Cultuur van het hart

Enkele jaren geleden zagen we bij De Slegte stapels liggen van het boek "Bernard Lievegoed, lezingen en essays 1953-1986" van de Uitgeverij Vrij Geestesleven. We drukken hieronder het voorlaatste hoofdstuk af.Het is de weergave van een gesprek dat de journalist Jelle van der Meulen had met Bernard Lievegoed, en dat verscheen in het tijdschrift Jonas in 1980.

Drempeloverschrijdingen

JvdM: Aan het begin van deze eeuw zei Rudolf Steiner: "De mensheid is over een drempel gegaan." Wat bedoelde hij daarmee en aan welke verschijnselen kunnen we dat gebeuren aflezen ?

BL: De mens leeft met zijn bewustzijn tussen twee grenzen. Aan de ene kant is er de grens naar buiten, de zintuiglijke wereld. Wat je daar waarneemt met de zintuigen is de buitenkant van de dingen. Je neemt niet de boom waar. maar het teruggekaatste licht. De wetenschap probeert wel wanhopig te weten te komen wat er achter die grens is, maar verder dan wetenschappelijke hypothesen komt men niet. We zijn aangekomen op een moment in de ontwikkeling van de mensheid dat die grens geleidelijk aan overschreden wordt. De sluier wordt steeds dunner. Zodra de grens overschreden wordt -en veel mensen maken dat tegenwoordig mee- kom je terecht in de wereld van krachten die het leven in stand houden en organiseren. Dat wordt wel de elementaire wereld genoemd. Als iemand daar onvoorbereid in komt is de indruk zo overweldigend dat het Ik-bewustzijn wegvalt. Elke nacht treden wij die wereld binnen, maar verliezen het bewustzijn op het moment van inslapen. We worden iedere nacht behoed voor het overweldigende van die krachten.

De tweede grens is die van de wereld naar binnen. Als je bij jezelf naar binnen kijkt neem je waar dat je denkt, voelt en wil. Maar wat dat denken, dat voelen en dat willen nu eigenlijk is, kun je niet doorschouwen. Daar sta je ook voor een zwarte muur. Als je daar doorheen zou breken, kom je terecht in de wereld van de krachten die je eigen organisme vormen. Iedere morgen bij het ontwaken bloeit die innerlijke wereld op, en we zouden onszelf erin verliezen wanneer niet onmiddellijk onze aandacht wordt getrokken naar de wereld om ons heen.

Beide drempels worden dunner. De mens stoot er steeds makkelijker doorheen. Dat zal in de toekomst steeds sterker worden. Om te voorkomen dat het ons overvalt, moeten we ons erop voorbereiden en ons afvragen: Wat gebeurt er eigenlijk wanneer we door die grenzen gaan ? Hier ligt voor ieder mens een individuele scholingsweg. Na lange voorbereiding ging de leerling van de oude mysteriën een van de twee wegen. De zuidelijke, Egyptische mysteriën gingen de weg naar binnen. De noordelijke, Germaanse mysteriën gingen de weg naar buiten.De noordelijke ingewijden beleefden de wereld die direct achter de zintuiglijke wereld ligt. Zij namen elementaire wezens waar, zoals de nevelreuzen. Je kunt het gebied van de elementaire krachten alleen betreden na lange voorbereiding, door een enorme moed te ontwikkelen. Je komt in een wereld van ongelooflijke natuurkrachten. Als je dat volledig bewust en zonder voorbereiding meemaakt, word je erdoor overdonderd.

Wat zijn er nu de symptomen van dat de grens naar buiten steeds meer overschreden wordt ? Het eerste is een beleven van Ik-loosheid, Ik-vervluchtiging. Er ontstaat wat men wel eens vervreemding noemt. Men wordt eenzaam, vraagt zich af wat de wereld nu eigenlijk is. Dat is het eerste stadium van Ik-verdunning. Het denken pakt de dingen niet meer, het gevoelsleven schommelt heen en weer en je weet niet meer wat je wil. Je ziet dit verschijnsel bij vrouwen die 's morgens om elf uur moederziel alleen zitten op hun flatje waar niets meer valt op te ruimen. Ze grijpen dan naar de alcohol om de zaak te verdoven. Het eerste stadium van Ik-verdunning is een cultuurziekte geworden. Je ziet het overal om je heen. Het is een bewijs van het feit dat men bezig is de drempel onvoorbereid te overschrijden.

