De Vrije School - een contradictio in terminis ?

 

 

 

De meeste mensen zijn er nog altijd van overtuigd dat de school een instituut is dat de kinderen voorbereidt om (met succes) te kunnen meedraaien in de maatschappij. Leerplannen schrijven voor wat de kinderen in ieder jaar moeten kennen en kunnen, en de leerkrachten doen hun best om de kinderen de opgelegde doelen te doen bereiken. Ogenschijnlijk gaat het om kennisoverdracht. Bij nader toezien lijkt de school dan verschrikkelijk inefficiënt. Een voorbeeld: wie op zijn achttiende de school verlaat heeft minstens acht jaar Frans gehad, maar kan zich ternauwernood verstaanbaar maken in die taal.

Als het niet om kennis gaat, waar draait de school dan wel rond ?

Volgens John Taylor Gatto, Leerkracht van het Jaar in 1991 in de staat New York, is de school gewoon een disciplineringsinstrument, bedoeld om de mensen dom te houden. Deze stelling vindt u terug in het essay dat hij publiceerde in het herfstnummer van de Whole Earth Review in '91, getiteld: "De zes lessen van de leerkracht". Men zou het essay ook "Het verborgen leerplan" kunnen noemen.

Waarom drukken wij een vertaling van dit essay af in een antroposofisch tijdschrift ?

Enerzijds omdat de kritiek van John Taylor Gatto ook op de Steinerschool van toepassing is. In de Steinerschool mag nooit gewerkt worden vanuit traditie, te allen tijde moet men het waarom van wat men doet duidelijk voor ogen hebben. Men moet Rudolf Steiner naar de geest durven volgen, niet naar de letter van 1919. En misschien is een school niet meer het beste middel om kinderen tot vrijheid op te voeden ...

Anderzijds is het altijd interessant als niet-antroposofen zaken opmerken die onder antroposofen gemeengoed zijn, zoals in dit geval de invloed van het oude Egypte.

Rudolf Steiner heeft erop gewezen dat de cultuurperiodes spiegelen:

De eerste na-Atlantische cultuurperiode, de oud-Indische dus, met de zevende;

de tweede, de oud-Perzische, met de zesde;

de derde, Egyptisch-Babylonische, met onze cultuurperiode, de vijfde.

Alleen de Grieks-Romeinse periode staat op zich, als een middelpunt.

Volgens Rudolf Steiner heeft onze neiging om alleen het materiële belangrijk te vinden te maken met het feit dat in het oude Egypte lijken gebalsemd werden: zielen bleven na de dood te zeer verbonden met hun materiële drager. In onze cultuurperiode moet de mens innerlijk vrij worden, maar tegenmachten houden de mens liever in een piramidale maatschappijstructuur gevangen, waar de moderne hogepriesters bepalen hoe er dient geleefd te worden. Alleen beschikten in Egypte de hogepriesters effectief over hogere wijsheid, de moderne hogepriesters zijn enkel geïnspireerd door individueel en/of groepsegoïsme.

Mijn vertaling loopt misschien wat mank, daarom zeg ik het op voorhand: zet jullie gevoel voor ironie maar aan!

 

 

De zes lessen van de leerkracht - het verborgen leerplan

 

 

Noem mij Mr. Gatto asjeblieft. Zesentwintig jaar geleden -ik had niets beter te doen- besloot ik om in scholen te gaan lesgeven. Mijn diploma kwalificeert mij als lesgever in Engelse taal en literatuur, maar dat is het laatste wat ik doe. Wat ik eigenlijk doe is school-lesgeven, en ik win er nog prijzen mee ook.

