volgens een recent bericht in Artze-Zeitung bedraagt het gemiddeld geluidsniveau in de Duitse crèches ongeveer 85 decibel, te vergelijken met het akoestisch volume van een nabije drilboor).

_________________________________