Het tweede stadium is dat de mens met een plotselinge ruk terecht komt in de elementaire wereld. In Amerika noemen ze dat 'snapping'. Bekendere woorden zijn misschien 'high' worden en flippen.. In mijn studietijd (1924- 1928) kende de psychiatrie deze beelden helemaal niet. Men kende wel de psychiatrie van de weg naar binnen, maar niet die van de weg naar buiten. De meeste psychiaters weten dan ook helemaal niet wat ze ermee aan moeten.

In de eerste fase van de Ik-verdunning worden veel jongeren benaderd door allerlei bewegingen zoals de Hare Krishna, de Moonies en de beweging van Bhagwan. Ze herkennen deze jongeren eenvoudig op straat en nodigen ze uit. Dan wordt er urenlang op ze ingepraat en door nachtenlang niet te slapen treedt plotseling de drempelovergang op. Jongelui hebben me verteld wat ze dan beleven: ze nemen bvb. bonte kleurwervelingen waar en hebben het gevoel bevrijd te zijn. Als je na zo'n onvoorbereide binnentreding in dat gebied weer terugkomt vind je je Ik niet meer. Je blijft naar die andere wereld verlangen; de gewone wereld is mat en vervelend geworden. Het gevolg is dat de belangstelling voor de samenleving afneemt en men zich niet meer verantwoordelijk voelt voor andere mensen. Dat gaat tegenwoordig rond als een jeugdziekte. De mensen laten de dingen los.

Het binnentreden in de elementaire wereld is erg afhankelijk van je eigen temperament. Als je cholerisch bent, beleef je die wereld als vuurwereld. Als je flegmatisch bent krijg je het gevoel in een waterwereld te zijn. De sanguïnicus stuit op de windkrachten, op de wisselende invloeden van het weer; de melancholicus beleeft het als een ijsverstarring. Al deze beschrijvingen vind je terug in de Noorse mythologieën.

Een belangrijke therapie voor mensen die de Ik-verdunning meemaken is het leren fenomenologisch waar te nemen. Werkelijk de moeite nemen om eens te kijken hoe een boom eruit ziet. Daardoor ontstaat bij volledig bewustzijn een intensieve verhouding met de buitenwereld. Het onbevangen waarnemen van dingen brengt je niet buiten jezelf, zoals het vele gemediteer dat je tegenwoordig zo vaak ziet. Het 'chanten' van de Hare-Krishna-beweging is niets anders dan een methode om je buiten jezelf te drijven. Als ik honderd keer achter elkaar zeg: stoel, stoel, stoel enz., dan ben ik op een gegeven moment weg. De Hare-Krishna-beweging hanteert het als een middel om problemen op te lossen. Het tegendeel gebeurt. Je lost niets op, maar droomt jezelf ervan weg en wordt onzelfstandig en afhankelijk van de sekte.De weg naar binnen leidt naar het eigen verleden. Je komt in de wereld van de tijd. Eerst stuit je op je eigen gevoelens, waarbij het Ik niet vervluchtigt, maar juist wordt samengeperst. Er ontstaat een enorm gericht zijn op jezelf. Je wordt geconfronteerd met alles wat je had kunnen doen maar wat je niet hebt gedaan. Dan ontstaat zelfverwijt en een licht depressief gevoel. Die zelfverwijten zijn natuurlijk terecht (of niet ), maar als je er niet in slaagt erboven te blijven staan, werken ze verlammend. Op de weg naar binnen is dit de eerste fase: het depressief worden en vaag op jezelf betrokken zijn.