Lesgeven omvat een heleboel zaken, maar er zijn zes lessen die voor alle scholen dezelfde zijn, van Harlem tot Hollywood. Je betaalt voor deze lessen op meer manieren dan je je kunt indenken, je kunt dus maar beter weten welke lessen het zijn:

De eerste les die ik geef is: "Blijf in de richting waarin je thuishoort". Ik weet niet wie bepaalt welke leerling in mijn klas terecht komt, maar dat is mijn probleem niet. Mijn opdracht is te zorgen dat de kinderen het leuk vinden -tezamen opgesloten worden bedoel ik- of toch tenminste het verdragen. Als alles goed gaat kunnen de kinderen zich niet voorstellen dat ze ergens anders zouden zijn; ze benijden en vrezen de moeilijkere richtingen en misprijzen de lagere richtingen. Aldus houdt de klas zichzelf meestal op de juiste positie voor de lange mars. Dat is de echte les van iedere valse competitie zoals de school er een is. Je leert er je plaats kennen.

Maar toch, ondanks dit basisgegeven, zet ik de kinderen aan om hogere uitslagen te bekomen voor hun toetsen. Daarbij beloof ik een eventuele transfer naar een zwaardere richting als beloning. Ik laat ze verstaan dat op een dag een werkgever hen zal aanwerven op basis van hun uitslag, hoewel mijn eigen ervaring leert dat werkgevers (terecht) onverschillig staan t.o.v. dat soort dingen. Ik ga nooit rechtuit liegen, maar ik heb moeten inzien dat waarheid en [school]lesgeven onverenigbaar zijn.

De tweede les die ik de kinderen leer is om, zoals een lichtschakelaar, aan en uit te gaan. Ik eis dat ze volledig opgaan in mijn lessen, opspringend achter hun bank om het antwoord te mogen geven, onder elkaar energiek wedijverend om mijn gunst ... maar wanneer de bel gaat dan moeten ze ogenblikkelijk alle werk laten vallen en vlug naar een ander lokaal doorschuiven. Iets van belang wordt nooit afgewerkt noch in mijn klas, noch in om 't even welke andere naar mijn weten.

De les van de bel is dat er geen werk bestaat dat waard is om af te werken, dus waarom zou men zich al te veel interesseren in iets ? De bel is de geheime logica van de schooltijd. Zij is onverbiddelijk; zij vernietigt verleden en toekomst, en verandert ieder tijdsinterval tot een grijze, monotone passage, zoals iedere stromende rivier op een landkaart slechts een blauwe lijn is. De bel ent onverschilligheid op ieder project.

De derde les die ik je leer is om je wil over te leveren aan een ganse resem bevelen. Rechten kunnen toegekend worden of geweigerd, door het gezag, hoger beroep is er niet. Als schoolleerkracht kom ik tussen in vele persoonlijke beslissingen, ik kan toestemming verlenen wanneer de vraag mij terecht schijnt, ik kan ook iemand op het matje roepen wanneer diens gedrag mijn controlerend overzicht bedreigt. Mijn oordelen komen met gewicht en ook snel, want voortdurend probeert individualiteit zijn kop op te steken in mijn klas. Individualiteit is een vloek voor alle systemen die mensen willen indelen, het is in tegenspraak met het klasgebeuren.

Hoe manifesteert individualiteit zich ? Kinderen willen een ogenblik alleen zijn en zeggen dat ze naar het toilet moeten; dan weer willen ze wat privacy, ze zeggen dat ze even niet goed zijn om alleen in de gang te kunnen. Af en toe verschijnt vrije wil open en bloot in de vorm van kinderen die kwaad of depressief zijn, of wanneer ze schateren om dingen die zich buiten mijn gezichtsbereik bevinden. Op dit gebied kunnen er echter geen rechten bestaan, alleen privileges. En die kan de leraar naar believen terug intrekken.

De vierde les is dat ik diegene ben die bepaalt wat jij gaat leren (t.t.z. ik voer de bevelen uit die ik zelf krijg van de mensen die mij betalen). Deze macht laat mij toe om ogenblikkelijk de brave kinderen van de stoute te onderscheiden. Brave kinderen voeren de taken uit die ik opleg met een minimum aan tegenspraak en met een passend enthousiasme. Er zijn miljoenen zaken waard om te leren, maar ik bepaal welke de weinige zijn waar wij tijd voor hebben. De keuze hangt van mij af. Nieuwsgierigheid heeft geen waarde voor mijn werk, alleen conformisme.

