Euritmie

In het eerste nummer van De Brug, nu alweer een jaar geleden, stond een artikel over euritmie. De meeste lezers van dit tijdschrift - mensen die nog nooit een euritmievoorstelling gezien hebben- bleken na lectuur van het artikel even weinig te weten over euritmie als ervoor. Hoe kon het ook anders ? Iemand die nog nooit naar klassieke muziek heeft geluisterd moet men ook niet direct het verschil tussen Beethoven en Mozart uitleggen. Om dat te begrijpen moet hij eerst vele uren luisteren, of beter nog, zelf leren om het werk van deze componisten te vertolken. Zolang dit niet gebeurd is kan men zich beter beperken en hem de eerste beginselen van de muziek bijbrengen. Hetzelfde geldt voor euritmie.
Daarom gaan we toch maar eens een poging wagen om over euritmie te schrijven, rekening houdende met het voorgaande.
Euritmie probeert op een kunstzinnige manier zichtbaar te maken wat leeft in de taal - woordeuritmie- en in de muziek - tooneuritmie. Zoals de schilderkunst begint met kleuren, de muziek met tonen, zo heeft ook de euritmie basisbewegingen voor de verschillende tonen en toonsafstanden, en voor klinkers en medeklinkers.
In dit artikel zullen we trachten één en ander duidelijk te maken over de klinkers. We beginnen met de A.

Bij de A worden wij ons nog bewust van het oorspronkelijk gevoel wanneer ze als tussenwerpsel gebruikt wordt. Als we paf staan van iets, als de grootsheid, de verhevenheid van een verschijning ons doet verwonderen, misschien zelfs doet schrikken, dan drukken we dit gevoel uit als we uitroepen : aah ! De euritmist moet nu bij iedere A-klank die hij wil uitbeelden dit gevoel van verwondering, van verbluft zijn in zich oproepen. Ook afweer kan daarbij gevoeld worden ; de ziel verzet zich dikwijls tegen het overweldigende van een grote indruk. De bewegingsvorm voor de A is de hoek ; het is een "in twee richtingen gaan", in eerste instantie met de armen. Maar eigenlijk kan een A uitgedrukt worden in iedere hoek, zo bvb. in de hoek die tot stand komt tussen hand en onderarm door naar boven omgebogen handen, of in de hoek die tussen twee vingers ontstaat als deze gespreid worden enz. Ook de voeten kan men in een hoek uiteenzetten. Ook als men slechts de ene arm zijwaarts of in een of andere relatie tot het lichaam opheft, dan kan men in de hoek die zo tussen lichaam en arm ontstaan is, op een volledig correcte manier de A uitdrukken. Nu bestaat er in de taal een onderscheid tussen een lange en een korte A en alle gradaties daartussen. Op deze verschillen moet men letten, ze moeten ook weergegeven worden. In het woord ademen bvb. zal men de A langzamer en ook langer vorm geven, ze in de beweging groter laten uitsterven dan in het woord rap. Men moet kunnen luisteren naar de eigen beweging, de spieren intensief of minder intensief spannen, als speelt men op een instrument, vooral bij de klinkers, die het muzikale element van de taal zijn. Om zich gans in het gevoel van de A in te leven moet men zich om te oefenen gedichten uitkiezen, waar de stemming van het verwonderen, het verbaasd zijn, door vele A-klanken door de dichter vanuit een kunstzinnig spraakgevoel, of bewust opgeroepen wordt.
Een voorbeeld van een gedicht waar die nuance van schrikken voor het onverwachte grote door de vele A-klanken aangeduid wordt, is het begin van Dies Irae van Guido gezelle :

Kwade dag die al de dagen
eens lijk asse weg zult vagen,
zo 't Sibille en David zagen !

De E komt euritmisch tot uitdrukking door iedere zelfs maar aangeduide kruising der ledematen, of het nu de armen, handen of voeten zijn die gekruist worden, of dat het een arm is die aan het hoofd, de borst, de rug voorbijkruist. Oorspronkelijk zei Rudolf Steiner dat dit gebaar iets met vrees te doen heeft, maar ook met ontzag en ook, aan de andere kant van de gevoelsschaal, met afkeer. Deze korte aanwijzingen worden duidelijk uit de voordrachten over de woordeuritmie. Daar wordt benadrukt dat het bij het kruisen op het raken der ledematen aankomt; we citeren : "Het raken bootst na dat een gebeurtenis zich heeft voorgedaan ; het in de kruisvorm houden is dan het zichzelf bevestigen tegenover die gebeurtenis". De latere uitleg geeft hier, zoals zo vaak, de details van het innerlijk proces zoals ze zich na elkaar voordoen : de vrees heeft zich voorgedaan samen met de gebeurtenis, en de mens antwoordt met ontzag of verhardt in afkeer. Dit maar als voorbeeld om te tonen dat men zich niet eenzijdig met één omschrijving moet tevreden stellen. Voor iedere klank komt een breed gevoelsspectrum in aanmerking. En alleen door de verschillende omschrijvingen innerlijk te verbinden komt men tot een volledig klankbeleven.