Zodra je een niveau dieper komt, komen die krachten in je bewustzijn die de organen vormen. Je ervaart dan de krachten van de lever, van de stofwisselingsorganen enz. Die krachten zijn dwingend zoals ook de stoffen die je tot je neemt dwingend afgebroken en weer opgebouwd worden. De gevolgen kunnen zijn een psychose, of bvb. hallucinaties. De krachten waarmee je dan wordt geconfronteerd zijn geweldig: als je je indenkt dat binnen het lichaam zich chemische reacties afspelen die buiten het lichaam enorme hoge druk nodig hebben en dan bovendien explosief kunnen zijn. Zodra zulke krachten doordringen in het bewustzijn zijn ze dwingend.

De laatste fase van de weg naar binnen is de schizofrenie. Je bent dan geheel gevangen in je eigen organen, tot in het fysieke. Zolang dat nog niet het geval is, is het beweeglijk, alhoewel ook dan de mensen de verschrikkelijkste dingen doormaken.
In de oude Egyptische mysteriën kon men deze weg gaan doordat er een eindeloze voorbereiding aan vooraf ging. Vooral oefeningen in deemoed; tegen jezelf zeggen: ik ben tenslotte maar een heel onbeduidend mannetje, maar ik laat me daar niet door ontmoedigen. Het is voor mij alleen maar een aansporing om te zorgen dat ik aan mijzelf werk.
Je ziet dus twee kanten. In de oude mysteriën ging men de ene of de andere weg. In de nieuwe tijd moet je beide wegen met volledig bewustzijn gaan. Daarvoor is nodig dat je je grondig voorbereidt. Voor de weg naar buiten: leren waarnemen en meeleven met de loop der seizoenen. Het gaat erom dat je al waarnemend leert door te dringen tot de geestelijke werkelijkheden achter de dingen, zodat je niet verrast wordt wanneer je met een ruk bewust wordt in de elementaire wereld.
Bij de weg naar binnen gaat het om de deemoed en om het overwinnen van de angst. De moderne weg hoort te gaan vanuit het zelfbewuste Ik opdat de mens in evenwicht blijft. Een stapje naar binnen en een stapje naar buiten. Je moet voorkomen dat je in het ene, dan wel in het andere schiet. Je moet in het midden blijven, in volledig bewustzijn.

Jung

JvdM: Bovenstaande doet denken aan de beschrijvingen van C.G. Jung van de extraverte en de introverte ziel. De eerste is primair betrokken op de buitenwereld, terwijl de laatste zich richt op de binnenwereld. Jung ontdekte dat deze polariteit heerst in de menselijke ziel, waarbij vaak een van beide op de voorgrond staat.

