Dit artikel, eveneens van Dr. Otto Wolf, verscheen enkele jaren geleden in "Erziehungskunst". De moderne mens heeft het blijkbaar heel moeilijk om op een natuurlijke manier te functioneren in een complexe maatschappij. En in plaats van op zoek te gaan naar de juiste ideeën, gaat hij op zoek naar de juiste chemicaliën ...
De mens heeft zich van oudsher altijd willen verfrissen, dikwijls om een vermoeidheidsproces te overwinnen. Daarom werden er veelal opwekkende planten voor gebruikt. Het is merkwaardig dat volkeren uit de meest uiteenlopende gebieden kennis bezaten van planten die een opwekkende werking veroorzaakten. Pas veel later ontdekte men de actieve bestanddelen in al deze planten, nl. de cafeïne, die in bruikbare hoeveelheden alleen maar terug te vinden is in die planten die nu nog altijd gebruikt worden. Ze groeien allemaal in tropische streken. Opwekkende dranken van de "eerste generatie" zijn koffie (1-2 % cafeïne), thee (4,3 %), maté (1,25 %), guaraná (4,2 %) en cola (1-2 %). Overal ter wereld worden deze 5 planten verwerkt voor menselijke consumptie. Per jaar zou het gaan om zo'n 75.000 ton zuivere cafeïne. Dieren gebruiken deze planten niet. Het schijnt een typisch menselijke behoefte te zijn om volledig wakker te zijn om het bewustzijn ten volle te kunnen ontplooien. Niet alleen het benodigde plantedeel ontdekte de mens, maar ook de specifieke bereidingswijze, bvb. roosteren bij koffie, fermenteren bij thee. Dat werd zeker niet ontdekt door altijd maar te proberen, een atavistische helderziendheid heeft hier zeker geholpen.
Van verfrissende drank tot opwekkend middel
Frisdranken van de "tweede generatie" werden reeds op industriële schaal aangemaakt. Een combinatie bvb. van cafeïne en cola-bladeren uit tropisch Zuid-Amerika. Van deze laatste werd gezegd dat ze de hongerigen verzadigen, de vermoeiden nieuwe krachten geven, de ongelukkigen hun zorgen doen vergeten. Oorspronkelijk werden ze in Peru alleen voor cultische doeleinden gebruikt. Het werkzaam bestanddeel, cocaïne, werkt verslavend, handel en gebruik werden dan ook verboden. Hoewel niet precies bekend is wat er in Coca-Cola zit, cocaïne mag er in ieder geval niet meer in zitten. Hoofdbestanddelen zijn suiker, cafeïne en fosforzuur. De concentratie wordt niet aangegeven. Ook de vermelding "natuurlijke aromastoffen" laat iedere mogelijkheid open. Het is reeds lang bekend dat het fosforzuur een uitgesproken verfrissend karakter aan een frisdrank geeft. Cola-drinks worden in de ganse geciviliseerde wereld vurig begeerd -hoewel koud gedronken-, ze wijzen op de behoefte van de mensen om de fysiologische vermoeidheid te overwinnen door opwekking, om wakker te zijn en te kunnen presteren. Nog niet zo lang geleden verschenen de frisdranken van de "derde generatie". Het bekendste merk is "Red Bull". Samenstelling volgens de vermelding op de verpakking: de basis is terug suiker (ca. 10 %) en geconcentreerde cafeïne. Idee en samenstelling van dit soort energiedranken stamt uit Japan, waar reeds in 1980 een dergelijk drankje onder de naam "Lipovitan" de producent binnen de kortste keren steenrijk maakte. Imitators lieten niet op zich wachten: "Flying Horse", "Power Horse" , "Red Bull" en "Ritual". Ze bevatten allemaal cafeïne en taurine, het laatste merk in plaats van suiker vier verschillende soorten kunstmatige zoetstoffen. De smaak varieert van zure beertjes tot goedkoop frambozenaroma. Deze producten zijn ondertussen allemaal wettelijk toegelaten, hoewel "Red Bull" het maximum toegelaten cafeïnegehalte voor frisdranken (250 mg/l) ruimschoots overschrijdt (320 mg/l).
