Wanneer men met mensen over karma en reïncarnatie praat, dan valt het soms voor dat iemand er wel kan inkomen dat zoiets bestaat. Maar als de betreffende persoon in dit leven een behoorlijke portie miserie heeft moeten incasseren, dan kan hem iedere lust tot een herhaling van zo'n leedvol bestaan vergaan. Met zijn verstand kan hij de logica van karma en reïncarnatie begrijpen, maar met zijn gevoel begrijpt hij niet dat hij al de ongelukken en de smart die hij moest doormaken zelf gewild, voor een deel zelf veroorzaakt heeft.
Zelfs antroposofen -de meeste worden door het lot evenmin gespaard- durven zich wel eens op hun vrijheid beroepen om niet meer terug te hoeven incarneren. Na hun dood zullen ze wel anders piepen, zegt Rudolf Steiner.
In GA 235 komt eventjes de psychoanalyse ter sprake:
[ ... ] "Ziet u, de psychoanalyse brengt dikwijls werkelijk mooie vruchten van een moerascultuur voort, onder andere bijvoorbeeld -u kunt het tegenwoordig overal lezen- dat in 't geheim, in het onderbewuste, iedere zoon verliefd is op zijn moeder of iedere dochter verliefd op haar vader, en dat vandaar levensconflicten ontstaan in de onderbewuste gebieden der ziel. Nu, dat zijn natuurlijk allemaal dilettantische levensbeschouwingen. Wat echter wel waar is, is dat de mens, reeds voor hij neerdaalt naar een aards bestaan, verliefd is op zijn ouders, hij daalt af tot hen omdat ze hem bevallen. Nu moeten we natuurlijk een onderscheid maken tussen het oordeel dat we hier op aarde hebben over het leven, en het oordeel dat we hebben tussen dood en nieuwe geboorte, in ons buitenaards leven.
In het begin van de antroposofische beweging was er een dame, die hoorde over wedergeboorte en verklaarde: nee, al het andere van de antroposofie, dat beviel haar, maar verschillende aardelevens, die wou zij niet meemaken, zij had genoeg aan één leven, meerdere aardelevens wilde zij niet meemaken - Nu, er waren toen ook al zeer welwillende aanhangers, die probeerden haar op alle mogelijke manieren uit te leggen dat het toch een correct inzicht was en dat iedere mens nu eenmaal die verschillende aardelevens moet meemaken. Alles tevergeefs, hoewel de ene haar zus, de andere haar zo probeerde te overtuigen.
Ze is dan op reis gegaan. Na twee dagen heeft ze mij dan nog een postkaart geschreven: ze wilde onder geen beding nog een keer op aarde geboren worden !
In zo'n geval moet hij die eenvoudigweg de waarheid vanuit de geestelijke wereld te vertellen heeft, het volgende tot de mensen spreken: zeker, het kan best zijn dat u, terwijl u hier op aarde verblijft, helemaal geen lust meer hebt om nog eens terug te komen. Maar daar komt het niet op aan. Na uw verblijf op aarde gaat u door de poort van de dood naar de geestelijke wereld. Dat wilt u. Of u terug zult neerdalen, dat hangt van het oordeel af dat u zich vormt als u geen lichaam meer hebt. En dan zult u zich wel een ander oordeel vormen.
Oordelen verschillen namelijk, afhankelijk of de mens hier in het fysieke bestaan leeft, of hij zich bevindt tussen dood en een nieuwe geboorte. Ieder gezichtspunt verandert daar.
En zo is het ook. Wanneer u nu aan een mens, een jonge mens hier op aarde zegt dat hij zijn eigen vader gekozen heeft, dan zou hij eventueel kunnen repliceren: "Wat ? Een vader die mij zo afgeranseld heeft, en die zou ik mij zelf uitgekozen hebben ? - Hij heeft hem effectief gekozen omdat hij een ander gezichtspunt had vooraleer naar de aarde af te dalen. Daar was hij namelijk van oordeel dat die rammel voor hem zeer goed zou doen. (Er wordt gelachen)
Dat is absoluut niet om te lachen, het is in alle ernst dat dit gezegd wordt". [ ... ]
Terug naar de inhoudstafel R - U.