Stoute kinderen zetten zich hier tegen af natuurlijk, ze proberen openlijk of in 't geniep zelf te beslissen wat ze wel of niet gaan leren. Hoe kunnen we zoiets toestaan als we willen overleven als schoolleraars ? Gelukkig zijn er procedures om de wil te breken van diegenen die zich verzetten.

Dit is een andere manier om de les van afhankelijkheid te geven: welopgevoede mensen wachten op een leraar die hen vertelt wat ze moeten doen. Dit is de belangrijkste les van al: dat we moeten wachten tot andere mensen, bekwamer dan wijzelf, de zin van ons leven bepalen. Ik overdrijf niet wanneer ik zeg dat onze ganse economie ervan afhangt of deze les geleerd wordt. Bedenk eens wat er allemaal zou wegvallen indien kinderen de les van afhankelijkheid niet zouden leren: bijna de volledige sociale sector inclusief de snelgroeiende therapie- en begeleidingsbusiness; alle soorten commercieel vermaak, inbegrepen de TV, zouden wegkwijnen indien mensen terug zouden weten hoe ze zichzelf kunnen amuseren. Voedingsindustrie, restaurants en kant-en-klare meeneemzaken kunnen het wel vergeten als mensen terug liever hun eigen eten zouden klaarmaken in plaats van vreemden voor hen te laten koken. Veel van de moderne rechtspleging, geneeskunde en techniek zou er moeten aan geloven -ook de kledingindustrie- indien er niet ieder jaar een gegarandeerde stroom hulpeloze mensen door onze scholen werd afgeleverd. Wij hebben een maatschappij opgebouwd die afhangt van mensen die men moet vertellen wat ze moeten doen omdat ze zich geen andere manier van leven kunnen voorstellen. In 's hemelsnaam, laat ons toch dit systeem niet in gevaar brengen !

<>In les vijf leer ik je dat je zelfrespect moet afhangen van wat anderen van jou denken. Mijn leerlingen worden constant geëvalueerd en beoordeeld. Iedere maand krijgen de studenten thuis een rapport, indrukwekkend gedetailleerd. Het kan goedkeuring bevatten of heel precies aangeven -tot op 1 % na- hoe ontevreden ouders over hun kind moeten zijn. Hoewel sommige mensen verrast zouden opkijken als ze wisten hoe weinig tijd en denkwerk het opstellen van zo'n rapport vraagt, toch vormen deze rapporten met hun schijn van objectiviteit op den duur een volledig profiel van wat er aan het kind mankeert. Het kind wordt dan ook gedwongen om tot bepaalde conclusies over zichzelf en over zijn toekomst te komen op basis van het oppervlakkig oordeel van vreemden.

Zelfevaluatie, het kernstuk van ieder belangrijk filosofisch systeem op deze planeet, speelt hier nooit een rol. De les van rapporten, onderscheidingen en toetsen is dat kinderen niet zichzelf of hun ouders moeten vertrouwen, maar dat ze moeten betrouwen op de evaluatie door erkende instanties. Mensen hebben het nodig dat iemand anders hen vertelt hoeveel ze waard zijn.

<>In les zes leer ik de kinderen dat ze in de gaten gehouden worden. Ik hou iedere student onder toezicht en mijn collega's doen dat eveneens. Er bestaat geen privacy voor kinderen, geen privé-plaats, geen privé-tijd. Tussen twee lessen hebben ze 300 seconden om van klas te wisselen, aldus wordt een gevaarlijke verbroedering onmogelijk gemaakt. De studenten worden aangemoedigd om over elkaar dingen over te dragen, zelfs over hun ouders. Natuurlijk moedig ik ook ouders aan om evt. eigenzinnig gedrag van hun eigen kind te melden.

Ik geef huiswerk mee opdat het toezicht ook buiten de schooluren verder loopt tot in het gezin. Stel je voor, de studenten zouden die vrije tijd wel eens kunnen gebruiken om iets te leren dat niet voorgeschreven is, misschien van vader of moeder of van een wijzer persoon in de buurt.

