Hoe herkent men antroposofen ?

Heinz Müller vertelt in zijn boek "Spuren auf dem weg" (p. 37) de volgende anekdote:
( Hij was toen deelnemer aan een spraakcursus).

" Tot mijn grote vreugde werd ik door Rudolf Steiner uitgenodigd om hem op een namiddag in het atelier te bezoeken. Vóór het zover was deed er zich een merkwaardige gebeurtenis voor. Zoals iedere voormiddag begroette Rudolf Steiner alle deelnemers aan de spraakcursus door hen ieder afzonderlijk een hand te geven, en rond half één nam hij op dezelfde manier afscheid. Zoals gewoonlijk ging ik die dag bij het begin van de middagpauze aan het Goetheanum voorbij om de post af te halen. Toen ik terug kwam ontmoette ik Rudolf Steiner die juist naar het atelier ging. Ik wilde voorbijlopen al groetend, maar de Doktor- zoals men hem toentertijd dikwijls noemde- reikte mij onmiddellijk weer de hand. Hetzelfde gebeurde toen ik na het middageten terug naar boven ging naar een klein archief waar ik onuitgegeven voordrachten mocht lezen. Ik kwam Rudolf Steiner tegen en opnieuw reikte hij mij de hand. Na enkele uren ging ik de heuvel naar beneden, voorbij het glashuis; aan de andere kant van de weg kwam Rudolf Steiner de heuvel opgegaan. Ik wilde, met een groet natuurlijk, aan hem voorbijgaan, maar hij kwam naar mijn kant en reikte mij voor de vijfde maal de hand. Daarbij merkte hij glimlachend op :" U zult het niet geloven, maar ik weet wel dat wij mekaar reeds voor de vijfde keer de hand reiken.- U was er gisteren toch bij, bij de rondleiding in het Goetheanum, en U hebt gehoord dat een buitenlandse architect zich afvroeg waarom wij de ingang zo gebouwd hebben dat diegenen die binnenkomen en hun kleren willen weghangen, opbotsen tegen diegenen die de vestiaire al verlaten. Normaal gezien vermijdt men zulke tegenbewegingen. Ja, ziet U, onder antroposofen moet dat anders zijn. Die moet men gelegenheid geven om mekaar zo vaak mogelijk te ontmoeten. Daarom zijn bij ons ook de trappen zo, dat zij die boven aankomen, van twee kanten op mekaar toelopen. De ene groep gaat al wat trager dan de andere, en zo hebben terug andere mensen de gelegenheid om elkaar te begroeten."
Glimlachend voegde hij eraan toe:" Antroposofen moeten nu eenmaal elkaar veel begroeten ! ", en als afscheid reikte hij mij opnieuw de hand...

Terug naar de anecdotes.