BL: Ik heb een groot respect voor Jung. Hij was een groot fenomenoloog. Hij heeft enorm veel waargenomen in de menselijke ziel. Maar zijn theoretische achtergrond is zeer matig. Om die reden heeft hij in de wetenschap van de psychologie jarenlang niet geteld. Maar natuurlijk is het waar dat Jung de weg naar binnen de weg naar buiten heeft ontdekt. Wat hem ontbreekt is het inzicht in de geestelijke achtergrond van de dingen. Hij heeft niet gezien dat alle moderne neurosen en psychosen in feite mislukte inwijdingen zijn.Jung heeft momenten gehad dat hij aan de grens van het psychotische was. In zijn boek 'Herinneringen, dromen, gedachten' beschrijft hij dat hij tenslotte de weg naar binnen gaat. Hij schrijft dan: ik liet me vallen in een lege afgrond en wist van tevoren niet of ik eruit zou komen als schizofreen of als normaal mens. Jaren heeft hij nodig gehad om die hellevaart te verwerken. Hij vertelt dat hij op die momenten graag een goeroe had gehad, die hem de weg had kunnen wijzen.
Jung had een angst: de werkelijkheid van de geest. Willem Zeylmans van Emmichoven (de eerste voorzitter van de Anthroposofische Vereniging in Nederland), die ook psychiater was, heeft Jung eens opgezocht en hem onder meer gevraagd hoe deze stond tegenover reïncarnatie. Jung antwoordde: "Ziet u, ik ben psycholoog en ik houd me daarbij. Ik ben geen theoloog, zodat de godsdienst buiten mijn wetenschap valt. Over reïncarnatie heb ik een ander idee". Jung vertelde toen hoe hij eens samen met een groepje mensen in een kerk te Ravenna was, waar hij tegen sluitingstijd een mozaïek ontdekte die hij nog niet eerder in de kerk had gezien. Enthousiast haalde hij de anderen erbij. Die zagen niks. Er was eenvoudig geen mozaïek. Jung heeft de zaak toen laten uitzoeken en het bleek dat op die plaats oorspronkelijk een mozaïek was geweest, die in de zesde of zevende eeuw werd vernietigd. Lachend zei Jung toen tegen Zeylmans: "En nu denkt u dat ik daar in een vorige incarnatie ben geweest ... Ik denk echter dat ik door het archaïsche bewustzijn kon lezen in de wereldherinnering".In onze tijd kunnen psychische verschijnselen niet meer worden beschouwd zonder een geestelijke achtergrond. De individuele mens gaat door de grenzen heen van de buitenwereld en de binnenwereld en het is van het allergrootste belang dat men zich daar oefenend op voorbereidt. De veel voorkomende psychische ziekten, zoals vervreemding en flippen aan de ene kant, en waanvoorstellingen en schizofrenie aan de andere kant, zijn tekenen van het onvoorbereid overschrijden van grenzen.

De wereldpolitiek

Een kleine waarschuwing bij dit hoofdstukje: wat Bernard Lievegoed hier vertelt over Mongolen en mohammedanen is 20 jaar later helemaal niet politiek correct. Maar we verwijzen in dit verband liever naar het artikel van Jos Verhulst in 'De Witte Werf' van juni/juli 2000 over het reactionair karakter van Politieke Correctheid ( "PC: het progressieve masker van het globale kapitalisme"). -fdw.

JvdM: Zo op het eerste gezicht is het niet moeilijk om vast te stellen waar de spanningen liggen (in 1980 - fdw). Rusland versus Amerika, Iran, het Midden-Oosten, het Westen en de Derde Wereld, Afghanistan.