De les van het constante toezicht is dat niemand mag vertrouwd worden, dat privacy niet wettelijk is. Bewaking en toezicht is een oude eis die voorkomt bij vele invloedrijke denkers: Calvijn, Plato, Hobbes, Comte, Francis Bacon. Al deze mannen zonder kinderen deden dezelfde ontdekking: kinderen moeten goed in de gaten worden gehouden als je een maatschappij onder een centraal gezag wil houden.

<>Dé grote triomf van het schoolsysteem is, dat er zelfs bij de beste onder mijn collega's en zelfs bij de beste ouders nauwelijks te vinden zijn die zich kunnen voorstellen om het onderwijs anders aan te pakken. En toch: slechts enkele generaties geleden werd het effectief anders aangepakt in onze United States. Originaliteit en verscheidenheid waren toen de norm. Doordat er geen vaste regels waren konden wij het mirakel van de wereld worden. De grenzen van de sociale klassen waren relatief gemakkelijk te overschrijden. Onze burgers hadden een geweldig vertrouwen in hun eigen kunnen, ze waren vindingrijk, deden zo vele zaken onafhankelijk, dachten voor zich zelf. We stelden iets voor, als individuen, betrouwend op eigen kracht.

Er zijn eigenlijk maar 50 contacturen nodig om zoveel basisvaardigheden in rekenen en schrijven over te dragen, dat de kinderen zichzelf daarna met zelfstudie kunnen verder helpen. De roep om "basiskennis" is een rookgordijn waarachter de scholen zich verschuilen om voor 12 jaar te kunnen beslag leggen op de tijd van de kinderen en hun gedurende die jaren in de eerste plaats de zes lessen te leren die ik daarnet kom te beschrijven.

In onze Verenigde Staten is de maatschappij altijd meer onder een centraal gezag geraakt sinds juist vóór de Burgeroorlog. Het leven dat we leiden, de kledij die we dragen, het eten dat we eten en de verkeerslichten die we passeren wanneer we van de Oost- naar de Westkust rijden, het zijn allemaal voortbrengselen van die centrale controle. En evenzeer, denk ik, zijn de epidemieën van drugs, zelfmoord, echtscheiding, geweld, wreedheid, en het verstarren van klassen tot kasten het product van de ontmenselijking van onze levens, van het verminderen van het belang van het individu en het gezin, onder dwang van het centraal gezag.

Zonder een volledig actieve rol in het leven van de gemeenschap kan je je niet ontwikkelen tot een compleet menselijk wezen. Zo sprak Aristoteles. Hij had ongetwijfeld gelijk. Kijk rondom jou of kijk naar jezelf, daar zie je het bewijs.

"School" is een essentieel element dat een systeem ondersteunt, gebaseerd op een visie van sociale techniek dat de meeste mensen veroordeelt tot een ondergeschikt bestaan als bouwstenen van een sociale piramide die naar boven toe versmalt tot een controlerend punt. "School" is een werktuig dat een dergelijke piramidale sociale ordening onvermijdelijk doet schijnen (hoewel dit uitgangspunt een fundamenteel verraad betekent van de Amerikaanse Revolutie). In de koloniale tijd in de eerste dagen van de vroege Republiek waren er om zo te zeggen geen scholen. En toch waren we goed op weg om de droom van democratie te verwezenlijken. We lieten deze droom voor wat hij was door een relict van het oude Egypte tot leven te wekken: verplichte opleiding tot ondergeschiktheid voor iedereen. Verplichte scholing was het geheim dat Plato met tegenzin onthulde in de Republica waar hij zijn plannen ontvouwde om het menselijk leven volledig onder staatscontrole te brengen.

>Het huidig debat of er een standaard leerplan voor gans het land moet komen is boerenbedrog: dat is er namelijk al, het zit verborgen in de zes lessen waar ik over sprak en in andere die ik jullie bespaar. Dit leerplan brengt een morele en intellectuele verlamming voort en geen enkel inhoudelijk leerplan zal volstaan om de negatieve effecten tegen te werken. Waar de leerplan-discussie over gaat is totaal irrelevant.