In de E-stemming kan men zich inleven door bvb. gedichten te nemen die een innerlijke vastheid tot uitdrukking brengen, of een religieuze inhoud hebben die respect oproept, en zich te concentreren op alle E-klanken die daarin voorkomen : de volgende strofe, eveneens uit Dies Irae :

Jesu, wilt toch wel gedenken:
als Gij mij kwaamt 't leven schenken,
was 't om me op dien dag te krenken ?

Zoekt men afzonderlijke woorden die deze stemming uitdrukken, dan kan men vele voorbeelden vinden. Men kan om te oefenen zelf zinnen vormen zoals : "kennen en vrezen is de mens zijn wezen" enz. Ook bvb. in de kleine lettergrepen ver- en be-, waar een E in zit, vindt men zeer duidelijk het ver-sterkende, be-houdende, het intensiever en preciezer worden : verdubbelen, vermeerderen, bemachtigen, verpletteren enz. Waar het aangewezen is een bijzondere plechtigheid en grootsheid in de E-beweging te leggen, kan de kruising zo uitgevoerd worden dat men de armen uitbreidt en met de ganse mensengestalte een kruis vormt. Komt bvb. in een gedicht het woord mens en kort daarop het woord wereld voor, dan kan het omvattende van het laatste woord door de grote kruising uitgevoerd worden.

In de I beleeft de mens zijn oerbeeld ; het is de klank van de zelfbevestiging. Dit sterk persoonlijkheidsgevoel komt tot uiting in ieder strekken; men benadrukt dat men zich vast in zijn beendergestel voelt. Het duidelijkst wordt men de I-lijn gewaar als men één arm naar onder en de andere naar boven uitstrekt, zodat er een schuine lijn van de ene hand naar de andere loopt. Dat is het duidelijkste beeld van de I. Maar de strekking kan ook bvb. met een vinger uitgevoerd worden, of met de richting van de blik aangeduid worden.
In het woord IK zit reeds dit I-karakter ...

Zoals men bij de I de strekking als het wezenlijke voelt, zo ligt het O-beleven in iedere ronding van de ledematen die zich samenvoegen. Het gevoel van uit zichzelf uit te glippen, het liefdevolle, ook bewonderende omsluiten ligt in deze beweging. De armen nemen dezelfde stand in die het spraakorgaan, strottenhoofd, mond, lippen, bij het uitspreken van de O aannemen. Dat geldt eigenlijk voor alle klanken.
Zeer duidelijk merkt men dat als men eens na elkaar A O OE euritmiseert. Eerst de wijdgeopende hoek van de armen, in overeenstemming met de stand van de mond, van boven- en onderkaak, bij de A. Dan de ronding van de armen, zoals de lippen staan bij O ; en de OE sluit zich in het euritmisch gebaar op dezelfde manier dicht en vast samen, zoals de lippen dat doen om de klank door te laten. De armen komen eng bijeen ; het is evenwel voldoende dat dit zover aangeduid wordt dat ze parallel naast elkaar lopen, maar ze kunnen ook nauw aan het lichaam gedrukt worden, angstig en verkillend. De beweging die Rudolf Steiner eerst voor de OE aangaf, was het naar boven richten, de armen dicht evenwijdig. "De mystieke vereniging met het goddelijke" kan zo in het OE-gebaar aangeduid worden, waarbij men ook een verbaasd-staan kan voelen (meer een stomme verbazing).
U is een nauw aaneenpersen van armen of benen; de armen worden daarbij een beetje gedraaid, zodat de binnenkant van de onderarmen naar buiten keert. Daarbij moet er ook altijd iets glijdend zijn in de beweging, de ene arm aan de andere voorbijstrijken. Twee personen kunnen een U uitbeelden door langs mekaar voorbij te dansen. Daar de klank iets van een vreugdevol verbazen heeft, kan hij ook door een kleine hoogtesprong begeleid worden (waar nodig kan dat ook bij een OE, bvb. in een woord als joepie!)

Vertaling en bewerking: fdw

Terug naar de inhoudstafel E - H.

Terug naar de gedichten