Euritmie met Alain Duchamp
Op vrijdag 1 november van vorig jaar kwam Alain Duchamp naar België, om een euritmie-weekend te begeleiden. Alain Duchamp is eurythmist, tevens klasleraar in de Steinerschool in Lyon, waar hij ook lichamelijke opvoeding en Werbeck-zang geeft.
De vrijdagavond hield hij een eerste voordracht, over euritmie in 't algemeen. 's Zaterdags en de zondagvoormiddag konden de geïnteresseerden dan zelf kennis maken met de euritmie, eerst met enkele basiselementen, en daarna met de euritmie als sociale kunst.
De vrijdagavond dus, legde Alain Duchamp het wat en waarom uit van deze bewegingskunst die door een impuls van Rudolf Steiner in het begin van deze eeuw ontstond.
Het woord euritmie bestaat uit de Griekse woorden "eu" (goed, schoon, juist) en "rythmos" ( ). In oude beschavingen, in oude tijden was gans het leven ingebed in een ritme. Dat bleven tradities die nog lang in onze tijd nawerkten, bvb. het verbod op nachtwerk, of zondagwerk. In bepaalde culturen werd er zelfs alleen maar tijdens beperkte periodes van het jaar gezorgd voor een nageslacht.
De moderne tijd heeft dit alles afgeschaft. De mens heeft zich geëmancipeerd van die natuurlijke ritmes. Nochtans leeft zijn eigen organisme volgens een min of meer vast ritme. Maar de moderne maatschappij heeft daar lak aan. Mensen worden verplicht het ritme van machines, van productieschema's te volgen. Als we rekening houden met het oude adagium "Ritme vervangt kracht", dan kunnen we begrijpen waarom de moderne mens dikwijls zo krachteloos is. En dit uit zich vooral in zijn wilsleven. Bekijken we maar de bewegingen van de meeste van onze tijdgenoten: hoe houterig, hoe stuntelig, hoe onhandig zelfs kinderen geworden zijn. En vergelijken we dat eens met mensen die meer volgens natuurlijke ritmes leven, bvb. sommige Afrikaanse volkeren, hoe sierlijk ze bewegen, vooral in hun traditionele kledij ! Bewegingen spruiten voort uit de ziel, wezens zonder ziel (mineralen, planten) bewegen niet. Bij de mens is het zo dat het strottehoofd meebeweegt tijdens het spreken. Ook vlammen veranderen naargelang de klank die weerklinkt; daar zijn proeven mee gedaan. Denken we ook aan het werk van Chladny: zand op een metalen plaat vormt een bepaalde tekening als er op de zijkant van de plaat met een strijkstok een toon wordt voortgebracht. Klank geeft dus vorm. Bij het spreken scheppen wij klanken die onze verre voorouders nog zagen.* Euritmie doen is: deze vormen zichtbaar maken; als mens a.h.w. een strottehoofd worden en meedansen met de klank. Dat is niet zo gemakkelijk, want ons fysiek lichaam vormt een serieuze belemmering, het is zo stroef (St. Franciscus noemde het "zijn ezel"). Eurythmisten in het eerste jaar van de opleiding moeten een constant gevecht leveren met hun eigen fysiek lichaam, velen houden het zelfs niet vol. Ook het lesgeven is niet gemakkelijk: de eurythmist moet opboksen tegen een ganse maatschappij die het tegenovergestelde wil van wat hij wil: bezielde bewegingen tegenover zielloze bewegingen. Zelfs de moderne bewegingskunsten, dans en ballet, zijn niet bezield. Er is totaal geen overeenstemming tussen wat de toeschouwer hoort (de muziek) en wat hij ziet (de bewegingen). Zoiets verscheurt de mens, maakt hem ziek, schizofreen a.h.w. Er zit geen schoonheid in, en dat terwijl de schoonheid toch het kleed van de waarheid is. De spreker ging in op enkele vragen van de toehoorders: Wat moeten we denken van een verschijnsel als de "dansende derwisjen" ? (d.i. een Turkse secte die bekendheid geniet doordat de mannen tijdens hun bijeenkomsten in traditioneel gewaad (met punthoed) zich al draaiende door een ruimte bewegen zonder elkaar ooit aan te raken, en zonder duizelig te worden) Vergeleken met de euritmie moeten we vaststellen dat de beweging hier "dronken" maakt, ze bewerkt een trance, een