Maar er is niets dat onvermijdelijk is, er bestaat niets dat ondoordringbaar is voor verandering. We hebben wel degelijk een keuze van hoe we jonge mensen willen opvoeden; daar bestaat niet: één juiste manier. Er is geen "internationale concurrentie" die ons leven moet vorm geven, hoe moeilijk het ook is om ons dit voor te stellen met die constante druk van de media die ons het tegendeel willen doen geloven. In ieder belangrijk materieel aspect kan ons land in eigen behoeften voorzien. Als we een niet-materiële filosofie zouden kunnen terugwinnen die een zin kon geven aan wat écht belangrijk is, aan familie, vrienden, de opeenvolging van de seizoenen, aan de natuur, aan eenvoudige ceremonieën en rituelen, aan nieuwsgierigheid, vrijgevigheid, medelijden en ten dienst staan van anderen, aan juist begrepen onafhankelijkheid en privacy: dan pas zouden we waarlijk in eigen behoeften kunnen voorzien.

<>Hoe zijn deze vreselijke plaatsen die we scholen noemen nu eigenlijk ontstaan ? Zoals we ze nu kennen zijn ze het product van twee revolutie dreigingen, in 1848 en in 1919. Machtige belangengroepen vreesden toen dat er bij het industrieproletariaat een revolutie zou uitbreken. Voor een deel speelt ook het wantrouwen en de afkeer mee waarmee de oude angelsaksische families de immigratiegolven bezagen die na 1848 Keltische, Slavische en Latijnse bevolkingsgroepen aanvoerden -samen met hun katholieke godsdienst. En zeker mag men een derde reden zien in de afkeer die dezelfde families voelden voor de vrijheid van de zwarten na de Burgeroorlog.

Bekijken we nog eens de zes school-lessen. Het is in feite een opleiden van permanent ondergeschikte klassen, van mensen voor wie het altijd onmogelijk moeten zijn om hun eigen levenslot te volgen. En nu heeft die opleiding zelfs haar aanvankelijke logica verloren, namelijk om de armen in toom te houden. Sinds ongeveer 1920 heeft de school haar greep ook uitgestrekt tot de zonen en dochters van de middenklasse, enerzijds door de groei van een goed uitgeruste school-bureaucratie, anderzijds door de minder zichtbare groei van een commercieel netwerk dat profiteert van het schoolsysteem zoals het nu is.

Is het te verwonderen dat Socrates verontwaardigd was toen hij ervan beschuldigd werd om geld aan te nemen voor zijn lesgeven ? Reeds toen zagen filosofen duidelijk welke richting het onvermijdelijk zou uitgaan wanneer het onderwijs zou geprofessionaliseerd worden en aldus beslag zou leggen op een onderwijsfunctie die toebehoort aan allen in een gezonde gemeenschap. En die in de eerste plaats toebehoort aan het jezelf, omdat niemand anders méér belang heeft bij je lot dan jijzelf.

Professioneel onderwijs vertoont nog een ander serieus tekort. Het maakt dingen die van nature gemakkelijk te leren zijn, zoals lezen, schrijven en rekenen, moeilijk door erop aan te dringen dat dit met pedagogisch "correcte" procedures moet gebeuren.

Met dergelijke lessen, die ik dag na dag geef, is het dan te verwonderen dat we opgescheept zitten met de algemene crisis van vandaag ? Jonge mensen zijn onverschillig t.o.v. de volwassen wereld en de toekomst; onverschillig t.o.v. bijna alles behalve vermaak door speelgoed en geweld. Of ze nu rijk zijn of arm, schoolkinderen kunnen zich niet op iets concentreren voor langere tijd. Ze hebben weinig benul van verleden en toekomst. Ze wantrouwen intimiteit - niet alleen de gezinnen waarin ze opgroeien zijn gebroken. Ze haten alleen-zijn, ze zijn wreed, materialistisch, afhankelijk, passief, gewelddadig, angstig wanneer er iets onverwachts gebeurt, verslaafd aan afleiding.

