Het hart en het etherlichaam
Als men in een dood lichaam, een lijk dus, een snijwonde maakt, dan blijft die snee daarin tot het lijk vergaan is. Een fysiek lichaam zonder meer kan niet groeien of regenereren.
Maakt men in een levend lichaam een snijwonde -als onhandige doe-het-zelver bvb.- dan komt er eerst een korst op de wonde, er vormt zich vervolgens een litteken, en dit laatste verdwijnt in sommige gevallen dan nog volledig. Hoe komt het dat een wonde geneest ? Door de activiteit van ons etherlichaam, het geheel van groei- en levenskrachten dat ons fysiek lichaam doordringt.
In de volgende fragmenten vertelt Rudolf Steiner meer over het etherlichaam en de schadelijke invloed die de moderne cultuur erop uitoefent. Het eerste fragment komt uit een voordracht voor de arbeiders aan het Goetheanum, het tweede uit een voordracht voor artsen. We maken terug eens kennis met Steiners manier om mistoestanden te verhelpen : hij praat nooit over afschaffen of verbieden, nee, hij heeft het over inzicht brengen en een tegengewicht scheppen ...
[ ... ] "Het hangt altijd af van de sterkte of de zwakte van het etherlichaam of er een litteken achterblijft, of dat alles spoorloos verdwijnt. Verwondingen die men als kind oploopt zullen altijd kleinere littekens achterlaten dan verwondingen op volwassen leeftijd. De mensen verschillen natuurlijk ook; velen behouden hun ganse leven een uitzonderlijk sterk etherlichaam, en bij hen zullen littekens vlugger verdwijnen dan bij mensen die een verzwakt etherlichaam hebben. Is iemand bvb. een boer die altijd buiten in de frisse lucht arbeidt, die nooit hard moet werken in koolzuurrijke lucht, die hoogstens in de winter, als hij niet werkt, in koolzuurrijke lucht leeft -bij hem wisselt goede en slechte lucht samen met de zomer en de winter-, wel dan heeft die een sterk etherlichaam. De boer zit natuurlijk niet altijd in de frisse lucht. U kent het grapje wel, nietwaar : waarom is de lucht op het platteland zo goed ? Omdat de boeren hun vensters gesloten houden ! Indien ze hun vensters zouden openzetten, dan zou de lucht er bijlange niet zo goed zijn ! - dat eventjes tussen haakjes-. Bij wie op het platteland leeft is er altijd een sterke wisseling tussen zuurstofrijke en koolzuurrijke lucht. Daardoor leeft hij in totaal andere, gezondere omstandigheden. Dat ziet men niet alleen aan de littekenvorming van wonden, ook aan andere zaken. Als U op het platteland komt, daar gaan de mensen, zoals U weet, in de zomer barrevoets, zonder laarzen. Het gebeurt om de haverklap dat iemand in een roestige nagel trapt; maar daar op de buiten maakt men daar niet veel van ! Men trekt de nagel eruit, veegt met een smerige vinger het bloed weg -alles is er vuil, de nagel is smerig, het bloed dat weggeveegd wordt is vuil- het ettert een beetje, maar na korte tijd is alles klaar en genezen. Geen problemen. Iemand die gewoon is om alleen maar in de stad te leven, die heeft een veel gevoeliger etherlichaam. Het kan gebeuren dat iemand een kleine pukkel heeft; hij scheert zich, kwetst zich ... en sterft ! Ik vertel U iets dat echt gebeurd is : daar scheert zich iemand, kwetst zich bij het scheren een beetje, en sterft door zo'n klein pukkeltje, omdat er direct een bloedvergiftiging optrad; door de zwakte van het etherlichaam ontstond er onmiddellijk een bloedvergiftiging. Het etherlichaam was niet sterk genoeg meer om de binnendringende vreemde stoffen op de juiste manier onschadelijk te maken. Want daarvoor heeft men een robuust, levendig etherlichaam nodig. En dat is iets dat boeren hebben. Tegenwoordig wordt het ook bij hen al zwakker, maar toen ik jong was, dan kon men zich nog echt verlustigen in die borrelende etherlichamen van de boeren ! Natuurlijk, als ze dan de gepaste leeftijd hebben, dan zakken ze ook ineen, want dan valt het etherlichaam weg, en bij boeren vooral is het astraal lichaam niet heel erg sterk. Maar hun etherlichaam dat is zeer sterk. Daarom geneest bij hen alles veel sneller dan bij stadsmussen. Het boerenbedrijf heeft iets zeer gezondmakend. Ziet U, dat kan men natuurlijk allemaal weten; maar in onze sociale omstandigheden is daar voorlopig niet veel aan te veranderen. Eerst moet de kennis omtrent deze zaken zich verspreiden. Het is toch voor iedereen begrijpelijk dat het van het sterkere of zwakkere werken van het etherlichaam afhangt hoe de littekenvorming verloopt, en hoe het binnendringen van vreemde stoffen - een mes of iets vuil- genezen wordt. En als men dat dan eenmaal weet dan verwondert men er zich eigenlijk niet meer over dat vele wonden helemaal niet meer genezen, als de mensen een uitgemergeld, opgevreten etherlichaam hebben. Dat komt nl. dikwijls doordat er geen samenhang meer is tussen arbeid en natuur. Het heeft dus niet zozeer iets te maken met de koolzuurrijke lucht, dan wel met