bewustzijnsvermindering, terwijl euritmie juist een verhoogd bewustzijn, een grotere wakkerheid beoogt. Euritmie staat ook in tegenstelling tot de klassieke bewegingskunsten, want ze wil niet iets tonen, iets mimeren of schijnen, ze wil iets zijn. De eurythmist moet het gedicht, het muziekstuk zíjn, niet het uitbeelden. Wat Taï-Chi betreft: volgens Alain Duchamp doen "Taï-Chi-ers" graag en goed euritmie, zolang het statisch, ter plaatse blijft. Als er een verbinding moet gemaakt worden tussen het hoofd en de benen, dan geraken ze in problemen. Euritmie werkt met een dimensie meer, het bewegen is er ruimer (ruimtelijker). Zelfs "Taï-Chi-ers" geven toe dat euritmie completer is. Toen gevraagd werd waarom zoveel meer mensen Taï-Chi doen, en zo weinig mensen euritmie, verwees de spreker naar het Boeddhisme: dat heeft in Frankrijk alleen al 2 miljoen aanhangers, antroposofie slechts enkele duizenden. Waarom ? Het is gemakkelijker. Is antroposofie dan moeilijk ? In feite niet. Het hangt alleen maar af van de wil die men kan opbrengen. Wie de wil kan opbrengen, die kan (traag maar zeker) ook de "Filosofie der Vrijheid" begrijpen. Maar onze tijd is gemakzuchtig en wil eenvoudig geen heldere gedachten ontwikkelen. Vraagt men beoefenaars van andere bewegingskunsten naar het hoe en waarom van hun kunst, dan blijven ze vaag. Dikwijls is het enige antwoord: pourquoi pas ? En dat terwijl in onze tijd bewustzijn moet centraal staan, ook in de beweging. Euritmie werkt gezondmakend: de toeschouwer zou gezonder moeten weggaan na een voorstelling. Omgekeerd werkt slechte euritmie ziekmakend. Er wordt verteld dat Rudolf Steiner eens passeerde voorbij een podium waarop eurythmisten aan 't oefenen waren, en opeens wegdook met een afwerend gebaar. Daarmee wou hij de eurythmisten erop attent maken welk een slechte "straling" er uitging van bepaalde bewegingen. Enkelen vertelden over een euritmie-voorstelling in Dornach, waar een eurythmist zo te keer ging dat de helft van de zaal hem begon uit te jouwen. Een andere eurythmist die daar aanwezig was verklaarde achteraf dat er hier sprake was van eurythmische "zwarte magie". Naar verluidt is die eerstgenoemde eurythmist later ziek geworden en moest hij zich laten verzorgen in een instelling voor geesteszieken ! Bij een muzikant merkt het publiek direct als hij een valse noot speelt, maar om hetzelfde bij bewegingen waar te nemen, daartoe is er veel meer scholing nodig. Daarom is een belangrijk onderdeel van euritmie-stages: leren zien, om zo tot een oordeel te kunnen komen. Een "gewone" artist kan een ster zijn op het podium, en in zijn privé-leven totaal ontspoord en losbandig. Dat kan niet bij een eurythmist: die kan niet aldus een levensleugen aanhouden zonder ziek te worden. Daarom ook is deze kunst niet voor iedereen weggelegd. Ongeveer een derde van de beginnende studenten stopt ermee of krijgt de raad ermee op te houden. Voor bepaalde mensen kan een kwartiertje euritmie per dag heel gezond zijn, maar een ganse dag euritmie gedurende langere tijd zeer nadelig ! De weldadige invloed van euritmie kan op drie gebieden gesitueerd worden: in de kunst, als podiumkunst; in de geneeskunde, als heileuritmie; in de pedagogie, in de Steinerschool. We herinneren hier even aan een uitspraak van Rudolf Steiner: in de Waldorfschool is niets verplicht, behalve één ding: euritmie. Tijdens de cursus zelf konden de deelnemers dan ervaren wat euritmie concreet bewerkstelligt: tegenwoordigheid van geest, handigheid, sociaal gevoel; drie zaken die in onze tijd ver te zoeken zijn, en die men ook met sport niet dikwijls kan verwerven. Sport maakt niet handiger bvb., ze maakt bewegingen vaak mechanisch; en de overdreven competitiegeest laat evenmin toe een echt sociaal gevoel te ontwikkelen. Daarom : euritmie ! Terug naar de inhoudstafel E - H.
|