Rudolf Steiner, de filosoof van de vrijheid.

Het volgende komt uit Steiners hoofdwerk : "De Filosofie der Vrijheid".

" Leben in der Liebe zum Handeln,
und Lebenlassen im Verständnisse des fremden Wollens,
ist die Grundmaxime des freien Menschen. "

[...] Waarom zou ik het algemeen welzijn minder dienen wanneer ik iets doe uit liefde dan wanneer ik hetzelfde doe , louter en alleen omdat ik het mijn plicht acht het algemeen welzijn te dienen ? Het begrip 'plicht' zonder meer, sluit vrijheid uit, omdat dit begrip het individuele niet wil erkennen, doch van dit individuele onderwerping aan een algemene norm eist. Vrijheid van handelen is slechts denkbaar vanuit het standpunt van het ethisch individualisme.

Hoe is echter een menselijke samenleving mogelijk, wanneer éénieder er slechts op bedacht is zijn eigen individualiteit te laten gelden ? Dit is een kenmerkend bezwaar van een verkeerd begrepen zedenkunde. Deze gelooft dat een gemeenschap van mensen slechts mogelijk is, wanneer een gemeenschappelijk vastgelegde zedelijke orde allen omvat. Deze zedekunde begrijpt juist het karakter van het enig-zijn der ideeënwereld niet. Zij begrijpt niet dat de wereld van de idee, die in mij werkzaam is, dezelfde is die in mijn medemensen werkt. [...]

Het onderscheid tussen mij en mijn medemens bestaat geenszins daarin dat wij in twee geheel verschillende werelden van de geest leven, doch dat hij uit de ons gemeenschappelijke ideeënwereld andere intuïties ontvangt dan ik. Hij wil zijn intuïties uitleven, en ik de mijne. Wanneer voor ons beiden de idee werkelijk de bron is waaruit wij putten en wij geen uiterlijke( fysieke of geestelijke) aandriften volgen, dan kunnen wij niet anders dan ons in een gelijk streven, in dezelfde intenties vinden. Zedelijk misverstand, met elkaar in botsing komen, is bij zedelijk vrije mensen uitgesloten. Slechts de zedelijk onvrije, die een natuurdrift of een aangenomen plichtsgebod volgt, neemt een terugstotende houding aan, wanneer zijn medemens niet hetzelfde instinct of hetzelfde gebod volgt. Leven in de liefde tot het handelen, en laten leven met begrip voor wat een ander wil, is het basisprincipe van een vrije mens.

Terug naar de inhoudstafel E - H.