Over de mieren

Zovele mensen hebben het er moeilijk mee zich iets voor te stellen dat ze niet kunnen zien. Als ze horen dat Rudolf Steiner gesproken heeft over elfen en kabouters, over engelen en spoken, dan is dat voor hen genoeg om gans de antroposofie af te doen als science-fiction, als iets dat absoluut niet met de waarheid in overeenstemming kan zijn. Het toppunt van logica en gezond verstand lijkt voor hen: alleen geloven wat je ziet. Aangezien al die wezens waar Steiner over spreekt, niet kunnen gezien worden, bestaan ze ook niet !

Moeten we zulke mensen een gebrek aan fantasie toeschrijven, of een gebrek aan wetenschappelijk denken ?

Zowel het één als het ander. Laten we beginnen met het laatste, gebrek aan wetenschappelijk denken want:
alleen geloven wat men ziet is niet wetenschappelijk.

De mens met zijn gezond verstand staat 's morgens op, hij ziet de zon in het Oosten. Tegen de middag staat ze in het Zuiden,'s avonds gaat ze onder in het Westen. Wat heeft de mens gezien ? De zon die zich voortbeweegt in een boog over de aarde. Hij heeft juist gezien. Als hij de volgende dagen hetzelfde zich ziet herhalen, concludeert hij: de zon draait rond de Aarde. Stemt dit overeen met de waarheid ? Helemaal niet. De ervaring brengt de mens in dit geval niet dichter bij de waarheid, hij moet het wetenschappelijk denken ter hulp roepen, abstractie maken van al zijn ervaringen en een theorie opstellen die de waargenomen verschijnselen beter verklaart. Het is in die zin dat we de inzichten van de anthroposofie moeten opvatten: als we ze aannemen als werkhypothese kunnen we een groter aantal verschijnselen verklaren. Het is waar dat men al die boven- en onderzintuiglijke wezens waarover Rudolf Steiner spreekt niet kan zien, maar hun werking kan men zeer goed waarnemen. Net zoals niemand een electrische stroom in een leiding kan zien, maar wel de werking ervan op de omgeving: verhitting, verlichting, magnetisme, enz. De mens beschikt over een aantal zintuigen die hem toelaten een bepaald deel van de werkelijkheid waar te nemen. Maar er is ook een werkelijkheid buiten het deel dat de mens ziet. Een mens die 's nachts in een bos loopt zal geen dieren zien, maar de meeste dieren zullen hem gezien (en zéker gehoord) hebben. Welke details ziet een mens nog op 50m afstand ? Een muis in het gras is voor hem onzichtbaar, maar niet voor de torenvalk. Dus: omdat men iets niet ziet, wil dat nog niet zeggen dat het niet bestaat.

Dat de mensen dat niet altijd willen inzien berust ook op en gebrek aan fantasie.

Er werd al dikwijls vastgesteld dat dieren als honden en slangen weten dat er een aardbeving gaat komen, ze kruipen naar buiten, ze beginnen te janken. Soms zien de mensen zelfs een lichtschijn op de plaats waar de aardbeving zich gaat voordoen. De wetenschap zegt: dat komt door de verandering in het magnetisch veld, dat optreedt vóór de aardbeving. Maar daarmee is er juist niets verklaard, er wordt alleen een andere naam gegeven aan een werking. De oorzaak van deze werking zijn wezens. Voorlopig ziet de mens alleen het gevolg van hun activiteiten, niet de wezens zelf (tenzij hij helderziend is). Om hier een beter inzicht in te krijgen zou men zich eens in de plaats van MIEREN moeten stellen. We stellen ons een mierenhoop voor, ergens in een tuin. De mieren leven ongestoord en doen wat ze moeten doen zolang er geen tuinman in de buurt is. We nemen aan dat de tuinman 's morgens werkt, 's avonds sproeit en 's middags gewoon geniet van zijn tuintje.

De komst, het voorbijgaan van de tuinman betekent voor de mieren een geweldige verduistering aan de hemel. Uit ervaring weten ze dan dat er rampen kunnen optreden. Als de tuinman midden in hun mierennest trapt: een grote aardbeving. Begint hij te sproeien: een grote overstroming. Gebruikt hij insecticiden: een grote sterfte. De komst van de tuinman kan ook goede gevolgen hebben: als hij een gewas kweekt in de buurt van de mierenhoop, waar de mieren smakelijk voedsel kunnen op vinden. De mieren vragen zich wel af: waarom moeten wij zoveel lijden ? Wat is de zin van een leven dat zo gevuld is met rampen ? De mierepriesters antwoorden dan: "Het Oppertuinmanwezen dat zorgt voor ons dagelijks brood heeft het zo beschikt, maar met ons miereverstand kunnen wij niet begrijpen welke drijfveren Hem daartoe aanzetten. Er is echter niets in de wereldtuin dat gebeurt zonder reden."
Het is waar: waarom een tuin überhaupt bestaat, dat kunnen mieren nooit vatten, dat weet alleen een tuinman.

Onder het mierenvolk nu groeit het bewustzijn: enkele snuggere miereprofessoren gaan op zoek naar 'natuurwetten'. Ze vinden het volgende:

1. Driemaal per dag treden er verduisteringen op.
2. Bij iedere verduistering kan er zich een aardbeving voordoen (de stap van de tuinman).
3. Overstromingen komen alleen voor bij avondverduisteringen (als de tuinman sproeit).
4. Grote sterftes treden alleen op bij ochtendverduisteringen (als hij bij zijn werk 's morgens insecticide gebruikt).

En zo zouden ze grote leerboeken kunnen vullen door ook de samenhang tussen de "verduisteringen" en de seizoenen op te zoeken (minder in de winter, meer in de lente), het verband tussen de intensiteit van de verduistering en de grootte van een aardbeving, enz. enz.
Een ganse wetenschap wordt zo in het leven geroepen, objectief en volledig logisch. Dat er een hoger bewustzijn achter al deze gebeurtenissen schuilt wordt niet ingezien.
Stellen we ons nu voor: op een dag verklaart een snuggere mier: wat de wetenschap verkondigt is allemaal waar, maar eigenlijk, wat er aan de basis van al deze verduisteringen ligt, dat is... de Mens ! Groot misbaar onder de miereprofessoren. De Mens ! Wat is dat nu voor iets, dat is toch niet zichtbaar ?
Antwoordt de pientere mier: nee, maar alleen omdat Hij zo groot is zien we Hem niet, wat Hij doet dat zien we des te beter, de Mens is de oorzaak van al het goede en kwade in de wereld.
De argumenten die de andere mieren tegen dit standpunt zullen inbrengen zijn te vergelijken met hetgeen de mensen van nu inbrengen tegen het bestaan van engelen, aartsengelen, en nog hogere (of lagere) wezens: mieren-argumenten !



fdw

Terug naar de inhoudstafel V - Z.