Taurine - en zijn "dierlijke" werking
Nieuw bij deze frisdranken is het taurine dat toegevoegd wordt. Behalve enkele artsen en scheikundigen weet hoogstwaarschijnlijk geen enkele consument om welke stof het hier gaat. Zelfs in vakliteratuur vindt men geen bruikbare aanwijzing. Taurine wordt in het organisme aan het galzuur gebonden en als taurocholzuur langs de gal afgescheiden. Taurocholzuur werd het eerst in de ossegal gevonden, vandaar de naam (tauros = stier). Dat was de producent blijkbaar ook bekend want de naam van bvb. "Red Bull" verwijst ernaar. Het logo van "Red Bull" toont twee rode stieren die tegen elkaar opstoten. Bij de concurrent "Flying Horse" wijst het vliegende paard er waarschijnlijk op dat men gemakkelijker kan gaan "zweven". Bij de mens is het zo dat hij driemaal meer glycochloraten (suikergalzuren) afscheidt dan taurochloraten. Bij vleeseters daarentegen -vooral bij honden- worden meer taurochloraten afgescheiden. Fysiologisch gezien wakkeren galzuren de activiteit aan doordat ze terug gal produceren. Daarbij zijn er veel verschillende galzuren en vandaar ook verschillende soorten prikkels. In het dierenrijk kan men dat zeer goed nagaan. Het is wel merkwaardig dat roofdieren en honden meer taurine-galzuren produceren, de mens evenwel minder. De vraag is dus welke uitwerking dit soort prikkel op de mens heeft.* Er wordt in ieder geval een verhoogde uiterlijke activiteit gestimuleerd. Tegelijk wordt de natuurlijke vermoeidheid kunstmatig onderdrukt. Dat moet leiden tot een roofbouw op de levenskrachten. Deze roofbouw wordt tijdelijk gecompenseerd doordat deze drankjes in relatief hoge concentraties vitamines uit de B-groep bevatten. Dat is natuurlijk goed gezien want deze vitamines worden vooral verbruikt bij energieverslindende activiteiten. Dat dit soort stimulans op den duur tot lichamelijk verval leidt wisten de colakauwende Indio's reeds. En dat buitensporig cafeïnegebruik, zowel in de vorm van thee, koffie als in frisdranken een uitputting van het zenuwstelsel en slapeloosheid veroorzaakt is ook al langer bekend. Mensen met een goede lever -in principe alle jongeren- kunnen natuurlijk zeer lang doorgaan zonder dat ze merken hoe ze hun gestel ruïneren.
De kick voor coole jongeren
Waarom hebben nu precies jongeren zo'n uitgesproken behoefte aan deze opwekkende werking ? Met deze derde generatie frisdranken treedt voor het eerst taurine op als prikkel voor de gal. Vele jongeren willen door een chemische prikkel tot activiteit komen omdat ze in zichzelf geen innerlijke impuls tot activiteit kunnen vinden. Daar heerst dikwijls een fatalistische "no-future" stemming. De combinatie van bewustzijns- en wilsprikkels maakt dat de mens zichzelf zeer sterk beleeft. Hij voelt een verhoogd zelfbewustzijn zoals bij drugs, vooral heroïne. Dat het hier om een schijnkracht, een illusie van sterkte gaat wordt door de consument niet waargenomen. Dat geldt eigenlijk reeds voor de werking van suiker (zie het vorig artikel). Uiterlijke prikkels kunnen de mens onvrij en afhankelijk maken, wat dan weer de grond voorbereidt voor een andere verslaving. Echte kracht kan alleen door innerlijke activiteit en arbeid ontwikkeld worden.
Dreigend verlies van het moreel aanvoelen
Wat meestal niet doorzien wordt is dat het menselijk gevoelsleven door deze nieuwe "frisdranken" uitgeschakeld wordt doordat enerzijds het bewustzijn overwakker is en anderzijds de wil overactief is. Daarbij komt nog dat echt gevoel vanuit het gemoed, dat ook tot begeestering kan leiden, vandaag de dag juist geminacht wordt. "Cool" zijn en geen gevoel tonen! Aldus kan een logische, intellectuele gedachte -zonder controle door een moreel aanvoelen- rechtstreeks in de wilsimpuls, tot de daad overgaan. Daarvan zijn voorbeelden genoeg te vinden als men de krant eens openslaat. Het schadelijke in gans deze zaak is niet het gebruik van dez stoffen in beperkte mate, maar het buitensporig consumeren dat tot afhankelijkgheid leidt en tot verlies resp. verzwakking van het Ik.
Terug naar de inhoudstafel E - H