het feit dat men niet meer zo met de natuur verbonden is. Als iemand een ganse dag in een bureel of een atelier zit, dan heeft dat waarmee hij zich bezig houdt maar weinig meer te maken met de natuur. Stelt U zich maar eens onze ongelofelijke cultuur voor, die zich zo langzaamaan ontwikkeld heeft : die maakt de mens volledig los van de natuur; er worden altijd meer en meer schadelijke stoffen gemaakt, die de natuur totaal vreemd zijn. Dat heeft een grote sprong gemaakt in de moderne tijd. Men beschouwt dat nu eenmaal niet vanuit een geestelijk standpunt, maar men zou het eigenlijk wel moeten doen. U moet slechts bedenken : vroeger schreef men, vandaag werkt men met een schrijfmachine. Welk verband bestaat er nu tussen schrijven en gezondheid, behalve de beweging dan ? Wel, één van de meer verborgen samenhangen die tussen schrijven en gezondheid bestaat, is de reuk van de inkt. En de inktreuk van vroeger, die was niet schadelijk, hij werkte integendeel op een bepaalde manier corrigerend. Al wat men aan levenskrachten verbruikte, door de onnatuurlijke houding, door de inspanning van de hand, dat werd door de oude manier van inkt te maken uit galappels eigenlijk geneutraliseerd. Wat men uit de galappels won, dat rook zo dat het voortdurend het etherlichaam -wel niet veel, maar toch een beetje- versterkte. Toen is men begonnnen met aniline-inkt te maken, zoals U weet, zuiver chemische inkt, men liet de natuur links liggen om, zoals men in de scheikunde zegt, synthetische inkt te maken; de mens verloor de samenhang. En de aniline-inkt, die verspreidt een reuk die precies het tegendeel is van de vroegere inkt. Tegenwoordig schakelt men over op de schrijfmachine. Het ergste daarbij zijn niet de bewegingen die men moet uitvoeren, het ratelen -want er zijn nu ook al schrijfmachines die geluidloos werken- maar wel de vuiligheid die gebruikt wordt om de inkt voor de letters te maken. Die ruïneert totaal het menselijke etherlichaam, in die mate dat de mensen er een hartziekte van krijgen, want het hart wordt vooral door het etherlichaam aangedreven. Anderzijds brengt de cultuur ook vooruitgang, maar de nevenwerkingen kunnen alleen maar onschadelijk gemaakt worden als men weet wat er in feite werkzaam is. Tegenwoordig bemerkt men dikwijls verzet tegen de vooruitgang. Dat mag natuurlijk niet zijn; maar aan de basis van dat verzet ligt toch een bepaald instinct: de mens merkt, ook als hij het niet precies kan verklaren, dat samen met de vooruitgang van de toekomst altijd meer en meer schadelijke dingen verschijnen. Dat hangt samen, zo is het nu eenmaal ..." [ ... ] [ ... ] " Alles wat U tegenkomt aan hartafwijkingen zoudt U eens grondig moeten onderzoeken en proberen in verband te brengen met een gestoorde menselijke activiteit. U zou eens moeten onderzoeken hoe verschillend het hart werkt bij iemand die, laat ons zeggen als landbouwer zijn akker bewerkt, en buiten dit werk niet veel anders doet, en hoe het hart werkt bij iemand die bvb. voor zijn beroep veel moet autorijden of zelfs maar moet treinrijden. Het zou buitengewoon interessant zijn om daarover diepergaande studies te maken. Want U zult vinden dat de neiging tot hartziekten in wezen afhangt van het feit of een mens zelf beweegt als hij door een voertuig voortbewogen wordt, dus in de trein of in de auto zit en voortbewogen wordt. Zich passief overgeven aan een uiterlijke beweging is iets dat alle processen die in het hart samenkomen op een bepaalde manier deformeert. Nu hangt alles wat op deze wijze de menselijke leefwereld beïnvloedt samen met de manier waarop de mens zich verwarmt. En daar ziet U een verwantschap tussen de hartactiviteit en de warmte-impuls in de wereld waarmee de mens samenhangt. U ziet dus dat als de mens genoeg warmte ontwikkelt door zijn eigen activiteit, dat deze hoeveelheid warmte die hij zelf ontwikkelt in zijn levensproces tegelijkertijd de maat is voor de gezondheid van zijn hart. Daarom zou men er bij hartpatiënten altijd moeten op letten om een zeer doorleefde eigenbeweging te stimuleren. Ik ben ervan overtuigd dat misschien binnen een jaar of vijftien, als men over deze zaken nuchterder zal denken als vandaag, dat de mensen zullen zeggen : het is toch merkwaardig hoe door euritmie de mensen terug een gezonde hartactiviteit gekregen hebben, omdat de euritmie nu eenmaal de bezielde eigenbeweging wezenlijk reguleert en ze zelfs wetmatig reguleert. Daarom is het misschien ook niet slecht dat ook eenmaal vanuit dit standpunt eens gewezen wordt op de gezondmakende oefeningen die uit de euritmie kunnen gehaald worden als het gaat om een onregelmatige hartfunctie." [ ... ] (Uit GA 312 3Geisteswissenschaft und Medizin" blz. 177 en GA 353 "Die Geschichte der Menschheit" blz. 158) Terug naar de inhoudstafel E - H. Terug naar de inhoudstafel E - H : hartziektes.
|