BL: In een gesprek vertelde Steiner dat de werkelijke spanningen in de wereldpolitiek liggen tussen China en Amerika. Hij voorzag een strijd tussen beide landen, waarbij hij in het midden liet of die zich zou afspelen over Europa heen, dan wel over de oceaan. Voor ons valt te hopen dat het laatste het geval is, alhoewel Steiner enkele malen heeft gesproken over een verwoest Europa tussen 1950 en 2050.Mao Tse Toeng heeft natuurlijk een grote rol gespeeld in de versterking en centralisatie van China. Hij heeft vorm gegeven aan de Chinese Volksrepubliek die in 1949 werd opgericht en waarvan hij de voorzitter werd. Nu is het van belang te weten dat Mao zijn inspiratie heeft gehaald tijdens de grote tocht naar het Noorden, in Buiten-Mongolië, waar tegenwoordig de Mongoolse Volksrepubliek ligt.
Dat is een heel bijzonder gebied op aarde, waar heel sterke Marskrachten inwerken. Deze worden volgens een oude Chinese traditie elke achthonderd jaar actief. China heeft tegen deze Mongolenstormen zijn Chinese Muur gebouwd. De demonische Marskrachten in dat gebied nemen dan bezit van mensen en drijven ze tot gewelddadige overheersing. Er zijn een aantal momenten in de geschiedenis aan te wijzen waarop eerst China en later ook Europa vanuit het Oosten dreigden te worden overheerst. Op een voor een uiterlijke beschouwingswijze onbegrijpelijke manier werd vaak ingegrepen en het lot ten goede gekeerd.
Toen Attila na de slag op de Catalaunische velden bij Troyes in 450 werd teruggeslagen, lag voor hem de weg naar Zuid-Europa open. Hij trok naar Italië om het onverdedigde Rome te plunderen. De legende verhaalt hoe paus Leo de Grote hem tegemoet komt en Attila boven de paus een groot paard ziet, waarop de aartsengel Michaël zit. Attila schrikt daar zo van dat hij hals over kop naar Hongarije vlucht waar hij korte tijd later sterft. Binnen een jaar was er geen Mongool meer in Europa. De demonische Marskrachten kunnen niet worden verslagen door wapens, maar alleen door het licht van een christelijke ingewijde. Op het moment dat de demonische invloeden Attila hebben verlaten, vraagt hij zich af: Wat doe ik hier eigenlijk ? Terstond is de overheersingsdrang verdwenen en vlucht hij.
Hetzelfde herhaalt zich 800 jaar later. Bij Breslau komen de Mongolen Europa binnen en verslaan alle Silezische ridders in de slag bij Liegnitz. De poort naar Europa ligt open. De dag na de slag echter trekt het leger zich in paniek terug en binnen drie maand was heel Rusland vrij van Mongolen. Een historisch raadsel. Het was ook hier een ingewijde die de demonische krachten tegemoet trad. Dat was de heilige Hedwig. Zij was familie van Elisabeth van Thuringen. Zij was getrouwd met graaf Wilhelm van Silezië. Met hulp van Cisterciënser monniken laat de graaf kloosters bouwen. In een van die kloosters leefde een abt die enkele malen naar Rome toog om te zeggen: "Hou toch op met die kruistochten. Het gevaar ligt niet in Palestina maar in Centraal-Azie". Iedereen verklaarde hem voor gek maar hij wist waar hij het over had. Innerlijk bereidde hij zich -samen met de heilige Hedwig- voor op de komst van de Mongolen. Het is het christelijke licht dat deze mensen uitstraalden dat de Mongolen de wijk deed nemen.
Ook in onze tijd zou dus weer een Mars-inspiratie moeten uitgaan van het Mongoolse gebied. Mao heeft daar zijn inspiratie gehaald en ik houd het dan ook niet voor onmogelijk dat eens een nieuwe Mongolenstorm tot in Europa zijn uitwerking zal hebben. Wanneer je naar de uiterlijke politieke omstandigheden kijkt zul je misschien zeggen: waar haalt u het vandaan. Als je echter door de dingen heen kijkt en rekening houdt met geestelijke werkelijkheden is zoiets helemaal niet ondenkbaar.
Op deze gevaren moeten we voorbereid zijn. De demonische Marskrachten versla je niet met wapengeweld. Waar het om gaat is dat er een christelijke subcultuur ontstaat in Europa met krachten die opgewassen zijn tegen de demonen. Er moeten culturele eilanden komen waar mensen zijn die echt menen wat ze doen. Waar niet gewerkt wordt vanuit een systeem, omdat je daarmee zo handig kinderen kunt leren lezen en schrijven. Plaatsen waar menselijkheid is, waar tegenstellingen niet worden verdoezeld, maar waar mensen echt op elkaar ingaan. Als het zover is dat er een grote ingewijde zal zijn, zal hij zonder een subcultuur van het hart niet kunnen werken.
De andere tegenkracht is de fanatieke islam, die nu een renaissance doormaakt. Uit het zuidoosten dreigt een overheersing van Europa door een heilige oorlog van fanatieke mohammedaanse groepen. Het gaat hier om een zuiver ideologische strijd die in de komende decennia kan escaleren. Of het een aanval met wapens of met economische middelen gaat worden is nog onzeker, maar ook hier staan wij in een geestesstrijd die alleen door een christelijke cultuur van het hart gewonnen wordt, zoals reeds een paar maal in de laatste dertienhonderd jaar is gebeurd.
Men kan wat ik hier zeg zien als negatief doemdenken. Dat is het niet. Het is een aansporing om positief te staan in de grote taken van deze tijd.