Alle negatieve kanten die bij een kind aanwezig zijn worden door de school tot op een groteske schaal uitvergroot. Het verborgen leerplaan verhindert een effectieve ontwikkeling van de persoonlijkheid. Inderdaad, onze scholen zouden niet kunnen overleven zonder misbruik te maken van de vreesachtigheid, zefzucht en onervarenheid van de kinderen. Net zo min zou ik als gediplomeerde leerkracht kunnen overleven.

'Kritisch denken" is een uitdrukking die tegenwoordig opgeld maakt. Dat is wat iedere leerling dank zij de school zou moeten kunnen. Hij zal het nooit kunnen. Een gewone school die werkelijk de technieken van dialektiek en heuristiek en andere instrumenten van de vrije geest zou durven aanleren, zou nog geen jaar bestaan of ze zou al afgebroken zijn.

Schoolse leraars zijn vernietigend voor de ontwikkeling van het kind. Nieman overleeft het zes-lessen-leerplan ongeschonden, ook niet de lesgevers. De methode is tot op de bodem anti-pedagogisch. Er valt niet aan te repareren. Het ironische van gans de zaak is dat het herwerken van het schoolsysteem op grote schaal hoogstwaarschijnlijk nooit zal gebeuren, omdat het zo veel minder zou kosten dan wat we nu uitgeven. Het systeem waar ikzelf ook in zit, is in de allereerste plaats een werkgelegenheidsproject en een bureau dat contracten afsluit. We kunnen ons niet permitteren om geld te sparen, zelfs niet om de kinderen te helpen.

Zoals het er nu voorstaat, historisch gezien, en na 26 jaar te hebben lesgegeven, moet ik besluiten dat een van de weinige alternatieven die binnen het bereik van de meeste families liggen, is om zelf hun kinderen thuis les te geven. Kleine, niet-officiële scholen zijn een andere mogelijkheid. Een of andere vorm van vrije markt systeem voor de openbare scholen is kan al iets van oplossing bieden. Maar voor de labiele families van de armen en voor vele middenklas-gezinnen die economisch in een risicogroep zitten, blijven deze alternatieven bijna onmogelijk. Het ziet er dus naar uit dat het rampzalige zes-lessen-schoolsysteem zal blijven bestaan.

De ervaring van een volwassen leven, doorgebracht met school-lesgeven, leert mij dat de leermethode zelf in de school de enige leerinhoud is. Laat je niet wijsmaken dat goede leerplannen of een goede uitrusting of goede leerkrachten bepalend zijn voor de schooltijd van je zoon of dochter. Het maatschappelijk ziektebeeld is in grote mate ontstaan doordat de lessen in de school de kinderen beletten om belangrijke afspraken na te leven, zowel met zichzelf als met hun families. Ze verhinderen lessen in zelf-motivatie, volharding, het rekenen op eigen kunnen, moed, waardigheid en liefde, en, natuurlijk, lessen in dienstbaarheid naar anderen, wat de kernlessen van het familieleven zijn.

Dertig jaar geleden kon dit nog altijd geleerd worden na de dagelijkse schooltijd. Maar dan kwam er televisie, en dan het tijdgebrek van gestresseerde tweeverdiener- of eenoudergezinnen, en de tijd die er vroeger voor het gezin was verdween. Onze kinderen hebben geen tijd over om op te groeien tot volwaardige volwassenen, en wat overblijft is bij manier van spreken braakland met schaarse begroeiing.

Er komt een toekomst op ons af die ons zal dwingen om de wijsheid te leren van niet-materiële ervaring. Deze toekomst zal eisen -willen we niet ten onder gaan- dat we het ritme van een natuurlijk leven volgen, dat we spaarzaam omgaan met materiële kosten. Deze lessen kunnen we niet leren in de scholen zoals ze nu zijn. De school nu is net alsof je je leven begint met een celstraf van 12 jaar om je een leerplan van slechte gewoonten eigen te maken.

Ik geef les in scholen, en ik win er zelfs prijzen mee, ik kan het dus weten.

 

Een verzameling essays van John Taylor Gatto vind je in "Dumbing Us Down" (ISBN 086571231X).

Terug naar de inhoudstafel I - L